Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen Binnen de scheikunde bestaan een heleboel enkelvoudige stoffen. Deze stoffen bestaan uit één element (atoom). Elke elementen heeft zijn eigen letter. H Waterstof O Zuurstof C Koolstof
Het periodiek systeem Periodiek systeem Zuurstof Waterstof Koolstof
Molecuul Water H2O Zuurstof O2 Koolstofdioxide CO2 Koolstofmonoxide CO Moleculen Molecuul Molecuul is een combinatie van een of meer atomen Voorbeelden die jullie kennen: Water H2O Zuurstof O2 Koolstofdioxide CO2 Koolstofmonoxide CO Koolstof C
NASK – De verbrandingsdriehoek Branddriehoek Laten uitbranden Geen brandstof Alle drie moeten aanwezig zijn voor brand Brandstof Afkoelen Zuurstof Ontbrandings-temperatuur Zuurstof wegnemen B ZO
Als er genoeg zuurstof (O2) aanwezig is Volledige verbranding 2 soorten verbranding Als er genoeg zuurstof (O2) aanwezig is Volledige verbranding Als er niet genoeg zuurstof (O2 ) aanwezig is: Onvolledige verbranding
Volledige verbranding Bij volledige verbranding ontstaat er altijd koolstofdioxide: CO2 en Waterdamp: H2O
Onvolledige verbranding Er is niet genoeg zuurstof om de brandstof volledig te verbranden Er ontstaat: Roet (C) en /of Koolstofmonooxide (CO)
Roet (C) Eigenschap: Zwarte aanslag (als potlood) Schoorsteen vegen! Verbranding Roet (C) Eigenschap: Zwarte aanslag (als potlood) Schoorsteen vegen!
Koolstofmonooxide (CO) Verbranding Koolstofmonooxide (CO) Eigenschap: Giftig Onzichtbaar Reukloos Zwaarder dan lucht
Nadeel van brandstoffen Broeikaseffect (de aarde warmt op, waardoor het ijs smelt op de noord- en zuid-pool en op de bergen. Het water dat ontstaat zorgt voor overstromingen) Zure regen (de zure regen tast de natuur aan, en zelfs gebouwen) In het werkboek leer je hoe je deze nadelen kunt beperken
WARMTE – HET BEHEERSEN VAN ENERGIE Grijze vormen van Energie Groene vormen van Energie Energie uit Aardolie Zonne Energie Kern Energie Energie uit Kolen Water Energie Bio Energie Wind Energie
huiswerk Paragraaf 2 vragen: 2, 3 7, 8, 9, 11, 12 en 16
Conclusie: Er zijn 2 soorten verbranding: Volledige verbranding (blauwe vlam) (er ontstaat koolstofdioxide (CO2)) Onvolledige verbranding (gele vlam) (er ontstaat giftig koolstofmonooxide (CO) )