Cours de Français Groupe 1MHa.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Dyslexie Deze spreekbeurt van Eva, groep 6, gemaakt voor school, november Mijn spreekbeurt gaat over dyslexie.
Advertisements

Oefenen voor de toets unité 2
Futur van regelmatige werkwoorden
SPREEKBEURT 3de LEERJAAR
Les 7 Deze les duurt 90 minuten
Onze eerstejaars aan het werk tijdens de lessen FRANS Foto’s genomen in 1 MOD a –
Grammaire chapitre 4 1 hv.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
1. Salut! a. Nee b. In c. Hoi. 2. vert a. Rood b. Groen c. geel.
1. Levensbeschouwing en communicatie
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Non, je n’ai pas de.
Grammaire thème 4.
Woordenschat+ grammatica TB76
 1 Hoe ga je naar school?  Tu vas à l’école comment?
Compter en français (tellen in het Frans)
Een werkstuk maken.
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Franse Les Les 14 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 p. 54/55 Ça vous plaît? (dialogue) Pirates chapitre 1 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 p.
Franse Les Les 16 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates chapitre 8,9, 10 Vorige les & huiswerk Voyages unité 7 afmaken Les pirates.
Franse Les Les 15 Vorige les & huiswerk Extra oefenen meew. Vw.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
 Monsieur Ibrahim la fin  Trientsje - présentation  Voyages unité 7  Unité 7 p. 54/55  San Francisco Chanson Aujourd’hui nous sommes le 4 février.
Grammaire chapitre 3 3 havo.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
Franse Les Les 11 Vorige week Voyages p. 21 Extra oefeningen
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Chanson assis / debout TPR
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Franse Les Les 1 Kennismaken La mémoire Dialogue Chanson + texte
Het lijdend voorwerp 3 VMBO - Frans.
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets unité 5
Franse Les Les 12 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre 7 die/deze hij/zij/het/hen Alma 2 Anne chapitre 5 et 6 Vorige les & huiswerk Voyages chapitre.
Hallo! Goedendag! Bonjour!
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Franse Les Les 4 Vorige les & huiswerk Voyages p. 40/41 Klokkijken
Franse Les Les 7 Vorige week Voyages p. 18/19 Verbe : avoir + faire
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Lire 3 VMBO - Frans. Wat moet je weten om dit onderdeel te begrijpen?: Wat een onregelmatig werkwoord is De tegenwoordige tijd (présent) De verleden tijd.
COACHEN; zelf aan het werk! HELICON MBO Den Bosch W43
Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Vorige week Unité 3 p.26/27 voor/achter/naast/tussen devoirs Quel jour sommes-nous aujourd’hui?
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Woordjes leren.
Wat is de bedoeling van Frans leren in de 3e graad? Kinderen in staat stellen op een eenvoudige manier in een aantal herkenbare situaties in het Frans.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Franse Les Les 20 Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si vergelijkingen p maken Vorige les Voyages unité 7 p. 56/57 moi non, moi si.
Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Nous sommes.
Franse Les Les 1 Wat gaan we doen? Qu’est-ce que j’ai fait?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Les cours de Français HB groep.
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
1. Wat gaan we vandaag doen ?
Franse Les – 1e jaar Les 10 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Uitleg methode Hoofdstuk 1a
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Semaine 50 – Cours 1 - Chapitre 3 – Bron D, Phrases-clés
Klok kijken Hoe laat is het? Quelle heure est-il?
Chapitre 1 Francofolies.
Qu’est-ce qu’on va faire?
Transcript van de presentatie:

Cours de Français Groupe 1MHa

Jour un nazeggen en tekenen+schrijven jour dag un 1, een bonjour hallo, goeiedag, goeiemorgen je m’appelle ik heet madame mevrouw élève leerling messages email berichten au revoir dag, tot ziens mme = madame

Jour un Bonjour! Je m’appelle madame de Rijk. Je suis prof de Français. Messages: erk@wolfert.nl Premier jour de cours. Au revoir. Mme de Rijk

Frans uitspreken Il y a un problème? Is er een probleem? Oui, il y a un probleme. Ja, er is een probleem. Non, il n’y a pas de problème. Nee, er is geen .. Madame de Rijk Spreek je uit als… Jouw naam spreek je uit als… Het alfabet chanson

Volgende les Meenemen: livre de textes cahier d’exercices cahier stylo crayon Volgende les vertellen wat je weet over Frankrijk… Thuis doen: lezen p. 11 livre de textes. P.s. je kunt dit nalezen in je studiewijzer via www.wolfert.nl / dalton / studiewijzers / 1mha

Jour deux: couleur locale La France Frankrijk Couleur locale kleur lokaal …?? Il y a un problème? Is er een probleem? Oui, il y a un problème Ja, er is een probleem. Non, il n’y a pas de problème Nee, er is geen p Lire texte p. 11 lezen tekst p. 11 Faire exercice 1 cahier d’exercices maken opdracht 1 opdrachtenboek. Maak de opdracht in je schrift

Mots français apprendre leren remplisser vervangen traduiser vertalen écouter luisteren liser lezen deviner raden chercher zoeken répondre antwoorden

Wat wil je weten ? wat wil je kunnen? Je hebt de tekst gelezen. Er staan Franse woorden in. Wat wil je onthouden en gaan gebruiken? un pays une ville un village une auto l’autoroute (v) le car le train le train de Paris à Lille de à En… hoe ga je oefenen?

Nieuwe woorden leren Hoe kun je Franse woorden leren zodat je ze kunt onthouden? Wat heb je al wel eens geprobeerd? Wat zou je nog meer kunnen doen? woorden afdekken en uit je hoofd zeggen; oplezen tekeningen maken en erbij schrijven (mindmap) inspreken op je telefoon en beluisteren, nazeggen een verhaal van de woorden maken en ze zo onthouden memory maken en spelen woordkaarten maken (klas 2) oefenen via de site van carte orange : www. carteorange.nl oefenen via www.wrts.nl (met uitspreekhulp) Kies 1 manier om de woorden van apprendre1 te onthouden (P.82, livre de textes). Noteer je keuze in schrift.

Wat gaan we dit jaar doen? Franse woorden leren onthouden Apprendre des mots Franse teksten begrijpen door te lezen en luisteren Lire, écouter des textes Franse gesprekken / gesprekjes voeren Parler Franse woorden schrijven Écrire des mots Misschien ook Franse ZINNEN schrijven… Écrire des phrases We gaan het hebben over: ontmoetingen, het huis, school, kleding, familie, eten en drinken

Le livre Il y a un livre de textes er is een tekstboek Il y a un cahier d’exercices er is een opdrachten schrift Il y a un sité web er is een website: www.carteorange.nl

Le cahier Tu as un cahier pour: je hebt een schrift voor les exercices de opdrachten les notes de aantekeningen les mots importants de belangrijke woorden les verbes importants de belangrijke werkwoorden

Texto personnes, choses – mensen, dingen deux filles deux garçons sport préféré le football la classe un copain le roller actions – acties (doen) il s’appelle il habite elle est c’est détails (details, dingen die erbij komen) deux nouvelle le quartier le reste – de rest il à elle aussi dans

Les tests Une épreuve een toets Een toets telt 1, 2, of 4 keer mee voor je rapport. In periode 1 heb je 2 toetsen die 1x meetellen en een mindmap opdracht die samen met nog twee andere opdrachten later in het jaar 1x meetelt. In je studiewijzer kun je zien wanneer de toetsen zijn en wat je ervoor kunt voorbereiden.

Een toets voorbereiden Om een toets goed te maken is het belangrijk dat je: Elke week je huiswerk/ daltontaak maakt. Elke week nieuwe woorden leert. Elke les je boeken en schrift bij je hebt. Elke les een pen en potlood bij je hebt. Elke les goed meedoet. Elke les bedenkt: Begrijp ik de opdracht? Kan ik de opdracht doen? Kan ik de opdracht helemaal maken? Heb ik de opdracht helemaal af?

Unité 1 Wat moet je weten? informatie over frankrijk (couleur locale) le en la il en elle franse en nederlandse woorden uit apprendre 1-8

Unité 1 Wat moet je kunnen? jezelf voorstellen ‘le’ of ‘la’ bij een ding/ persoon zetten zinnen maken met ‘il’ en ‘elle’ – hij en zij Franse woorden uit de woordenlijst invullen

Jour trois: dico, texto, page12, 13 Nakijken exercice 1 Lire p. 12 dico et 13 texto Uitspreken… Faire exercices 2, 3, 5 Dans le cahier Voor wie extra wil puzzelen: exercice 6

Texto personnes, choses – mensen, dingen deux filles deux garçons sport préféré le football la classe un copain le roller actions – acties (doen) il s’appelle il habite elle est c’est détails (details, dingen die erbij komen) deux nouvelle le quartier le reste – de rest il à elle aussi dans

Jour quatre apprendre 2 Nakijken exercices 2, 3, 4, 5 (6) Faire exercice 7 dans le cahier Il y a un problème? Beschrijf wat je ziet in de tabel Is er een probleem? Zo ja, leg uit. Zo niet, leg uit! Faire exercice 9 dans le cahier le football le roller le quartier un football un roller un quartier la classe une classe

Grammaire: le, la / un, une In apprendre 3 staat hoe je le, la / un, une gebruikt. Helpt deze uitleg je deze woorden zelf te gebruiken? Herinner je je dat we dit vorige les ook hebben beschreven? Zoek een manier om le, la / un, une te oefenen en noteer in je schrift hoe je onthoudt wanneer je deze woorden precies gebruikt.

Semaine de voyages colonie de vacances un petit village une grande pièce

Jour cinq Waar ben je geweest? Wat heb je gedaan? Hoe zag het er uit? Il y a un problème? Excuse-moi Il y a une grande pièce. Er is een grote kamer La classe est contente. De klas is tevreden C’est une nouvelle aventure. Het is een nieuw avontuur

Questions – vragen apprendre 4 Comment tu t’appelles? Je m’appelle Florian. Comment il s’appelle? Il s’appelle Florian. Comment elle s’appelle? Elle s’appelle Estelle. Il y a un problème? Beschrijf wat je ziet Is er een probleem? Zo ja, leg uit. Zo niet, leg uit! Faire exercices 10, 13, 11

Jour six Wat heb je nodig om vragen te stellen in de les over: raam open/dicht doen; naar ‘t toilet; boek vergeten; snap het niet; sorry … Kijk in de stencils en oefen met de zinnen Oefen ook hoe je heet Maak een mindmap over jezelf Laat zien wie je bent En wat je hebt geleerd met Frans Mindmap inleveren op dag 8

s.o. apprendre 1-3 Je krijgt een schriftelijke overhoring van woorden van apprendre 1, 2, 3 Deze overhoring duurt 20 minuten. Neem dus je boeken en schrift wel mee In de overhoring ga je: woorden vertalen Apprendre 1: ik vraag je de Nederlandse vertaling op te schrijven Apprendre 2: ik vraag je de Franse vertaling op te schrijven Franse woorden invullen Van apprendre 2 en 3

Jour sept roman photo Nakijken s.o. apprendre 1-3 Wat heb je geleerd? Wat moet je nog meer oefenen? Schrijf in je schrift wat er goed ging en wat je anders wilt doen. Een tekst begrijpen… wat wil je bereiken? Boodschap begrijpen Specifieke informatie begrijpen Il y a un problème? Beschrijf wat je ziet Is er een probleem? Zo ja, leg uit. Zo niet, leg uit! Heb jij wel eens op een aparte manier iemand ontmoet? Faire excercices 13, 14, 15, 18 Wil je meer oefenen? Faire 17

Apprendre 5 personnes et choses le collège le copain la classe le quartier actions il y a ça va j’ai c’est je suis détails un peu sympathique le reste et dans comment? mais aussi bien voilà au revoir

Jour huit apprendre 6 13-18 Il y a un problème? Beschrijf wat je ziet in de tabel Is er een probleem? Zo ja, leg uit. Zo niet, leg uit! Faire excercices 19, 20 21, 22 il habite il s’appelle elle habite elle s’appelle

Jour neuf conversations Nakijken excercices 19-22 Praten en .. Uitspreken. Lukt het al een beetje?! Il y a un problème? Il y a une solution!

Jour dix apprendre 7 personnes et choses Estelle Florian David Sophie actions elle rencontre détails la copine le reste bonjour merci salut de, d’ donc c’est ça

Jour onze apprendre 8 A: Bonjour. B: Bonjour. A: Ça va? B: Ça va bien, merci. Et toi? A: Ça va bien, merci. Au revoir. B: Au revoir. Diagnostische toets maken Wat kun je goed Wat oefen je meer/ anders Wat weet je al en wat nog niet

Jour douze Test – toets Wat heb je geleerd? Wat ken je? Wat kun je? Wat moet je meer oefenen?