Wiskunde Blok 9, les 6.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Over voetbal enzo Hoeveel zeshoeken bevat een voetbal? Probleem:
Advertisements

havo B Samenvatting Hoofdstuk 10
Volumeberekening van omwentelingslichamen
Ruimtemeetkunde.
Hfdstk 9 WB Extra opgaven.
Herhaling gelijkvormigheid
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Piramide met vierkant grondvlak
wiskunde B-stroom Bisdom BRUGGE PB SO Geert Delaleeuw en Luc Gheysens
JWO eerste ronde 2003 –probleem 13
Affiene meetkunde.
Mechanische druk  .
Eigenschappen Ruimtelijke figuren
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Ruimtefiguren Alle dingen die ruimte innemen noemen we in de wiskunde ruimtefiguren. kubus balk bol kegel prisma piramide balk prisma cilinder.
∙ D C diameter 4 cm. middelpunt A 6 cm. B opgave 53 a teken b cirkel
De stelling van Pythagoras
Les 65 De omtrek en de oppervlakte van regelmatige en onregelmatige veelhoeken en vlakke figuren.
Ruimtefiguren.
Vorm en ruimte Hielke Peereboom
Oppervlakte Rechthoek.
Oppervlakte en inhoud.
Inhoud prisma en cilinder Eerst snel een LIVE uitleg Daarna een filmpje Daarna: KEIHARD WERKEN :D.
Inhoud van een balk en cilinder
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
De Oppervlakte van een cilinder
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Omtrek. 2 cm 8 cm2 cm + + += of 4 x 2 cm8 cm= Omtrek van een vierkant = 4 x z Omtrek van een veelhoek
vormleer (eigenschappen van diagonalen in vierhoeken)
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 5
gelijkheid van vorm en grootte precies dezelfde vorm en grootte
Vormleer: herhaling vlakke figuren
Vormleer: vlakke figuren omstructureren – oppervlakte grillige figuren
Ruimtelijke figuren.
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Meetkunde 5L week 16: Vierhoeken (synthese eigenschappen van zijden en hoeken) vlakke figuren niet - veelhoeken veelhoeken driehoeken vierhoeken...hoekenvijfhoeken.
Vorm.
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Meetkunde 5de leerjaar.
een raadselliedje met de vormen van de logiblokken
vormleer (eigenschappen van diagonalen in vierhoeken)
8.4 Oppervlakte bij vergroten Van vergrotingsfactor naar oppervlakte
Metend rekenen 5de leerjaar.
Bereken de inhoud van de kubus en balk
vlakke figuren © JvdW driehoeken vierhoeken veelhoeken ovalen/cirkels.
Veelhoeken ovalen/cirkels vlakke figuren vierhoeken driehoeken © JvdW.
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Hoofdstuk 13 figuren. Hoofdstuk 13 figuren Paragraaf 17.1 Vlakke figuren.
Omtrek, oppervlakte en inhoud
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Vierkant en kubus Vierkant en kubus Vierkant en kubus © André Snijers.
Driehoeken in de ruimte
Vierhoeken in de ruimte
De cilinder De cilinder De cilinder © André Snijers.
M3 2 Het volume van een piramide, een kegel en een bol M A R T X I
M2 2 De piramide, de kegel en de bol M A R T X I © André Snijers W K U
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
1. Driehoek 2. Grafiek 3. Oneven 4. Volle hoek 5. Kwadrant
Rechthoek en balk Rechthoek en balk Rechthoek en balk © André Snijers.
Vormen digibordpeuters
De cirkel De cirkel De cirkel © André Snijers.
Eerst balk, kubus, prisma en cilinder herhalen
En oppervlakte van ruimtefiguren
Blok 4L9.
oppervlakte en inhoudsmaten
Wiskunde daar zit wat in
Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren. Hoofdstuk 1 2D en 3D figuren.
Transcript van de presentatie:

Wiskunde Blok 9, les 6

CILINDER

Veelvlak of niet-veelvlak?

Veelvlak of niet-veelvlak?

Veelvlak of niet-veelvlak

Veelvlak of niet-veelvlak?

Veelvlak of niet-veelvlak?

Veelvlak = Niet-veelvlak = Uitsluitend veelhoeken als grensvlakken Wordt ook begrensd door niet-veelhoeken

Veelvlak of niet-veelvlak?

ONTVOUWINGEN

BOVENVLAK MANTEL GRONDVLAK

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bij een ontvouwing van een ruimtefiguur krijgen we alle ………… te zien van de figuur.

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bij een ontvouwing van een ruimtefiguur krijgen we alle grensvlakken te zien van de figuur. Bv. Kubus:

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bij een ontvouwing van een ruimtefiguur krijgen we alle grensvlakken te zien van de figuur. Bv. Kubus: 6 x vierkant Balk: grondvlak = ……… voorkant = ………. + 2 ………

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bij een ontvouwing van een ruimtefiguur krijgen we alle grensvlakken te zien van de figuur. Bv. Kubus: 6 x vierkant Balk: grondvlak = bovenvlak voorkant = achterkant + 2 dezelfde zijvlakken OF grondvlak = ……… + 4 …….. ……….

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bij een ontvouwing van een ruimtefiguur krijgen we alle grensvlakken te zien van de figuur. Bv. Kubus: 6 x vierkant Balk: grondvlak = bovenvlak voorkant = achterkant + 2 dezelfde zijvlakken OF grondvlak = bovenvlak + 4 dezelfde zijvlakken

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bv. Kubus: 6 x vierkant Balk: grondvlak = bovenvlak voorkant = achterkant + 2 dezelfde zijvlakken OF grondvlak = bovenvlak + 4 dezelfde zijvlakken Cilinder: 2 ……. ……. als …..vlak en …..vlak + r…… als m…..

Blok 9, les 6: lb p 64-66 Bv. Kubus: 6 x vierkant Balk: grondvlak = bovenvlak voorkant = achterkant + 2 dezelfde zijvlakken OF grondvlak = bovenvlak + 4 dezelfde zijvlakken Cilinder: 2 gelijke cirkels als bovenvlak en grondvlak + rechthoek als mantel.

Met ontvouwing 1 kan je een container maken. , 1. cilinder d 2. kubus a 3. cilinder c 4. balk b 5. balk g 6. kegel e 7. piramide f

50,24 50,24 25,12 276,32 25,12 376,8

Oppervlakte cilinder

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel = (2 x opp grondvlak) + opp mantel

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel = (2 x opp grondvlak) + opp mantel = 2 x opp. cirkel + opp. rechthoek

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel = (2 x opp grondvlak) + opp mantel = 2 x opp. cirkel + opp. rechthoek = 2 x (r x r x π) + b x h

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel = (2 x opp grondvlak) + opp mantel = 2 x opp. cirkel + opp. rechthoek = 2 x (r x r x π) + b x h = 2 x (r x r x π) + omtrek cirkel x h

Oppervlakte cilinder = opp grondvlak + bovenvlak + mantel = (2 x opp grondvlak) + opp mantel = 2 x opp. cirkel + opp. rechthoek = 2 x (r x r x π) + b x h = 2 x (r x r x π) + omtrek cirkel x h = 2 x (r x r x π) + (2 x r x π ) x h

3) r = h =

3) r = 3 m h = 5 m Oppervlakte cilinder =

3) r = 3 m h = 5 m Oppervlakte cilinder = 2 x (r x r x π) + (2 x r x π) x h = 2 x (3mx3mx3,14) + (2 x3mx3,14) x 5 m = 2 x 28,26 m² + 18,84 m² x 5 = 56,52 m² + 94,20 m² = 150,72 m²