Zenuwstelsel D17.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Regeling 4H.
Advertisements

Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Regeling Thema 6.
De hersenen en het zenuwstelsel.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Quiz.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
4. Het autonome zenuwstelsel
4. De hersenen.
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Communiceren Module 5.
Centrale Zenuw Stelsel
& Beeldvormingstechnieken
Thema 6: Regeling Basisstof 4.
Thema 6: Regeling Basisstof 3
& Beeldvormingstechnieken
Thema 6: Regeling Basisstof 6.
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
De weg die impulsen afleggen
Zenuwstelsel Hormoonstelsel
Ontvanger prikkel = receptor Zenuwstelsel = conductor = geleider
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Thema 6: Regeling Basisstof 3, 4 en 5.
Onderdelen van de hersenen
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
EHBO I Les 2.
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Thema 31 Zenuwstelsel en spieren
Het Perifere zenuwstelsel
Thema 4: Waarneming en Regeling
Het zenuwstelsel.
Niet zenuwachtig worden, he?
Spieren en spierstelsel
Het hormoonstelsel 4 havo.
THEMA 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 ONDERDEEL HERSENEN.
waarneming en regeling !
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel
Thema 6: Regeling Basisstof 6 en 7.
Het zenuwstelsel Zorgt voor de coördinatie van activiteiten in weefsels en organen, vegetatieve en animale functies, de buitenwereld en onze gevoelens.
Hoofdstuk 4 Paragraaf 3: Het zenuwstelsel. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 3  Maken paragraaf 3.
Thema 6 Regeling en waarneming B. Stof 3 Zenuwstelsel Par Zenuwcellen en 31.4 Zenuwstelsel.
Anatomie en Fysiologie
Regeling.
Waaruit is het menselijk lichaam opgebouwd?
Hst. 2 Het zenuwstelsel.
Neurologie Noorderpoort Medische Kennis (LF1 P2)
Les Orgaanstelsels 11.1 Organisatieniveaus Orgaanstelsels en hun niveau 12 Topografie 12.1 Anatomische houding 12.3 Plaatsaanduidingen 12.5.
De werking van het zenuwstelsel.
& Beeldvormingstechnieken
Kennisblokken 1 en 3.
Thema 6: Regeling.
& Beeldvormingstechnieken
Thema 6: Regeling Basisstof 1 en 2
Het hormoonstelsel Thema 6 Basisstof 8 blz
Anatomie & Fysiologie Gezondheid VE31.
Regeling 3 VMBO - BB.
3.5 Hersenen 1 HV.
Het zenuwstelsel Hoofdstuk 9.
Zenuwcellen en zenuwen
Soorten Spierweefsel.
Transcript van de presentatie:

Zenuwstelsel D17

Planning vandaag Uitleg KT1 (kennisexamen) Kort stukje theorie over zenuwstelsel Groepsopdracht

Kt1 (kennisexamen) KT1 is een multiple choice examen van 40 vragen Theorie van deze periode wordt getoetst, maar ook van LF1 en LF2! Hier dus ook vast mee beginnen te oefenen Dit geldt ook voor O&A

zenuwstelsel Ons zenuwstelsel kunnen we indelen in 2 delen, namelijk: Anatomische indeling (bouw en ligging) Functionele indeling (de werking) Anatomische indeling: Centrale zenuwstelsel Perifere zenuwstelsel Functionele indeling: Animaal zenuwstelsel Vegetatief zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel Bestaat uit: Hersenen Grote hersenen (cerebrum) Tussenhersenen Hersenstam Kleine hersenen (cerebellum) Ruggenmerg: bundel van zenuwbanen die vanuit de hersenen door de wervelkolom naar de rest van het lichaam loopt.

Bescherming CZS Het centrale zenuwstelsel wordt beschermd door: Schedel (hersenen) Wervels (ruggenmerg) Liquor (hersenvocht = schokbreker) diagnostisch onderzoek d.m.v. lumbaalpunctie.

Taak cZS Het centrale zenuwstelsel is het controlecentrum van het zenuwstelsel en heeft grofweg 3 functies: Ontvangen van informatie van zintuigen over onze omgeving en over ons eigen lichaam: sensorische informatie Informatie verwerken en verbinden met andere informatie (dingen die bijvoorbeeld al in ons geheugen zijn opgeslagen) De verwerkte informatie wordt gebruikt om spieren en organen aan te sturen.

Perifeer zenuwstelsel 12 paar hersenzenuwen 31 paar ruggenmergzenuwen Sympathische grensstreng Hersenzenuwen: ontspringen uit de hersenstam. Ruggenmergzenuwen (nervi spinales): hier ontspringen gemengde zenuwen tot kleinste vertakkingen Sympathische grensstreng: kralensnoer links en rechts langs de wervelkolom Hersenzenuwen worden ook wel craniale zenuwen genoemd (crania=schedel). Elke hersenzenuw heeft zijn eigen functie. Ze hebben een belangrijke functie in onze zintuigen. Een deel van de zenuwen is sensorisch (geeft informatie door aan de hersenen). Andere hersenzenuwen zijn motorisch en geven aansturing vanuit de hersenen naar spieren om zo hun functie uit te voeren.

Functie perifeer zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel zorgt voor de verbinding vanaf de hersenen en ruggenmerg naar de rest van je lichaam (organen en weefsels) Zorgt ervoor dat signalen van je zintuigen bij je hersenen terecht komen. Ook zorgt het perifere zenuwstelsel ervoor dat de signalen vanuit je hersenen terecht komen bij je spieren en organen.

Animaal zenuwstelsel Regelt vooral de bewuste reacties en de reflexen Betrokken zijn zintuigen en skeletspieren Staat onder invloed van de wil Centra liggen voornamelijk in grote hersenen. Wordt ook wel willekeurig zenuwstelsel genoemd.

Vegetatief zenuwstelsel Regelt vooral de werking van de inwendige organen. Staat niet onder invloed van de wil. Voor de onbewuste functies Verantwoordelijk voor werking en coördinatie van inwendige organen, o.a. hartslag en spijsvertering Orgaanstofwisseling, groei, temperatuur, slaap en voortplanting Wel sterk beïnvloed door onze emotie (angst/zenuwen  diarree/obstipatie) Onwillekeurig of autonome zenuwstelsel!

Vegetatief zenuwstelsel Onderverdelen in 2 tegengestelde werkingen: Sympathische werking Parasympatische werking (tegengestelde werking van elkaar: antagonisme). Sympathisch (gaspedaal!): versnelling hartslag en ademhaling, door verhoging glucosegehalte -> energie. Activiteit spijsvertering daalt, pupillen oog wijder, doorbloeding huid minder. Parasympathisch (acculader, lichaam in rust): daling hartslag en ademhaling, verlaging glucosegehalte. Activiteit spijsvertering omhoog, pupillen vernauwd, doorbloeding huid neemt toe.

Groepsopdracht Pak colleges van vorig jaar erbij, zoek informatie op op internet, gebruik je boeken, etc. Op het A3 dat je als groepje van mij krijgt, beschrijf je zo uitgebreid mogelijk (dus met alle informatie die je kunt vinden) het zenuwstelsel van het menselijk lichaam. De poster/A3 moet zo uitgebreid zijn, dat je alle informatie m.b.t. het zenuwstelsel vanuit deze poster kunt leren voor de KT1. De poster hoeft niet een tekstboek te worden, maar moet wel compleet zijn. Laat je fantasieën de vrije loop  Hierna