Mengsels groenbemesters Presentatie WURKS groenbemesters, juni 2019
Voordelen mengsels hogere biomassa dan monoculturen meer bovengrondse biomassa meer ondergrondse biomassa (wortels) wortels hogere C/N-verhouding, meer C in bodem minder uitspoeling voedingsstoffen stabieler in de tijd (“veerkrachtiger”) er kiemt en groeit “altijd” wel een soort beter bestand tegen extreme weersomstandigheden betere beworteling
Voordelen mengsels aanvulling op elkaar in groei en bodembedekking vlinderbloemige: voegt stikstof toe uitbundig bloeiende soorten zeer aantrekkelijk voor insecten stevige soorten bieden steun aan minder stevige
Mogelijke nadeel: bodemparasieten kan schadelijk zijn gezien groenbemester en gewas in het volgende jaar: groenbemester goede waardplant: sterke vermeerdering van bodemparasiet(en) bij teelt van (heel) gevoelig gewas in volgend jaar: grote kans op schade en daardoor op opbrengst- en/of kwaliteitsverlies bij sommige groenbemesters is waardplant status voor aaltjes, bodemschimmels en bodemplagen onbekend
Praktische wenken zelf mengen of ‘kant en klaar’ mengsel kopen lagere kosten soorten kiezen specifiek t.a.v. perceel (o.a. gezien aan- of afwezigheid bodemparasieten) let op mogelijke ontmenging in zaaimachine neem gemiddelde zaaidiepte voor de soorten
Praktische wenken: zaaizaad hoeveelheden globale richtlijn hoeveelheid zaad per component: hoeveelheid zaad in monocultuur / aantal soorten in het mengsel. snel groeiende soort: minder zaad vlinderbloemigen: meer zaad verhouding vlinderbloemigen / niet-vlinderbloemigen: N-rijke stoppel: minder vlinderbloemigen N-arme stoppel: meer vlinderbloemigen
Enkele specifieke soorten voor mengsels vlas niger daikon (“tillage rammenas”) lupine deder boekweit zonnebloem (parel)gierst
Vlas (Linum usitatissimum): algemeen kiemt bij temperaturen vanaf 3 tot 4 graden groeit snel bij droog en warm weer lage stikstof behoefte stevig gewas vorstgevoelig weinig bovengrondse biomassa goede beworteling
Vlas: bodem en aaltjes geschikt voor alle grondsoorten, mits pH-KCl > 4.5 gevoelig voor slechte structuur plant-parasitaire aaltjes: matige waardplant voor wortellesieaaltjes (P. penetrans) slechte waardplant voor het Noordelijk wortelknobbelaaltje (M. hapla) geen waardplant voor: graswortelknobbelaaltje (M. naasi), maiswortelknobbelaaltje (M. chitwoodi), stengelaaltjes (D. dipsaci), bietencysteaaltjes, aardappelcysteaaltjes
Vlas: bodemschimmels en plagen kan aangetast worden door de bodemschimmels: rattenkeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum) Fusarium (Fusarium oxysporum f.sp. lini) Pythium megalacanthum (“vlasbrand”) niet gevoelig voor slakken gevoelig voor aardvlooien
Niger (Guizotia abyssinica) afkomstig uit Ethiopië, houdt van warmte oliehoudend zaad verontreiniging van het zaad met warkruid is risico zaaien voor half augustus vormt veel biomassa en onderdrukt onkruid goed zeer gevoelig voor lagere temperaturen: sterft al af bij 4 graden boven nul, geen risico op hergroei in voorjaar intensieve en diepe beworteling zeer aantrekkelijk voor slakken
Daikon/Tillage rammenas (Raphanus sativus ssp longipinnatus) omvangrijke wortelstelsel (worteldiameter: 5–10 cm) wortel verteert goed, veroorzaakt “ponsgaten” in bodem geschikt voor alle grondsoorten vorstgevoelig stikstofbehoeftig, daarom in mengsel telen met vlinderbloemigen neemt goed stikstof uit bodem op, ook uit diepere lagen goede vertering, opgenomen stikstof komt daardoor goed beschikbaar voor volggewas
Lupine (Lupinus albus of Lupinus angustifolius) vlinderbloemige, eiwitrijk gewas voor menselijke consumptie, veevoer en groenbemester blauwe lupine: op kalkarme grond, pH-KCl 5 – 6,8 sommige rassen witte lupine geschikt voor kalkrijke grond tot pH-KCl 8 diepere beworteling dan veel andere vlinderbloemigen
Deder (Camelina sativa) kruisbloemige afkomstig uit West-Afrika zeer snelle grondbedekking, goede onkruidonderdrukking bloeit vroeg en zaad rijpt snel (100 dagen na zaai) bloeiend gewas is aantrekkelijk voor bijen oliehoudend zaad kan opslag problemen geven, daarom zaadvorming voorkomen (vroeg maaien) vorstgevoelig
Boekweit (Fagopyrum esculentum) gewas voor productie van glutenvrij meel stelt weinig eisen aan de grond weinig gevoelig voor droogte groeit en bloeit snel bloeiend gewas is aantrekkelijk voor bijen opslag uit zaad kan problemen geven
Zonnebloem (Helianthus annuus) snelle bodembedekking diepe beworteling veel biomassa biedt in mengsel stevigheid aan andere soorten vorstgevoelig bodem: vochthuishouding vatbaar voor rattenkeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum) aantrekkelijk voor slakken
Gierst (Panicum soorten) verzamelnaam: parelgierst, vingergierst, pluimgierst etc. Sorghum (Sorghum bicolor) is ook een gierstsoort Pluimgierst (Panicum miliaceum), naast groenbemester ook geteeld voor consumptie (couscous, glutenvrij meel en vogelvoer) Uitval van zaad kan voor opslag problemen zorgen
Parelgierst (Pennisetum glaucum) in Afrika gewas voor productie van glutenvrij meel biedt in mengsel stevigheid aan andere soorten zeer vorstgevoelig bodem: voor lichte grond met lage pH-KCl bij warm weer veel biomassa en omvangrijk wortelstelsel, bij koud weer slechte groei kan bij warm weer 1 tot 4 meter hoog worden en dan in mengsel teveel overheersen