Hoofdstuk 7 en 8. Geheime kennis in de evangeliën van Hoofdstuk 7 en 8 Geheime kennis in de evangeliën van Marcus en van Thomas Griekse tekst van Marcus 4,11 ὑμῖν τὸ μυστήριον δέδοται τῆς βασιλείας τοῦ θεοῦ· ἐκείνοις δὲ τοῖς ἔξω ἐν παραβολαῖς τὰ πάντα γίνεται
Marcus 4,1: ‘Weer begon hij aan het Meer van Galilea onderricht te geven …’
Opbouw van Marcus 4,1-34 A 4,1-2 Narratieve inleiding B 4,3-9 Gelijkenis van het uitgezaaide zaad, gericht tot iedereen; de gelijkenis wordt omlijst door een oproep om goed te luisteren (4,3.9) C 4,10-25 Uitleg aan de beperkte groep van Jezus’ metgezellen: a vraag over het spreken in gelijkenissen en Jezus’ antwoord b uitleg van de gelijkenis over het uitgezaaide zaad c aanvullende beelden: de lamp en de maat B’ 4,26-32 Nog twee gelijkenissen over zaad, gericht tot iedereen A’ 4,33-34 Narratieve afsluiting
Vindplaats van de Nag Hammadi handschriften
Griekse Papyrus Oxyrhynchus 1, ontdekt in 1897, met fragmenten uit het Thomasevangelie
Begin van het Koptische Thomasevangelie
Het evangelie staat op naam van Thomas Didymus Thomas, El Greco, 1610-1614, Museo del Greco, Toledo
Parallellen tussen Marcus 4,1-34 en het Thomasevangelie passage Marcusevangelie Thomasevangelie Oproep om goed te luisteren 4,3.9.23.24 logia 8, 21, 24, 65, 96 Gelijkenis van het uitgezaaide zaad 4,3-9 logion 9 Geheime woorden zijn alleen bestemd voor Jezus’ leerlingen 4,11 logion 62 Het beeld van de lamp 4,21 logion 33 Wat geheim is, moet openbaar worden 4,22 logia 5 en 6 Uitspraak over geven en ontnemen 4,25 logion 41 Gelijkenis van het vanzelf groeiende zaad 4,26-29 logion 21 Gelijkenis van het mosterdzaadje 4,30-32 logion 20
Gelijkenis van het uitgezaaide zaad in het Thomasevangelie Jezus zei: ‘kijk, de zaaier ging erop uit, vulde zijn hand en strooide het zaad uit. Een deel viel op de weg. De vogels kwamen en pikten het op. Een ander deel viel op de rotsbodem. Het schoot geen wortel in de aarde en groeide niet op. Weer een ander deel viel tussen de dorens; die verstikten het zaad en de wormen aten het op. Nog een ander deel viel op de goede grond en bracht goede vruchten voort. Het leverde zestig en honderdtwintig keer zoveel op.’