sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam- vormen - klankverandering in o.v.t. O.T.T. (zie zwakke werkwoorden) gehen heißen bieten biet e st t n ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie geh e st t en heiß e t en
sterke werkwoorden O.T.T. sprechen lesen les lies e t en ich du Uitzondering I: e/i-wissel Bij sterke werkwoorden met een –e- in de stam krijg je bij –du- en –er,sie,es- → i(e); lange –e- → -ie-(lesen), korte –e- → -i-(sprechen) O.T.T. sprechen lesen les lies e t en ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie sprech sprich e st t en
sterke werkwoorden O.T.T. géén e/i lange –e-, korte –i- gehen nehmen Uitzondering II: gehen/stehen zijn sterk, maar krijgen geen e/i-wissel Uitzondering III: geben, nehmen, werden, treten hebben een lange –e-, maar krijgen korte –i- O.T.T. géén e/i lange –e-, korte –i- gehen nehmen nehm nimm e st t en ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie geh e st t en