Voorrangsregels bij rekenen (2) eerst haakjes uitwerken dan wortel en kwadraat dan vermenigvuldigen en delen dan optellen en aftrekken Dus: ( ) √ ..2 X : + - 20 dia’s
Voorrangsregels bij rekenen 2 Eerst haakjes uitwerken Wortel en kwadraat op volgorde dat je het tegenkomt Keer en gedeeld door op volgorde dat je het tegenkomt Erbij en Eraf op volgorde dat je het tegenkomt Dus ( ) √ ..2 X : + - Dus: ( ) √ ..2 X : + -
Vervolgens nog een test Hierna krijg je eerst uitleg over kwadraat en wortel Daarna een aantal oefenopgaven Vervolgens nog een test Telt mee als opdracht
Kwadraat = 5 X 5 = 25 het getal keer zichzelf 5 in het kwadraat of 52 = ????? 5 X 5 = 25 Verzin zelf enkele voorbeelden
Wortel = het omgekeerde van kwadraat Voorbeeld x → : + → - x → : √ → ..2 Voorbeeld 82 = 8 x 8 = 64 √64 = 8 92 = 9 x 9 = 81 √81 = 9 Voorbeeld 52 = 25 √25 = 5 62 = 36 √36 = 6
Voorrangsregels bij rekenen 2 Eerst haakjes uitwerken Wortel en kwadraat op volgorde dat je het tegenkomt Keer en gedeeld door op volgorde dat je het tegenkomt Erbij en Eraf op volgorde dat je het tegenkomt Dus ( ) √ ..2 X : + - Dus: ( ) √ ..2 X : + -
2 x 52 + 8 = 58 Het antwoord zit onder de 2e klik
62 : 3 = Het antwoord zit onder de 2e klik 12 62 = 36 36 : 3 = 12
( 2 + 4 )2 : 4 = 9 Het antwoord zit onder de 2e klik 2 + 4 = 6 62 = 36 36 : 4 = 9
5 x √36 = Het antwoord zit onder de 2e klik 30 √36 = 6 5 x 6 = 30
10 : √(20 + 5) = 2 Het antwoord zit onder de 2e klik 20 + 5 = 25 √25 = 5 10 : 5 = 2
32 + 42 = 25 Het antwoord zit onder de 2e klik 32 + 42 = Het antwoord zit onder de 2e klik 25 32 = 9 42 = 16 9 + 16 = 25
60 : 3 x √25 = Het antwoord zit onder de 2e klik 100 √25 = 5 60 : 3 = 20 20 x 5 = 100
60 : ( 3 x √25) = Het antwoord zit onder de 2e klik 4 √25 = 5 3 x 5 = 15 60 : 15 = 4
24 : 2 x √16 = Het antwoord zit onder de 2e klik 48 √16 = 4 24 : 2 = 12 12 x 4 = 48
√25 + √36 = Het antwoord zit onder de 2e klik 11 √25 = 5 √36 = 6 5 + 6 = 11
8 x 22 + 6 : 2 = 35 Het antwoord zit onder de 2e klik
Wortel van een getal is meestal geen mooi getal Je hebt een rekenmachine nodig…. En je moet afronden…. Afronden: zie volgende dia Voorbeelden √20 = 4,4721.. √34 = 5,8309.. √88 = 9,3808..
Afronden op 2 decimalen Op 1 decimaal 9,80 ┐ 9,81 ┤ 9,82 ┤= 9,8 9,83 ┤ 9,880 ┐ 9,881 ┤ 9,882 ┤= 9,88 9,883 ┤ 9,884 ┘ 9,885 ┐ 9,886 ┤ 9,887 ┤= 9,89 9,888 ┤ 9,889 ┘ Op 1 decimaal 9,80 ┐ 9,81 ┤ 9,82 ┤= 9,8 9,83 ┤ 9,84 ┘ 9,85 ┐ 9,86 ┤ 9,87 ┤= 9,9 9,88 ┤ 9,89 ┘ Dus: 0 t/m 4 valt weg 5 t/m 9 cijfer daarvoor een ophogen
Voorrangsregels bij rekenen 2 Eerst haakjes uitwerken Wortel en kwadraat op volgorde dat je het tegenkomt Keer en gedeeld door op volgorde dat je het tegenkomt Erbij en Eraf op volgorde dat je het tegenkomt succes met de test Dus: ( ) √ ..2 X : + -