Oefenopgaven bij ABC toets

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H20:Voorraadwaardering
Advertisements

Procenten Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop prima rekenen met procenten Elke keer als je klaar bent met lezen, klik je op een toets.
Gecijferdheid Negatieve getallen.
Voorrangsregels bij rekenen (2)
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Gemiddelde * gemiddeld aantal punten * gemiddelde snelheid per uur
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van.
METRIEKE STELSEL Museum Ouder-Amstel.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
Indexcijfers indexcijfers zijn geen percentages!
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
Rekenen Cito M5 oefenen.
Rekenen Cito M6 oefenen.
De verschillende fasen in de elektronische noterings- procedure.
Overheidsinterventie 2
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
SOM 2 REMMENDE HARDLOPER
Meten Grootheden kun je meten in eenheden. Tijd seconde Luchtdruk bar
Oefenopgaven bij ABC toets Opgaven 3 & 4. Moeilijke optelsommen kun je oplossen door slim ”overzetten” = ←2←2 Nu jij... schrijf de stappen.
Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’
Oefenopgaven bij ABC toets
Hoofdstuk 2: § 2.1: Procenten
Krachten en verkeer.
REKENEN.
inkoopprijs – verkoopprijs winst – verlies
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Regels voor het vermenigvuldigen
Lineaire functies Lineaire functie
Regelmaat in getallen … … …
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
Regelmaat in getallen (1).
Agenda  Les 37 tm 40  wkn 02 en 03  hs 11 eigen vermogen  bestuderen par 11.1 tm 11.4 maken wb vragen 11.1 tm
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
NVvW, Veenendaal, 3 november 2012 Willem Uittenbogaard samen delen…
Je wilt een 3 cm hoge dia, scherp en volledig, op een 4,5 m
Plaats en tijd opgave 1 25 s 26 s 27 s a) Baan 4. b) (De zwemmer is weer bij het Startpunt) c) Na 76 s is afgelegd:
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Een bakje kwark kost € 1,27. Hoeveel kosten vijf bakjes? 5 x € 1,27 = 5 x € 1,00 = € 5,00 5 x € 0,20 = € 1,00 5 x € 0,07 = € 0, € 6,35 Een.
Schaalnotatie: 1 cm is in werkelijkheid cm Afstandslijn: 1 cm is in werkelijkheid 1,5 km
Vraagje: Is deelbaar door 2? En door 3? En 4? En 6?
Opgave blok 3 les 9 opg 2 opdrachtenboek.  Regel 1: Hoeveel heb ik te verdelen?  Trek de twee bekende getallen van elkaar af.  Vind je het lastig om.
Uitleg Russisch delen.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Standaard-bewerkingen
Vergelijkingen oplossen
2.1 Vergrotingsfactor Vergrotingsfactor cm : 40 cm = 787,5
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Groepje van: Marieke, Lars, Tobias, Anouk N, Maritha & Lisa
ware bewering niet ware bewering open bewering
Berekening middel en water
Grote getallen.
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Vergelijkingen oplossen
Centrummaten en Boxplot
Vraagstuk: korting ( type 1)
Vraagstukken: intrest
Rekenen 17 januari.
welke hoef je niet te leren?
Bits & bytes.
De tafel van 4.
Blok 1A Quiz week 1 (T) Leerdoelen vr. 1 en 2: Cijferend optellen en aftrekken tot met 2 of 3 getallen; Leerdoelen vr. 3 en 4: Breuken: een deel.
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Rekenen met grote getallen
Transcript van de presentatie:

Oefenopgaven bij ABC toets

Daar ben ik gek op. Ik weet precies hoeveel elk cijfer waard is Grote getallen ? Daar ben ik gek op. Ik weet precies hoeveel elk cijfer waard is De afstand naar de maan is 384.450 km. Hoeveel is elk cijfer waard ? 384.452km 2 x 1 = 2 km € 7.243.425,- 5 losse euro´s 384.452km 5 x 10 = 50 km € 7.243.425,- 2 x 10 = 20 euro 384.452km 4 x 100 = 400 km € 7.243.425,- 4 x 100 = 400 euro 384.452km 4 x 1000 = 4000 km € 7.243.425,- 3 x 1000 = 3000 euro 384.452km 8 x 10.000 =80.000 km € 7.243.425,- 4 x 10.000 = 40.000 euro 384.452km 3 x 100.000 =300.000 km € 7.243.425,- 2 x 100.000 = 200.000 euro € 7.243.425,- 7 x 1.000.000 = 7.000.000 euro

Nederland heeft 16.669.112 inwoners. Hoeveel is de 9 waard? Hoeveel is de 1 waard? Een blauwe vinvis kan 168.899 kg wegen. Zet de som erbij! Hoeveel is de 4 waard? De omtrek van de aarde is 40.075 km 9 x 1000 = 9000 inwoners 1 x 100.000 = 100.000 kg 4 x 10.000 = 40.000 km 7 x 1.000.000 = 7.000.000 bytes De grootte van deze hardeschijf is 7.382.556 byte Hoeveel is de 7 waard?

manier 1 : bij elkaar brengen Op deze pallet staan 27 tv´s. Lediamarkt koopt 513 toestellen. Hoeveel pallets zijn dat? manier 1 : bij elkaar brengen 10 pallets = 270 tv´s 10 + 5 pallets = 405 tv´s 10 + 5 pallets =….. tv´s steunsommen 10 + 5 + 5 pallets = 540 tv´s 10 + 5 + 5 pallets = …. tv´s 1 pallet: 1 x 27 = 27 tv´s Hoeveel tv´s teveel? 2 pallets: 2 x 27 = 54 tv´s 27 stuks, dat is 1 pallet 10 pallets: 10 x 27 = 270 tv´s Dus: 20 pallet – 1 = 19 pallets 5 pallets: 5 x 27 = 135 tv´s

Op deze pallet staan 27 tv´s. Lediamarkt koopt 513 toestellen Op deze pallet staan 27 tv´s. Lediamarkt koopt 513 toestellen. Hoeveel pallets zijn dat? manier 2 : wegnemen 1 pallet: 1 x 27 = 27 tv´s 2 pallet: 2 x 27 = 54 tv´s 10 pallet: 10 x 27 = 270 tv´s 5 pallet: 5 x 27 = 135 tv´s steunsommen Haal 10 pallets weg : 513 – 270 = …. Haal 10 pallets weg : 513 – 270 = 243 Haal 5 pallets weg : 243 – 135 = 108 Haal 5 pallets weg : 243 – 135 = …. Haal 2 pallets weg : 108 – 54 = …. Haal 2 pallets weg : 108 – 54 = 54 Haal 2 pallets weg : 54 – 54 = …. Haal 2 pallets weg : 54 – 54 = 0 10 + 5 + 5 pallets = 19 pallets

In een rek passen 12 fietsen. Op het schoolplein staan 336 fietsen. In een doos zitten 8 glazen. De eigenaar van een restaurant koopt 216 glazen. Hoeveel dozen zijn dat ? In een rek passen 12 fietsen. Op het schoolplein staan 336 fietsen. Hoeveel rekken zijn dat ? 1 rek: 1 x12 = 12 2 rekken: 2 x 12 = 24 10 rekken: 10 x 12 = 120 5 rekken: 5 x 12 = 60 1 doos: 1 x 8 = 8 2 dozen: 2 x 8 = 16 10 dozen: 10 x 8 = 80 5 dozen: 5 x8 = 40 1 doost: 1 x 8 = 2 dozen: 2 x 8 = 10 dozen: 10 x 8 = 5 dozen: 5 x8 = 10 rekken: 120 (10 + 10) 20 rekken: 240 (10 + 10 + 5 ) 25 rekken: 300 (10 + 10 + 5 + 2 ) 27 rekken: 324 (10 + 10 + 5 + 2 + 1 ) 28 rekken: 336 10 dozen: 80 (10 + 10) 20 dozen: 160 (10 + 10 + 5 ) 25 dozen: 200 (10 + 10 + 5 + 2 ) 27 dozen: 216