Geregeld veersysteem Citroën C6 Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 1
Hydractive 3+ Geregeld veersysteem Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 2
Architectuur Hydractive 3+ Veerbol RV Veerbol RA LDS-reservoir M BHI Stugheidsregelaar A Stugheids- Regelaar V Stuurbekr.koeler Benadruk het feit dat de LDS in beide richtingen (stijgen / dalen) door de hogedrukleidingen (rood) kan stromen. HD-voeding/retour van het veersysteem Retour LDS-reservoir van de stugheidsregelaars LDS-voeding komende van het reservoir Veercircuits Naar stuurbekr. Veerbol LV Veerbol LA Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 3
STUGHEIDSREGE-LAAR VOOR Plaatsing Hydractive 3+ VEERBOLLEN VOOR Boven de veercilinders LDS-reservoir Op de langsdrager RV boven de BHI BHI Op de langsdrager RV Onder het LDS-reservoir STUGHEIDSREGE-LAAR VOOR Onder de langsdrager RV op hetzelfde niveau als de BHI Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 4
STUGHEIDSREGE-LAAR ACHTER Plaatsing Hydractive 3+ NB: de toevoeging van een extra sfeer achteraan was noodzakelijk om globaal genomen dezelfde prestaties te verkrijgen als die van de C5. Desondanks is de achtertrein van de C6 veel «soepeler» dan die van de C5 door zijn ontwerp (meerarmig) en zijn akoestische isolatie (vele silentblocs). Bijgevolg moest er op de C6 een groter gasvolume worden voorzien om de soepele modus te onderscheiden van de harde modus. In plaats van een dikkere sfeer te fabriceren, werd er gekozen voor het installeren van 2 sferen van een reeds gekend ontwerp. STUGHEIDSREGE-LAAR ACHTER Onder de dwarsbalk van de achtertrein, in het midden VEERBOLLEN ACHTER Onder de veercilinder-aansluiting Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 5
Maximum LDS-peil (in (drukloze stand) Reservoir Hydractive 3+ Het LDS-reservoir is uitgerust met een inwendige filter. Zijn capaciteit bedraagt 4,8 liter. Het is uitgerust met een filter voor de stuurbekrachtiging en de ophangingskring. Het aflezen van het maximumpeil gebeurt op een andere plaats dan bij de C5. De LDS-vloeistof is oranjekleurig en 100% synthetisch. Ze kan niet worden gemengd met de hydraulische vloeistof LHM. Kenmerken Eenheden Waarden Viscositeit SAE - 75W-80 Densiteit bij 15°C Kg/l 0,820 Vlampunt °C 157 Maximum LDS-peil (in (drukloze stand) Totale capaciteit van de kring: 6,1 liter De dop van het reservoir is een afzonderlijk verkrijgbaar reserveonderdeel Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 6
BHI, buitenzijde Hydractive 3+ Ingang LDS-vloeistof Computer Motor hydraulische pomp Aansluiting computer Bedieningsaanslui-ting van de pompmotor Hydro-elektrisch blok Voedingsaansluiting van de pompmotor Naar gelang van de motorversie is de BHI verkrijgbaar onder 2 referenties, een om te moderniseren, en een gemoderniseerde (VIN-nummer vermelden bij de bestelling) Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 7
BHI, doorsnede Hydractive 3+ Inlaatelektroklep achterwielop-hanging Inlaatelektroklep voorwielophanging (hier niet zichtbaar) Uitlaatelektroklep achterwielop-hanging Uitlaatelektroklep voorwielophanging (hier niet zichtbaar) LDS-ingang komende van het reservoir Pomp-plunjers Accu Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 8
HD-pomp Hydractive 3+ Inlaatfase Naar inlaatelektrokleppen Al draaiend veroorzaakt het platform een verplaatsing van de zuigers in hun respectieve cilinders. Inlaatfase Inlaatfase De retourklep wordt langs de ene kant onderworpen aan de hoge druk en aan de kracht van de veer, en langs de andere aan de lage druk. Ze gaat dicht om te voorkomen dat de LDS onder hoge druk kan binnendringen in de lagedrukkring. De aanzuigklep gaat open onder invloed van de LDS die de cilinder binnenstroomt (volume tussen de zuiger en de retourklep). Compressiefase: De aanzuigklep gaat dicht onder invloed van de druktoename van de LDS in de cilinder, veroorzaakt door het omhoogbewegen van de zuiger. De retourklep wordt langs de ene kant onderworpen aan de hoge druk in de cilinder, en langs de andere aan de hoge druk van de accumulator en aan de kracht van de veer. Ze gaat open zodra de druk in de cilinder overheerst. Wanneer de druk in de toevoerkring hoger is dan de tarreringswaarde van de veer van de overdrukklep, gaat de klep open. Een gedeelte van de LDS-vloeistof onder hoge druk stroomt naar de toevoer, waardoor de hoge druk wordt gereguleerd. Pomp 140 bar, 0,7 liter/min bij 2300 tr/min Overdrukklep getarreerd op 180 bar Naar inlaatelektrokleppen Komende van het reservoir Compressiefase Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 9
Naar stug-heidsregelaar voor Naar stijf-heidsregelaar achter Werking BHI Hydractive 3+ Accu Overdrukklep Het doel van het hydro-elektrisch blok, van zijn pomp en van zijn elektrokleppen bestaat erin de LDS-vloeistof in een voldoende hoeveelheid en met een voldoende druk te leveren om de grondslag van het koetswerk te doen variëren en te handhaven op basis van de behoeften. De elektrokleppen en de pomp worden aangestuurd door de BHI-computer. Koetswerkhoogtevariatie Om het koetswerk te verhogen, wordt er LDS-vloeistof toegevoegd in de ophangingscilinders met behulp van de hydraulische pomp. De zuigers van de cilinders worden daardoor teruggeduwd waardoor de vrije hoogte van het voertuig toeneemt. Hoe groter het gewicht van het voertuig, hoe meer de druk van de LDS-vloeistof moet worden verhoogd om het koetswerk te verhogen. Om het koetswerk te verlagen, wordt er LDS-vloeistof ontrokken aan de ophangingscilinders waardoor er een vloeistofterugvloeiing naar het reservoir wordt veroorzaakt. Die stromingen van vloeistof in één van beide richtingen worden tot stand gebracht met behulp van twee elektromagnetische inlaat- en uitlaatkleppen. C O M P U T E R 7715 INL EK INL EK B H I M UITL EK UITL EK VSB Verklaar de elementen van het equivalente hydraulische installatieschema Retour LDS van de stugheidselektro-kleppen Naar stug-heidsregelaar voor Naar stijf-heidsregelaar achter Hydraulische pomp Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 10
Naar stugheids-regelaar voor Naar stugheids-regelaar achter Werking BHI Hydractive 3+ De elektromagnetische inlaatklep is een tweewegsklep die normaal gesloten is. Haar ingang is verbonden met de accumulator en de pomp, en haar uitgang is verbonden met de ophangingscilinders via de stugheidsregelaar. Om het koetswerk te verhogen, moet de elektromagnetische inlaatklep worden gevoed en moet de hydraulische pomp wordt ingeschakeld. C O M P U T E R 7758 B H I M VSB Naar stugheids-regelaar voor Naar stugheids-regelaar achter Stijgen van het voertuig Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 11
Naar stugheids-regelaar voor Naar stugheids-regelaar achter Werking BHI Hydractive 3+ De elektromagnetische uitlaatklep is een tweewegsklep. Haar ingang is verbonden met de ophangingscilinders via de stugheidsregelaar van de as, en haar uitgang is verbonden met het LDS-reservoir. Ze is normaal gesloten. Wanneer ze wordt gevoed, wordt de verbinding tussen de ophangingscilinders en de reservoirterugleiding geopend. C O M P U T E R 7758 B H I M VSB Naar stugheids-regelaar voor Naar stugheids-regelaar achter Zakken van het voertuig Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 12
Stugheidsregelaar Hydractive 3+ Variabele stugheids-elektroklep De stugheidsregelaar is het element van de Hydractive 3+ dat het mogelijk maakt 2 stugheidswetten toe te passen. Soepelheidswet: al de sferen van eenzelfde as staan met elkaar in verbinding. De globale stikstofvolume is maximaal, vandaar een geringe stugheid. Het comfort is maximaal. In rustpositie verkeert de regelaar in deze toestand. stugheidswet: wanneer de aanvullende sferen worden geïsoleerd van de ophanging. Alleen de met ieder wiel verbonden sferen nemen deel aan de ophanging. De stugheid is maximaal waardoor de slingeringen van het koetswerk worden verminderd. De rol-, stamp- en pompbewegingen worden verminderd, en het weggedrag is beter. Variabele stugheids-elektroklep Aftapschroef Bedienings-schuif Naar rechter veercilinder Retourleiding naar het LDS-reservoir Plaats van de veerbollen HD-aanvoer komende van de BHI Naar linker veercilinder De als reserveonderdelen gedetailleerde onderdelen zijn: de regelaar alleen (zonder de sferen) de sferen de dichtingen Schokdemper Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 13
stugheids-elektroklep Stugheidsregelaar Hydractive 3+ SOEPEL: aangezien de elektromagnetische klep in rust verkeert, is er een verbinding tussen de LDS-vloeistof onder hoge druk ter hoogte van de sfeer en de bovenzijde van de bedieningsschuif waar de terugslagveer zich bevindt. De schuif wordt langs één kant onderworpen aan de HD van de LDS-vloeistof op een oppervlakte S, en langs de andere kant aan dezelfde druk van de LDS-vloeistof op een oppervlakte S en aan de kracht van de terugslagveer. Aangezien de kracht langs de veerkant groter is, verplaatst de schuif zich tot aan haar «zachte» aanslag, waardoor er een verbinding ontstaat tussen de aanvullende sfeer en de hoofdsferen, en een verbinding tussen de 2 ophangingscilinders (rechts en links). Aangezien de vijzels en de BHI permanent met elkaar in verbinding staan, is het mogelijk de hoogte van het koetswerk te regelen. In de rolfase stroomt er LDS-vloeistof van de cilinder die wordt samengedrukt naar de cilinder die wordt ontspannen. Die stroom gaat via de AMVAR-patronen die de rol van demper vervullen. Er is geen schokdemper in de stugheidsregelaars. stugheids-elektroklep Hoge druk + Veer Lage druk + Veer Retour-leiding Veerbol L Veerbol L Veerbol R Veerbol R HARD: aangezien de elektromagnetische klep wordt gevoed, is er een verbinding tussen de LDS-terugleiding naar het reservoir en de bovenzijde van de bedieningsschuif waar de terugslagveer zich bevindt. De schuif wordt langs één kant onderworpen aan de hoge druk van de LDS-vloeistof van de aanvullende sfeer op een oppervlakte S, en langs de andere kant aan de lage druk van de LDS-vloeistof op een oppervlakte S en aan de kracht van de terugslagveer. Aangezien de kracht langs de kant van de sfeer hoger is, verplaatst de schuif zich tot aan de «harde» aanslag, waardoor de verbinding tussen de aanvullende sfeer en de hoofdsferen wordt verbroken. In die situatie bestaat er niet langer een verbinding tussen de BHI en de ophangingscilinders, waardoor de hoogte van het koetswerk dus niet kan worden gecorrigeerd. In de rolfasen is er geen vloeistofverbinding tussen de linker- en rechtercilinders. Hoge druk Hoge druk Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 14
Veiligheids-voorziening Sferen Hydractive 3+ De sferen vertonen de vorm van een schotel. Ze zijn uitgerust met een meerlagig membraan waardoor ze een onbeperkte levensduur hebben. In het bovenste gedeelte werd een veiligheidsvoorscheiding voorzien, ter voorkoming van eventueel rondvliegend metaal wanneer ze uit elkaar zouden springen. Veiligheids-voorziening Stikstof onder druk VOOR Hoofdveerbollen: 50 bar Aanvullende bol: 70 bar ACHTER Hoofdveerbollen: 40 bar Aanvullende bollen: 40 bar De sfeer komt overeen met de «veer » van een klassieke ophanging. Het elastische element komt overeen met het volume stikstof onder druk. De drukkracht van de stikstof werkt de kracht van de zuiger van de ophangingscilinder tegen. De stugheid is evenredig met het stikstofvolume. De C6 bevat: - 3 sferen op de vooras (1 op elk wiel en 1 aanvullende) - 4 sferen op de achteras (1 op elk wiel en 2 aanvullende) Elk pneumatisch blok wordt geïdentificeerd met een getal en twee letters, gegraveerd in een dik lettertype: - het getal met 2 cijfers komt overeen met de stikstofdruk in het pneumatisch blok. de twee letters identificeren de positie van het pneumatisch blok. Hoodfsferen vooraan ? GO 50 Aanvullende sfeer vooraan ? KR 70 Hoofdsferen achteraan ? KS 40 Aanvullende sferen achteraan ? KS 40 385 +/- 15 cm3 De 4 sferen achteraan hebben dezelfde referentie. Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 15
Ingangen BHI-computer Hydractive 3+ CAN I/S CAN I/S CAN I/S CAN I/S Wieluitslag LV Gevraagd motorkoppel BHI-computer Wieluitslag RV CAN I/S Motortoerental CAN I/S Starten bezig Wieluitslag LA CMM Wieluitslag RA CAN I/S CSS CAN I/S CAN I/S Stuurhoek Stuurdraai-snelheid Selectie van de modus Versnelling in lengterichting Remdruk-regeling A B S / E P Selectie van de hoogte + of - Versnelling in dwarsrichting Druk van de hoofdcilinder STUUR-HOEK-SENSOR Voertuigsnelheid ABS/ESP in regeling Staat van de portieren Rempedaal-schakelaar BSI Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 16
Diagnose-gereedschap Uitgangen Hydractive 3+ stugheids-status voor en achter BHI-computer Inlaatelektroklep V CAN I/S Inlaatelektroklep A Correctie bezig Uitlaatelektroklep V CSS Uitlaatelektroklep A CAN I/S Weigering van correctie Correctiebegin- en -eindpositie Motor hydraulische pomp Draad Verzoek aansturen storingslampje CAN I/S K-lijn Stugheidsregel-elektroklep V Sportstatus hydractive Diagnosege-gevens Status hydraulische-pompmotor Correctie bezig Stugheidsregel-elektroklep A Diagnose-gereedschap BSI CMM Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 17
Doel: een esthetische stand van het voertuig in rust behouden Strategieën Hydractive 3+ Definitie van de zogenaamde parkeerstand Tijdens een lange rit stijgt de temperatuur van de olie in de ophangingscilinders aanzienlijk. Wanneer de olie na het rijden afkoelt, doet er zich een verzakking van de ophanging voor. Die verzakking is groter op de vooras dan op de achteras. Dat maakt dat het koetswerk een niet bijzonder elegante rustpositie aanneemt in de ogen van de klanten. Er werd dus besloten een «parkeerpositie » in te voeren om de visuele aanblik van het voertuig in rust te verbeteren. Het voertuig neemt de parkeergrondslag aan: - 3 seconden na het uitschakelen van het contact wanneer alle deuren gesloten zijn - 0,5 seconde na het uitschakelen van het contact als een van de deuren open staat Het is mogelijk dat de grondslag van het voertuig nog verandert na enkele uren rust. De visuele aanblik zal echter behouden blijven. Opmerkingen : met het voertuig in parkeergrondslag heeft de BHI 7 à 8 seconden nodig om het koetswerk weer op hoogte te brengen na het inschakelen van het contact. Het is raadzaam te wachten tot het koetswerk zijn uiteindelijke positie heeft bereikt alvorens weg te rijden wanneer er een hindernis moet worden genomen (een stoep, een drempel op een parkeerplaats,…). NB: waarom geen parkeergrondslag op de C5?? Het opwarmingsfenomeen is minder uitgesproken omdat: de C5 minder zwaar is dan de C6 de C5 veel meer olielaminering heeft dan de C5 wegens de AMVAR de onderste delen van de C6 veel meer afgedicht zijn dan die van de C5, waardoor de afkoeling minder goed is Doel: een esthetische stand van het voertuig in rust behouden Parkeerstand voor = Rijhoogte voor - 15 mm Parkeerstand achter = Rijhoogte achter - 20 mm De parkeerstand is de referentiestand voor de controle van de voor- en achtertrein uitlijning. Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 18
Afstandsbediening koffer- deksel Strategieën Hydractive 3+ De BSI is in staat een gedeeltelijke activering of «activering hoogtecorrectie» te initiëren en verzendt een bijbehorend raster via het CAN-netwerk. Ten gevolge van een activering van de afstandsbediening (vergrendeling en ontgrendeling) bijvoorbeeld of het openen van een deur, maakt een gedeeltelijke activering van de BSI, het CSS of de BHI het mogelijk om indien nodig de hoogte van het koetswerk te wijzigen, wanneer het voertuig stilstaat. De procedure is als volgt: 1) Er worden activeringsvoorwaarden gedetecteerd door de BSI (bijvoorbeeld het openen van een deur) 2) De BSI wordt geïnitialiseerd, past een spanning van +12V toe op de RCD-lijn en verzendt een raster «activering hoogtecorrectie» via het CAN-netwerk. Na een vertraging verdwijnt de RCD maar het raster wordt nog steeds verzonden. Het is niet langer de +12V RCD die de activering in stand houden met het CAN-raster. 3) Wanneer hij de RCD ontvangt, wordt de BHI geïnitialiseerd en leest hij het activeringsraster. Aangezien het raster op hem betrekking heeft, activeert hij zichzelf en forceert hij een «flag» (een specifieke bit van het door de BSI verzonden raster) op «0», waardoor het inactiveren wordt verhinderd. Terzelfder tijd wordt het CSS geactiveerd om informatie in verband met de koetswerkhoogte naar de BHI te sturen. 4) De BHI corrigeert de hoogte indien nodig (als de BSI ondertussen stopt met het verzenden van het activeringsraster, stopt de BHI de lopende correctie en kan hij zichzelf weer inactiveren na een vertragingstijd). 5) Op het einde van de correctie en in gedeeltelijke activering zet de BHI de «flag» van het raster opnieuw op «1». Wanneer de BSI ziet dat die flag op «1» staat, leidt hij daaruit af dat de BHI zijn hoogtecorrectie heeft beëindigd en stopt hij de verzending van het activeringsraster na een korte vertraging om zichzelf vervolgens te inactiveren. 6) Bij het verdwijnen van het activeringsraster, inactiveren de BHI en het CSS zichzelf opnieuw. 7) Wanneer de BSI volledig inactief is, stopt de activiteit op het CAN. Er vindt geen enkele parkeergrondslagcorrectie plaats wanneer: - het hoogteverschil vooraan of achteraan ten opzichte van de parkeergrondslag zich tussen 10mm en +4mm bevindt - het verschil tussen de hoogte vooraan en de hoogte achteraan kleiner is dan 8 mm Gedeeltelijke activering « hoogtecorrectie » Detectie van de activeringsvoorwaarden Gedeeltelijke activering hoogtecorrectie op gang gebracht door de BSI Standby bevolen door de BSI Afstandsbediening Gedeeltelijke activering van de BSI Init. Uitschakeling BSI 12V Actief Inactief RCD 0V Inactief Waakstatuswoord hoogtecorrectie Standby CAN-activiteit koffer- Gedeeltelijke activering van de BSI BHI deksel Init. Uitschakeling Hoogtecorrectie Correctie uitgevoerd Inslapen toegestaan door de BHI Hoogtecorrectie bezig Standby niet toegestaan door de BHI Gedeeltelijke activering van de CSS CSS Init. Uitschakeling tijd 10x? Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 19
Strategieën Hydractive 3+ Automatische regeling van de hoogte Eerst moeten de «parasieten» worden geëlimineerd en de ogenblikkelijke slingeringen worden gefilterd om uitsluitend rekening te houden met de gemiddelde hoogte van het koetswerk. Er bestaat ook een vertraging tussen het ogenblik waarop het systeem detecteert dat het koetswerk zich buiten de hysteresiszone bevindt en het ogenblik waarop het de hoogtecorrectie zal bevelen. Die vertraging wordt «Dashpot» genoemd. Ze kan : - 0,5 seconde bedragen bij het starten, bij een verzoek om een hoogteverandering door de bestuurder of bij een «activering hoogtecorrectie» - 60 seconden bedragen wanneer het voertuig heeft gereden en vervolgens stilstaat met draaiende motor - 10 seconden in andere gevallen Het veranderen van de hoogte kan uitsluitend gebeuren wanneer de ophanging in de «soepele» modus staat. Automatische regeling van de hoogte Ongeacht de geselecteerde referentiehoogte corrigeert de BSI de hoogte van het koetswerk in verhouding tot de referentiewaarde als: de hoogteafwijking V of A groter is dan 4 mm (+ of -) (hysteresis) het verschil tussen de hoogte V en de hoogte A groter is dan 8 mm De reactietijd (« vertraging ») voor de regeling kan variëren naar gelang van de omstandigheden Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 20
Strategieën Hydractive 3+ Automatische wijziging van de hoogte Op basis van de voertuigsnelheid Op basis van de staat van het wegdek Koetswerk-hoogte Als er een toestand « slechte weg » wordt gedetecteerd (overschrijding van een slingerdrempel binnen het frequentiebereik 4Hz – 8Hz Hoogte +10 mm Normale positie Snelweg-positie Snelheid 105 km/u 125 km/u Koetswerk-positie Hoge positie Verhoogde positie Normale positie Lage positie Snelheid 10 km/u 40 km/u Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 21
Strategieën Hydractive 3+ Automatische wijziging van de hoogte Bij een hoogtewijziging wordt de ophanging in de soepele modus gedwongen, behalve na verzoek overgang naar hard op basis van stuurhoek of -stuurdraaisnelheid Onder de 30km/h vindt er geen hoogtewijziging plaats als het rempedaal wordt bediend. Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 22
After-Sales Hydractive 3+ Tussenkabel: 4229-T Showroommodus: Gereedschap 9802-T / 9973.R9 (set van 4 spieën) Voorbereiding Nieuw: verifiëren van het stijgen en dalen van het voertuig door te drukken op de knop op de middenconsole Bijvullen LDS: verwijder de dop van het reservoir, zet de wagen in de lage stand (drukloos maken dmv. diagnosegereedschap) en vul indien nodig vloeistof bij. Maximum-niveau Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 23
After-Sales Hydractive 3+ Inleren van de koetswerkhoogten: Gebeurt via een specifiek menu in de CSS-computer, voertuig in rijhoogte (contact ingeschakeld) 4 in te voeren hoogten Referentiehoogte = Hoogte van het midden van het wiel « R » - Hoogte in de referentiepunten De aanlering van de hoogtesensors gebeurt door middel van de computer van de variabele schokdemping CSS. Die computer ontvangt immers de informatie van die sensors via een draadverbinding. Deze procedure moet worden uitgevoerd bij het vervangen van een sensor of van de CSS-computer. Alvorens deze procedure te starten, dient u na te gaan of de banden de juiste spanning hebben. Het voertuig mag niet bewegen tijdens de aanleerfase, omdat de procedure anders kan mislukken. Om deze procedure te starten, moet u zich toegang verschaffen tot het CSS met behulp van de diagnosetool: open het relevante menu en volg de instructies. VOOR ACHTER Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 24
After-Sales Hydractive 3+ Controle van de koetswerkhoogte: Controleer de bandenspanning, schakel het contact in (voertuig in rijhoogte), parkeerrem los, ga naar de hoogste stand en vervolgens naar de laagste stand. Voer de metingen uit, de waarden moeten als volgt zijn: 160 +/- 6 mm voor LV en RV 111 +/- 6 mm voor LA en RA Bijvullen van LDS-vloeistof na aftappen: Specifiek menu « aftappen van het veersysteem » in de CSS-computer. De instructies volgen. Tijdens de procedure moet men: een druk van 0,5 bar toepassen op het reservoir de 4 AMVAR-actuators aansturen (via de actuatortest) het koetswerk in de hoogste stand en vervolgens in de laagste stand bewegen met de knop in de wagen de stuurinrichting van aanslag tot aanslag bewegen Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 25
? Hydractive 3+ De verschillende vragen beantwoorden Guide Animateur Suspension pilotée C6 – 09/2005 – Document strictement confidentiel réservé au réseau CITROËN 26