“Geteld en betaald”.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
05 Het Hemelse Heiligdom Gezegende Sabbath “Gods woonplaats...”
Advertisements

Handelingen 7: 44 De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar.
Maar wat zeg jij?.
Parasjah (=“gedeelte”) van vandaag
Verbonden … Van boven bekeken
GENADE = FEEST Of toch niet?.
Zie hoe Jezus daar loopt....
Verander je wereld 1 Koningen 3:5-7
De dorsvloer.
Exodus 4 13 Exodus 4 13 Maar Mozes zei: ‘U moet het me niet kwalijk nemen, Heer, maar kunt u niet iemand anders sturen?
VAN DE AFGODEN DIE WE AANBIDDEN EN DE WONDEN DIE WE DRAGEN
Gods aanwezigheid maakt het verschil. Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef.
Thema: Je bent geliefd… wees een zegen! Zondag 23 november 2014.
Shema Yisrael … de ENE God…. Shema' Jisrael, Adonai Eloheinu, Adonai echad.
Welkom Voorganger: ds. H. Torenbeek Ouderling van dienst: Marja van der Velde Organist: Erik Hofstede Schriftlezingen: Exodus 30: Marcus 12:
Ieue - Jireh Genesis 22: En het gebeurde na deze dingen dat de God (Elohim) Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie,
1 Mozes Zondag 7 augustus Binnen 5 minuten gaat het over…
Corsodienst 21 augustus corso bouw je samen. Ds. : Mw Marijn Rohaan. Ouderling : Joke Nijhuis Organist : Johan Bredewout Schriftlezingen : Exodus 17: 9-13.
Genesis 22:1-19 (HSV) En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik. Hij zei:
Johannes 16:5-8 5 En nu ga Ik heen naar Hem Die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat U heen? 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u.
Een heilig priesterschap
Ben je blind of zo? Intro: Blind zijn, is ook Al ziende blind zijn.
Toren van Dubai.
Avondmaalsformulier 5 Christus gedenken
Simson (3) 24 september 2017 Urk.
Les 16 Stortplaats Wat doe ik hier vandaag?
Blok III Het gebed In de lessen 15 t/m 20 leer je hoe je kunt bidden.
Les 2 Naar boven kijken Wat doe ik hier vandaag?
Les 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? Ik leer mijn Vader beter kennen.
Waar begin je aan? 1.
Toen men dit hoorde, voegde Hij er nog een gelijkenis aan toe, daar Hij dichtbij Jeruzalem was en men meende, dat het Rijk Gods onmiddellijk ging verschijnen. Hij.
Les 15 Jezus sterft Wat doe ik hier vandaag?
Les 8 Bidden kun je leren.
Les 7 De Vader straft Wat doe ik hier vandaag?
1.
Wat doen we? Joh 11:
Blok III De wet In de lessen 14 t/m 20 ontdek je welke betekenis
Marcus 2: 1-12 Jezus ging naar het dorp Kafarnaüm.
Les 6 Jezus geeft onverdiende liefde
Blok II God de Vader God bestaat uit drie personen.
Blok III God de Zoon In de komende zes lessen leer je God de Zoon beter kennen door te kijken naar wat Hij gedaan heeft en nu nog doet.
Wat vind jij van het christelijk geloof?
Ik weet bij wie ik terecht kan met alles wat er in mijn leven speelt.
Ik leer dat ik met anderen steeds weer respectvol moet omgaan.
Les 4 Twijfelen Wat doe ik hier vandaag?
Les 6 De Vader roept Wat doe ik hier vandaag?
Les 12 De Zoon verlost Wat doe ik hier vandaag?
Les 14 De Zoon bidt Wat doe ik hier vandaag?
Les 17 De Geest spreekt Wat doe ik hier vandaag?
Elia gaat voor in opdragen
Jer. 6:16 - Vragen naar de bekende weg
Het Woord van onze God Ezechiël 37.
DELEN.
De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!
29 januari 2017.
Serie: geven Rentmeesterschap.
werd op het kruis onze schuld betaald?
3 Mogen ​liefde​ en trouw je nooit verlaten,
De binding van Jitschaq – Genesis 22
De waarheid is massief.
het wollen vacht op de dorsvloer
Hemelvaart Wolken.
De brief aan de gemeente van Thyatira (Op. 2:18-29)
Welkom Voorganger: Ds. J.A. Berkheij Ouderling van dienst:
Het offer van Abraham 1 april 2018 Hendrik Ido Ambacht.
De bruiloft in Kana 3 maart 2019 Hendrik Ido Ambacht.
Genesis 44:18-47:27 Ezechiël 37:15-28 Lukas 24:30-48
Tot volmaaktheid gebracht
Psalm 46.
HET RIJK IS MIDDEN ONDER ONS HE RIJK IS MIDDEN ONDER ONS
Transcript van de presentatie:

“Geteld en betaald”

David

1 Kronieken 21: 1-27 1Satan​ keerde zich tegen Israël en zette ​David​ ertoe aan in Israël een volkstelling te houden. 2De ​koning​ zei tegen ​Joab​ en tegen de bevelhebbers van het ​leger: ‘Houd in Israël een volkstelling, van Berseba tot Dan, en breng mij de uitslag, zodat ik weet hoe groot het is.’ 3Joab​ antwoordde: ‘Al zou de HEER zijn volk nog honderdmaal zo groot maken als nu, mijn heer en ​koning, het blijven allen dienaren van mijn heer. Dus waarom wilt u dit? Waarom zou u schuld op Israël laden?’ 4Maar het woord van de ​koning​ was wet, dus ging ​Joab​ op ​weg. Hij trok heel het land door, en ten slotte kwam hij weer terug in ​Jeruzalem. 5Hij meldde de uitkomst van de volkstelling aan ​David: Israël telde één miljoen honderdduizend mannen die de wapens konden hanteren en Juda vierhonderdzeventigduizend. 6Omdat de opdracht van de ​koning​ ​Joab​ tegen de borst stuitte, had hij de stammen Levi en Benjamin niet ingeschreven. 7Het was slecht in Gods ogen dat dit was gebeurd, daarom strafte hij Israël. 8Hierop zei ​David​ tegen God: ‘Ik heb ernstig gezondigd met mijn daad. ​Vergeef​ uw dienaar zijn ​zonde; ik ben een dwaas geweest.’ 9De HEER sprak tot Gad, de ​ziener​ van ​David: 

1 Kronieken 21: 1-27 (vervolg) 10‘Ga naar ​David​ en zeg hem: “Dit zegt de HEER: Hier heb je drie straffen. Kies er een uit; die zal ik je opleggen.”’ 11Gad ging naar ​David​ en zei tegen hem: ‘Dit zegt de HEER: Alsjeblieft, wat heb je liever? 12Drie jaar hongersnood, drie maanden – voortdurend belaagd door het ​zwaard​ van je tegenstanders – opgejaagd worden door je vijanden, of drie dagen getroffen worden door het ​zwaard​ van de HEER: de pest in het land, een ​engel​ van de HEER die in het hele gebied van Israël dood en verderf zaait? Zegt u maar wat voor antwoord ik moet geven aan degene die mij gezonden heeft.’ 13David​ antwoordde: ‘Ik ben in het nauw gedreven! Liever val ik in handen van de HEER, wiens mededogen zeer groot is, dan dat ik in mensenhanden val.’ 14De HEER liet in Israël de pest uitbreken. Zeventigduizend Israëlieten vonden de dood. 15God stuurde zijn ​engel​ ook naar ​Jeruzalem​ om daar dood en verderf te zaaien, maar toen hij het onheil zag dat werd aangericht, begon hij het te betreuren. ‘Genoeg!’ zei hij tegen de ​engel. ‘Laat je hand zakken!’ De ​engel​ van de HEER stond bij het bergterras waar de Jebusiet Ornan zijn graan ​dorste. 

1 Kronieken 21: 1-27 (vervolg) 16Toen ​David​ opkeek zag hij de ​engel​ van de HEER tussen aarde en hemel staan, het blanke ​zwaard​ uitgestrekt over ​Jeruzalem. ​David​ en de ​oudsten​ wierpen zich, gehuld in een boetekleed, ter aarde 17en ​David​ zei tegen God: ‘Ik was het toch die opdracht heeft gegeven tot een volkstelling? Ik ben het die gezondigd heeft; ik ben het die verkeerd heeft gehandeld. Maar deze arme schapen, wat hebben zij misdaan? HEER, mijn God, hef uw hand toch op tegen mij en mijn ​familie, in plaats van uw volk met deze plaag te treffen!’ 18De ​engel​ van de HEER droeg Gad op tegen ​David​ te zeggen dat hij naar de ​dorsvloer​ van de Jebusiet Ornan moest gaan om daar een ​altaar​ voor de HEER op te richten.19David​ ging naar boven, zoals Gad hem in naam van de HEER had opgedragen. 20Ook Ornan had, toen hij opkeek, de ​engel​ zien staan. Zijn vier zonen, die bij hem waren, verstopten zich, maar Ornan ging door met ​dorsen. 21David​ ging naar Ornan. Zodra hij ​David​ zag naderen, ging hij hem vanaf de ​dorsvloer​ tegemoet en knielde voor hem neer.

1 Kronieken 21: 1-27 (vervolg) 22David​ zei tegen hem: ‘Verkoop mij het terrein waarop u uw graan dorst, zodat ik er een ​altaar​ kan bouwen voor de HEER. Ik zal u er de volle prijs voor betalen, zodat het volk van deze plaag wordt verlost.’ 23Ornan antwoordde: ‘Neem het, mijn heer en ​koning, en doe wat goed is in uw ogen. Alstublieft: mijn runderen voor het ​brandoffer, mijn ​dorsslede​ als brandhout en mijn koren voor het ​graanoffer, dit alles schenk ik u.’ 24‘Nee,’ antwoordde ​koning​ ​David, ‘ik wil er de volle prijs voor betalen. Ik ga niet iets dat van u is aan de HEER opdragen, en geen ​brandoffer​ brengen dat me niets heeft gekost.’ 25David​ betaalde Ornan zeshonderd ​sjekel​ goud voor het terrein. 26Hij bouwde er een ​altaar​ voor de HEER en bracht ​brandoffers​ en vredeoffers. Hij riep de HEER aan, en de HEER antwoordde hem door vanuit de hemel vuur te laten neerdalen op het ​altaar​ waarop het ​brandoffer​ lag. 27En de HEER droeg de ​engel​ op zijn ​zwaard​ weer in de ​schede​ te steken.

Vragen: Waarom was het zo verkeerd een volkstelling (legertelling) te houden? Wat bewoog David om een volkstelling te houden?

Exodus 30: 11-16 11De HEER zei tegen ​Mozes: 12‘Als je onder de Israëlieten een telling houdt, moeten allen die geregistreerd worden de HEER losgeld betalen voor hun leven, om te voorkomen dat de telling hun noodlottig wordt. 13Ieder die meegeteld wordt moet een halve ​sjekel​ betalen, volgens het ​ijkgewicht van het ​heiligdom, twintig gera per ​sjekel; de heffing voor de HEER bedraagt de helft daarvan. 14Ieder die meegeteld wordt, iedereen van twintig jaar of ouder, moet deze heffing voor de HEER betalen. 15Rijken dragen als losprijs voor hun leven niet meer af dan een halve ​sjekel, armen niet minder. 16Het losgeld dat je van de Israëlieten in ontvangst neemt, moet gebruikt worden voor de dienst in de ​ontmoetingstent. De losprijs die de Israëlieten voor hun leven betalen, zal ervoor zorgen dat de HEER hen niet vergeet.’

1 Samuel 8: 6-8 6Samuel​ vond het ontoelaatbaar dat ze om een ​koning​ vroegen. Daarom richtte hij een ​gebed​ tot de HEER, 7maar die antwoordde: ‘Geef gehoor aan de stem van het volk, aan alles wat ze je vragen. Jou verwerpen ze niet. Ze verwerpen juist mij als hun ​koning. 8Zo is het altijd gegaan, vanaf de dag dat ik hen uit ​Egypte​ heb geleid tot nu toe. Ze hebben mij de rug toegekeerd en ​andere ​goden​ gediend, en zo vergaat het nu ook jou.

Vragen: Waarom was het zo verkeerd een volkstelling (legertelling) te houden? Wat bewoog David om een volkstelling te houden?

1 Johannes 1: 8-10 8Als we zeggen dat we de ​zonde​ niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons.9Belijden we onze ​zonden, dan zal Hij, die trouw en ​rechtvaardig​ is, ons onze ​zonden​ ​vergeven​ en ons ​reinigen​ van alle kwaad. 10Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is Zijn woord niet in ons.

1 Petrus 1: 18-19 18U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, 19maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van ​Christus. 1 Timotheus 2: 5-6 5Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens ​Christus​ ​Jezus, 6die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen