Preventie van postmenopauzale osteoporose Focus = preventie van eerste (verdere) wervelindeukingsfracturen Wervelfracturen zijn gerelateerd aan menopauze Hormoontherapie reduceert incidentie met 38 % (Oe alleen)/ 34 % (Oe+P) (WHI studie) Blijvende reductie in incidentie 5-15 j na stoppen van HRT in observationele studies (Bone 2004;34:728)
Wervelindeukingsfracturen kunnen een oorzaak zijn van acute en chronische rugpijn lengteverlies, kyfose → veranderd zelfbeeld, verlies aan zelfvertrouwen, depressie minder mobiliteit → lagere ADL score, meer dagen in bed restrictief longlijden (VC -9%/#) → toename van mortaliteit
Incidentie van wervelfracturen (per 1000 persoonjaren) bij 3469 vrouwen en mannen van ≥ 55 j in Rotterdam Mannen Vrouwen Geen prevalente #: 55-65 j 65-75 j >75 j Wel prevalente #: 5,1 (3,1-8,3) 3,9 (2,4-6,3) 5,9 (3,1-11,3) 7,2 (1,0-51,3) 21,6 (10,3-45,4) 36,4 (17,3-76,3) 7,9 (5,6-11,1) 11,4 (8,8-14,6) 11,2 (7,6-16,4) 6,9 (1,0-48,7) 83,7 (60,9-115,0) 92,4 (62,4-136,7) #: fractuur van der Klift et al, J Bone Miner Res 2002;17:1051-6
Prevalente wervelfractuur Risicofactoren, gecorrigeerd voor leeftijd, van nieuwe wervelfractuur bij 1624 vrouwen ≥ 55 j in Rotterdam Risicoverhoging Prevalente wervelfractuur Lage botdichtheid t.h.v. wervelzuil (femurhals) Laag gewicht (BMI) Vroege menopauze (≤45j) Roken Gebruik van loopsteun 5,4 2,1/afname in SD 2,6 (quartiel 1↔quartiel 4) 2,5 2,3 van der Klift et al, J Bone Miner Res 2004;19:1176
Rates of bone growth and loss in white females Estimated ages of maximum bone growth (T1), cessation of bone growth (T2), onset of bone loss (T3) and maximum bone loss (T4) for spine of hip Osteoporos Int 1999; 9: 200-5
Mean annual percent changes in BMD at lumbar spine after menopause YSM, years since menopause Bone 2000; 26: 381-6
J Bone Miner Res 2000; 15: 1965-73
Welke factoren bepalen menopauzaal botverlies? Gewicht / BMI / % vetfractie Roken? Serum oestradiol < 5 ng/L? Genotypische kenmerken: bv. APOE, COL1A1 genotypes, ..
Bone loss at lumbar spine over 2 years in early postmenopausal women according to percent body fat J Bone Miner Res 1999; 14: 1622-7
Praktische vragen i.v.m. preventie van wervelfracturen Bij wie DXA-botdensitometrie aanvragen? Hoe dikwijls herhalen? Welke therapeutische besluiten trekken uit botdensitometrie?
Bij wie botdensitometrie aanvragen? Adviezen van U.S. Preventive Services Task Force (Ann Intern Med 2002;137:526-8) Bij alle vrouwen ≥65 j en bij vrouwen ≥60 j met verhoogd risico van fracturen (graad B-aanbeveling); geen aanbeveling bij vrouwen <60 j (graad C) Verhoogd risico: - prevalente # (start therapie ongeacht!) - menopauze <45j en geen HRT - laag gewicht (< 60 kg; <70 kg??) - roken
Change in hip BMD over 1-2 y during treatment with alendronate 5 mg/d JAMA 2000;283:1318-21
Resultaat van BMD T-score t.h.v. lumbale wervelzuil (femurhals) BMD T > -1,0 SD: “normaal” → geen behandeling BMD T < -2,5 SD: “osteoporose” → resorptieremmer: niet-hormonaal (eerste keus) alendronaat > risedronaat > raloxifen (®Fosamax) (®Actonel) (®Evista) → hormoontherapie alleen zo andere indicatie → resorptieremmers steeds in associatie met Ca BMD T <-1,0 en >-2,5 SD: “osteopenie” → ??
Mogelijkheden van behandeling bij “osteopenie” t. h. v Mogelijkheden van behandeling bij “osteopenie” t.h.v. lumbale wervelzuil Hormoontherapie: alleen zo andere indicatie Niet-hormonale resorptieremmer: raloxifen (geen terugbetaling) Exercise Supplement calcium en/of vitamine D? Fyto-oestrogenen (isoflavones)?
Incident vertebral fractures in postmenopausal women treated with raloxifene or placebo (n = 6828) J Clin Endocrinol Metab 2002; 87: 3609-17
Exercise bij osteopenie Gecontroleerde studie bij vroeg-postmenopauzale vrouwen met osteopenie (Kemmler et al, Arch Intern Med 2004;164:1084-91): 50 exercise / 33 controles (eigen keus) 4 trainingsessies/week (2 met supervisie, totaal 170-190 min/wk), cardiotraining en kracht gedurende 2 jaar ↓ Toename van uithouding en spierkracht; minder rugpijn
Change of BMD at lumbar spine after 26 months of exercise in early postmenopausal women with osteopenia Arch Intern Med 2004; 164: 1084-91
Supplement calcium en/of vitamine D bij osteopenie? Supplement Ca+vitamine D is waarschijnlijk effectief als preventie van heupfracturen bij bejaarden (≥ 70 j); maar niet bewezen effectief als preventie van wervelfracturen bij vrouwen 50-70 jaar Anderzijds hebben in ons land vele vrouwen >50 j een Ca-inname < RDA (EC: 800-2500 mg; VS: 1200-1500 mg) en hebben relatieve vitamine D-insufficiëntie (<20 ng/mL, < 50 nmol/L) in winter