GELOOF AAN DE GODEN Thema’s uit de godsdienst- geschiedenis van de antieke wereld Dr. F.G. Naerebout f.g.naerebout@hum.leidenuniv.nl www.oudegeschiedenis.info
College-thema’s 1 Inleiding: religie en religies 2 Cosmologie: bovennatuurlijke wezens [Deities and demons; Mono-theism and polytheism] 3 Cosmologie: mythe [Cosmology: time and history; Myth; Theology, theodicy, philosophy; Myth and sacred narrative ] ‘Heilige’ tijd en ruimte [Sacred times and spaces] (On)reinheid [Pollution, sin and atonement; Sin, pollution and purity] Ziekte en dood [Illness and other crises; Death, afterlife and other last things] Intermediairs [Religious personnel] Tekst(en) [Religion and writing; Sacred texts and canonicity] Offer [Sacrifice, offerings, and votives] Divinatie [Divination and prophecy] Mousikē Mysterieculten [Mysteries] Magie [Magic] Synthese: een religie temidden van de religies van de antieke wereld
Cosmologie: bovennatuurlijke wezens
Bovennatuurlijke wezens Zijn met velen. Polytheisme: ‘veelgodendom’, dient letterlijk genomen. Vele goden in vele pantheons. Vormen een hiërarchie: grote goden, mindere goden, demonen, halfgoden, enzovoort, in talloze varianten. Vormen geen scherp afgegrensde categorie: denk met name aan de vergoddelijkte mens (levend of dood). Polytheïsme is een ‘open systeem’: pantheons zijn dynamisch.
Manifesteren zich op talloze wijzen. Kunnen zichtbaar zijn – maar in welke gedaante? Kunnen op bepaalde wijzen door de gelovigen worden gevisualiseerd. we moeten onderscheiden: 1 (vermeende) werkelijke vorm 2 (vermeende) manifestatie, zichtbare vorm 3 visualisatie (hoe afgebeeld)
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 1) An-iconische voorstellingen (baityloi; symbolen), pars pro toto, de overgang naar antropomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 2) (gedeeltelijke) antropomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 3) (gedeeltelijke) teriomorfie
Bovennatuurlijke wezens: visualisaties 4) géén visualisatie
Maar visualisatie is een krachtige neiging!
Overal en altijd omgeven door vele bovennatuurlijke wezens. Consequenties: Een moeilijk ‘systeem’: “hoe vind ik de juiste god?” Een open ‘systeem’ – voor mensen en voor ‘vreemde’ goden. Polytheïsme is inherent instabiel, en zeer dynamisch, en kiest dat bewust als uitgangspunt: “wie zijn we vergeten?”
Bovennatuurlijke wezens: polytheïsme en monotheïsme Zijn de bekende monotheïsmen wel monotheïstisch? Of slechts polytheïsmen met een aangepaste hiërarchie? Zijn de bekende polytheïsmen wel polytheïstisch? Of eenheid in veelheid? Wat dacht de gemiddelde antieke gelovige? Monolatrie en henotheïsme zijn oplossingen voor de polytheïst die het allemaal teveel wordt – maar monolatrie en henotheïsme zijn geen monotheïsme!
Conclusie De overgrote meerderheid van de mensen in de oudheid was polytheïst; deze mensen leefden in “a world full of gods”. Die veelheid aan bovennatuurlijke wezens is tegelijk geruststellend en verontrustend, behulpzaam en verwarrend. Basisregel in de omgang met de bovennatuur: je moet mensen en goden niet door elkaar halen. De mens is beperkt tot de sfeer der natuur; de goden bewegen zich in de bovennatuur én de natuur (ze kunnen ingrijpen in de menselijke wereld).