De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bewerken van groenbemesters

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bewerken van groenbemesters"— Transcript van de presentatie:

1 Bewerken van groenbemesters
Presentatie WURKS groenbemesters, 2019

2 Bewerken en/of inwerken groenbemesters
tijdstip van inwerken methode van bewerken of inwerken overig

3 Voordelen vroeg bewerken
vervroeging vertering (hoge C-N/verhouding) kleiner risico op zaadvorming minder risico op hergroei minder risico op zaadvorming onkruid snellere opwarming en opdroging van grond

4 Voordelen laat bewerken
langere periode N-opname en N-overdracht vermindert uitspoeling bij lage C/N-verhouding beschermt bodem langer tegen erosie (wind en water) hogere organische stofproductie langer vasthouden bodemvocht langer onkruidonderdrukking bij goede bedekking meer voedsel en schuilplaats voor diverse (bodem)organismen (beter voor biodiversiteit)

5 Tijdstip bewerken/inwerken groenbemesters
tijdstip inwerken is afhankelijk van: organische stof productie biodiversiteit bevorderen preventie erosie mineralen (beschikbaarheid, verlies) onkruidonderdrukking bodemvocht aaltjes, ziekten en plagen voorkomen van zaadvorming

6 Tijdstip bewerken/inwerken groenbemesters
organische stof productie: voor maximale productie: zo laat mogelijk inwerken (laten staan zolang er groei is) biodiversiteit bevorderen: zo laat mogelijk inwerken groenbemester als voedsel en schuilplaats voor vogels, insecten, bodemleven (o.a. nuttige aaltjes en schimmels) erosie preventie: zo laat mogelijk inwerken geeft meer bescherming tegen wind (verstuiven) en water (verslemping)

7 Tijdstip bewerken en mineralen
na bewerken / inwerken begint de vertering en komen mineralen vrij opname door volggewas mogelijk verlies door uitspoeling of vervluchtiging snelheid vertering is afhankelijk van: bodemtemperatuur bodemvocht C/N-verhouding

8 Tijdstip inwerken, mineralen: vlinderbloemigen
meestal hoog N gehalte lage C/N-verhouding snelle vertering bij inwerken voor de winter: hoge kans op verlies N N verlies beperken door: mengsel met grassen (hoge C/N verhouding) laat inwerken (na de winter, winterharde vlinderb)

9 Tijdstip inwerken, mineralen: granen en grassen
Granen, grassen en ‘houtige’ groenbemesters: Houtig zijn bijvoorbeeld vlas en bladkool hoge C/N-verhouding en trage(re) vertering Bij gewas met C/N-verhouding groter dan 30 stikstof nodig voor vertering (“immobilisatie”) Inwerken minimaal 3 weken voor zaaien van volggewas wellicht extra N geven (kunstmest) in mengsel met soorten met lage C/N-verhouding (vlinderbloemigen)

10 Tijdstip inwerken, onkruidonderdrukking
groenbemester en onkruid: dichte stand groenbemester en goede onderdrukking onkruid => later inwerken dunne stand groenbemester en/of veel onkruid: => vroeg(er) inwerken bij niet-kerende (hoofd)grondbewerking: groenbemester als onderdrukking van onkruid in de winter na afmaaien groenbemester: “mulchlaag” kan bodem bedekken en onkruidkieming en –groei afremmen

11 Tijdstip inwerken en bodemvocht
verdampende groenbemester onttrekt vocht aan bodem vanaf oktober tot maart: “neerslagoverschot”: grond wordt (meestal) niet te droog door groenbemester als groenbemester na de winter wordt ingewerkt: inzaai volggewas voor half april: tijdig bewerken en inwerken c.q. ploegen om bodem te laten opdrogen inzaai volggewas vanaf half april: bodem droger door verdamping groenbemester (niet vroeg inwerken) vocht in bodem houden? Groenbemester tijdig maaien en massa op de bodem laten liggen (“isolatielaag” beperkt verdamping)

12 Tijdstip inwerken, ziekten en plagen
Bij aanwezige of te verwachten ziekten en/of plagen: eerder afbreken teelt slakkenschade te verwachten bij niet-kerende grondbewerking groenbemester vroeg in voorjaar inwerken, opdrogende grond verlaagt slakkenpopulatie en beperkt schade bonenvlieg: inwerken organische resten beperkt schade

13 Tijdstip inwerken, schadelijke aaltjes
vroeger inwerken beperkt vermeerdering bij één schadelijke aaltjessoort kies groenbemester die: schadelijke aaltjessoort bestrijdt Indien optie 1 niet mogelijk is: kies niet-waardplant (afname is gelijk aan ‘zwarte braak’) Indien optie 1 en 2 niet mogelijk zijn: kies slechte waardplant (geringe vermeerdering, lage populatie) meerdere schadelijke aaltjessoorten tegelijk (bijv.: Pratylenchus, Trichodorus en Meloidogyne soorten): dan zijn 1, 2 en 3 momenteel niet mogelijk: groenbemesterteelt binnen 6 weken afbreken geen groenbemester telen, compost gebruiken

14 Tijdstip inwerken: voorkomen zaadvorming
kruisbloemigen: bladrammenas en gele mosterd klepelen of maaien bij begin bloei vlinderbloemigen: vroeg gezaaide wikke klepelen of maaien grassen bij graszaad in bouwplan: voorkom ten allen tijde zaadvorming (bestrijding zeer moeilijk of onmogelijk) Italiaans raaigras en Westerwolds raaigras maaien voordat zaad gevormd wordt overige groenbemesters: facelia: bloeiend gewas rollen spurrie: aan begin van de bloei afmaaien

15 Methoden van bewerken / inwerken
ploegen maaien/klepelen rollen/kneuzen schijveneg cultivator frees

16 Methode van inwerken: ploegen
goede verdeling door bouwvoor nodig risico “inkuileffect”: veel organische massa in beperkte laag weinig zuurstof voor vertering => zure (blauwe) laag volggewas wortelt slecht bij goed ontwikkelde groenbemester of stevig zode: voorbewerking: maaien, klepelen, rollen, schijveneg, cultivator, frees eventueel: herbicide toepassen

17 Methode van inwerken: maaien / klepelen
sterke verkleining groenbemester daardoor snellere vertering betere menging door de grond mogelijk voorkom een natte compacte laag op de grond werk onder droge omstandigheden niet te lang voor het ploegen hoger maaien of klepelen eventueel “hoog” maaien tegen te hoog opschietend onkruid.

18 Methode van inwerken: rollen / kneuzen
bij ‘verhoute’ stengels is rollen mogelijk gewasresten komen niet als natte, compacte massa op bodem hoge capaciteit per uur, lager brandstof verbruik werkt beste bij vorst: stengels breken dan beter intensievere manier: een rol met bladen die snijden gewas wordt meer gekneusd, gebroken, gesneden en in zekere mate wat door de grond gemengd ook wel aangeduid als: “roller-crimper”

19 Methode van inwerken: schijveneg
gewas wordt verkleind en oppervlakkig ingewerkt vooral toegepast bij grote massa voor het ploegen ook bij zware zode van grassen of granen nadeel: bij veel neerslag ontstaat een “papperige” bovenlaag en na het ploegen een “inkuileffect”

20 Methode van inwerken: cultivator
toepasbaar bij niet te zware groenbemester of bij zware groenbemester die eerst geklepeld is maakt bodem los en bestrijdt onkruid werkt groenbemester massa tegelijk (deels) in kan soms ‘volstropen’ bij weinig ruimte in machine

21 Methode van inwerken: frees
soms nodig bij zware zode om kans op hergroei te verkleinen is zeer intensief, hoog brandstofverbruik na frezen nog een bewerking nodig om te voorkomen dat er in de bodem een “plaat” ontstaat

22 Overig: chemisch doden groenbemester
chemische doding groenbemester door niet-selectief herbicide met glyfosaat bevattend middel maatschappelijk minder gewenst doodt ook vele onkruidsoorten waaronder wortelonkruiden als klein hoefblad, kweek, akkerdistel, akkermelkdistel

23 Overig: niet-kerende grondbewerking
problemen bij niet-kerende grondbewerking met resten van groenbemester: opstropen bij zaaibed bereiding of het zaaien zelf belemmert kieming fijnzadige gewassen (ui, peen etc.) kies bij voorkeur vorstgevoelige groenbemester bij keuze van niet vorstgevoelige groenbemester, vroeg gezaaid volggewas: geen granen en grassen als groenbemester kiezen later gezaaid of geplant of gepoot volggewas: groenbemester tijdig bewerken (tijd voor afsterving en uitdrogen van gewasresten)


Download ppt "Bewerken van groenbemesters"

Verwante presentaties


Ads door Google