Boek 4 - Hoofdstuk 3 GELD VOOR DE OVERHEID

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoeveel pensioen krijg ik straks?
Advertisements

PowerPoint presentatie hypotheken
Hoofdstuk 2: Geld en ruil
Hoofdstuk 3: Geld over en tekort
Hoofdstuk 3: Wat doe je met je geld?
Hypotheekvormen Er zijn diverse hypotheekvormen mogelijk. Elke vorm met z'n eigen kenmerken en z'n eigen voordelen. Het hangt dus van uw omstandigheden.
Hoeveel pensioen krijg ik straks?
Verzekeren
Koopwoning...  (het is niet zo moeilijk…). huiswerk  pak agenda en noteer bij ma 19 januri 5e lesuur:  leren tb 72 tm 77 maken 3.21 tm 3.23 wb 129.
H4 Wonen Paragraaf 1+2.
Herhaling H4  Iedereen gaat staan  Lees en luister naar de vraag  Kies het voor jouw juiste antwoord doordat je het groene of rode kaartje toont.
Boek: Vervoer Hoofdstuk 3: Verzekeren tegen risico.
Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm
Agenda  Les 41 tm 43  wkn 03 en 04  hs 12 vreemd vermogen op lange termijn  bestuderen par 12.1 tm maken wb vragen 12.1 tm
Hoofdstuk 5: Het huishouden
Samenvatting Wat moet je leren/ oefenen? Heel hoofdstuk 2
Paragraaf Huren  Huur  Gas, water en licht  Klein onderhoud Kopen  Hypotheek  aflossing en rente  Onroerendezaakbelasting  Gas,
19 augustus 2014 Nu en in de toekomst Samen uw woonwensen realiseren.
Recht H1 Verzekeringen Filiaalmanager.
Belasting & Wetgeving.
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
4.1 Pijn in je eigen portemonnee? ↗ Verzekerde ↗ Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij ↗ Verzekeraar ↗ De verzekeringsmaatschappij.
4.4 Een eigen huis of niet? Mensen kiezen vaak bewust om een huis te kopen, of juist te huren. Aan beide zitten voor- en nadelen. Deze voor- en nadelen.
Startersavond Woningmarkt
§2.2 Hoe spaar je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Sparen
4.3 Woon je verzekerd? Niet alleen mensen kunnen te maken krijgen met schade. Ook het huis waarin je woont kan te maken krijgen met schade. Denk maar aan.
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Belasting & Wetgeving.
Wat is inkomstenbelasting
Recht H6 Belastingen Ondernemer. Belastbaar inkomen uit… Box 1: werk en woning Box 2: aanmerkelijk belang Box 3: sparen en beleggen 2 Inkomstenbelasting.
Instructie hfst 4. Belangrijke begrippen Premie= bedrag dat je voor de verzekering betaalt. Hoogte hangt af van het risico,de waarde van het verzekerde,wel.
SpaarBV presentatie november 2015 Algemeen telefoonnummer:
Soorten verzekeringen  Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)  WA-verzekering  WA- + cascoverzekering ‘allrisk’  Reisverzekering 
Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden 2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan,
Wa of all risk. Verzekeren is risico… Verschillende soorten verzekeringen. WA: wettelijk aansprakelijk. Je bent verantwoordelijk voor de schade die.
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
T4 ECONOMIE Hst 3 Kies je voor zeker?.
Lenen.
Welkom havo 4..
Exameneenheid: Consumptie
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
H3 Financiering van een bedrijf
Hoofdstuk 4 Verzekeren.
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Tijdens deze opdrachten mag je je lesbrief gebruiken.
H7.1: Weten Moral hazard & asymmetrische informatie:
Welkom havo 4..
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Liquiditeitsbegroting
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
De bank en jouw geld Hoofdstuk 3 Geheel.
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Tarief berekenen LG32 – 5 IBS 2.2 Gebouwen en terreinen.
Welkom Havo/vwo 3..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Herhaling Boek 3 - Hoofdstuk 4 WONEN
Huren of kopen Voordelen van huren:
EIGEN WONING © Dia van Berry Hagendijk.
duurzame productiemiddelen
Transcript van de presentatie:

Boek 4 - Hoofdstuk 3 GELD VOOR DE OVERHEID Mavo 4 Boek 4 - Hoofdstuk 3 GELD VOOR DE OVERHEID

Overzicht inkomsten voor de overheid Belastingen Heffing Belasting Toegevoegde Waarde BTW Op alle aankopen Accijns Extra belasting op tabak, brandstof en alcohol Motorrijtuigenbelasting Op autobezit Onroerende zaak belasting OZB Op bezit van huis, grond, bedrijfspand Rioolheffing Voor aanleg en onderhoud riool Afvalstoffenheffing Voor ophalen en verwerken huisvuil Inkomstenbelasting Op inkomen Vennootschapsbelasting Op winst van vennootschappen NV/BV Vermogensrendementsheffing Op spaar- en beleggingsgeld Overige inkomsten Aardgasbaten Verkeersboetes Winst uit overheidsbedrijven

§1 Belasting op aankopen

§1

§1

§1

§2 Belastingen en de auto

§2

§2

§2

§3 Geld voor de gemeente

§3

§3

§3

§3

§3

§4 De hypotheeklening Een lening voor een woning wordt een hypotheeklening genoemd Bij een hypotheeklening is de woning het onderpand Als de lener de rente en aflossingen niet meer betaald mag de bank het onderpand verkopen

§4 Het maximale leenbedrag Het maximaal te lenen bedrag is afhankelijk van: De getaxeerde waarde van de woning Het inkomen van de lener In december 2018 is op basis van een inkomen van € 40.000 bruto, het maximale leenbedrag ongeveer € 175.000 Het huis hiernaast kost, nog zonder de bijkomende kosten, precies € 175.000 Bruto maandlasten per maand: € 620 gedurende 30 jaar (€ 223.200!) Het huis staat in de wijk Korvel in Tilburg

§4 De hypotheeklasten De hypotheeklasten bestaan uit: De rente over de schuld De aflossing van de schuld Problemen kunnen ontstaan door: Het stijgen van de rente Een daling van het inkomen

§4 Het rentepercentage Variabele rente: Vaststaande rente: Het rentepercentage kan elk moment omhoog of omlaag gaan Vaststaande rente: Het rentepercentage kan voor meerdere jaren vastgelegd worden Hoe langer de periode is, hoe hoger het rentepercentage wordt

§4 Een eigen huis = vermogen Vermogen is het verschil tussen de waarde van bezittingen en de schulden Steeds als je aflost op je hypotheek, wordt het verschil tussen bezit en schuld kleiner En dat verschil wordt snel kleiner als je huis in waarde stijgt Voorbeeld: Ik ben precies een jaar geleden verhuisd naar een nieuw appartement Dat heb ik gekocht voor € 161.500 Mijn schuld is nu nog € 130.000 Ik heb dus in 1 jaar een vermogen opgebouwd van € 31.500 Maar ik ben niet rijker geworden; dat gebeurt pas als ik het verkoop! Ω

§5 Voordelen en nadelen van huren Alleen klein onderhoud is voor rekening van huurders Je hoeft geen onroerende zaakbelasting (OZB) te betalen Je hoeft geen opstalverzekering te hebben (tegen storm- en brandschade) Je kunt snel de huur van je huis opzeggen Je kunt in aanmerking komen voor huurtoeslag Nadelen Je mag zonder toestemming niets aan het huis veranderen Jaarlijks stijgen de huren met minstens de inflatie Je bouwt geen vermogen op

§5 Voordelen en nadelen van kopen Je mag je huis onderhouden en verbeteren zoveel je wilt De hypotheeklasten kunnen dalen als de rente daalt Je bouwt vermogen op Ω Nadelen Je moet zowel het groot- als het klein onderhoud betalen Je betaalt onroerende zaakbelasting (OZB) Je moet een opstalverzekering hebben (tegen storm- en brandschade) De hypotheeklasten kunnen stijgen als de rente stijgt Je huis verkopen kan lastig zijn

§6 Verzekeringen voor een huis Voor een huis zijn er twee specifieke verzekeringen De opslagverzekering Voor storm- of brandschade aan het gebouw zelf Af te sluiten door huiseigenaren De inboedelverzekering Voor schade aan alles wat zich in huis bevindt Af te sluiten door de bewoners van een huis

§6 De premie van een huisverzekering Het bedrag dat je moet betalen voor een inboedel- of opstalverzekering, de premie, is meestal een promillage van het te verzekeren bedrag Promillage is het 1/1000 deel (percentage is het 1/100 deel) Het teken voor promille is ‰ Voorbeeld De inboedel van jouw huis is € 50.000 waard De premie is 2‰ De te betalen premie is: € 50.000/1000 x 2 = € 100

§6 Goed verzekerd? Je moet ervoor zorgen dat je voor het juiste bedrag verzekerd bent Alleen dan krijg je de volledige schade vergoed Bij een inboedelverzekering moet je de nieuwwaarde verzekeren Bij een opstalverzekering moet je de herbouwwaarde verzekeren

§6 Oververzekerd Je bent oververzekerd als je je voor een hoger bedrag verzekerd bent dan de nieuwwaarde of herbouwwaarde Maar de verzekeraar betaalt alleen de nieuw- of herbouwwaarde uit En je bij meer verzekeraars verzekeren helpt ook niet: dat weten ze Je bent meer geld kwijt aan premies en je krijgt niet meer betaald bij schade

§6 Onderverzekerd Als de verzekerde waarde lager is dan de herbouw- of nieuwwaarde ben je onderverzekerd De verzekeraar betaalt dan minder uit bij schade volgens onderstaande formule schade-uitkering = verzekerd bedrag nieuwwaarde x schade Ω

§7 Wanneer moet je je verzekeren? Verzekeren is noodzakelijk Als de mogelijke schade (erg) groot is En je die niet kunt betalen De kans dat je huis afbrandt is klein, maar als het gebeurt is de schade erg groot Je kunt de schade niet (makkelijk) betalen

§7 Verzekeren is niet nodig Verzekeren is niet noodzakelijk als De mogelijke schade niet zo groot is En je die (makkelijk) kunt betalen De kans dat het scherm van je mobieltje kapot gaat is best groot Maar als het gebeurt is de schade niet zo groot Je kunt hem makkelijk zelf betalen

§7 Het eigen risico Sommige verzekeringen kennen een eigen risico Dat is een bedrag dat je eerst zelf moet betalen voordat de verzekering betaalt Door een eigen risico daalt de premie die je moet betalen Voorbeeld Bij een autoverzekering is een eigen risico van € 500 Rijd je een schade van € 1000 en geef je die op bij de verzekeraar Dan betaal jij € 500 en de verzekeraar € 500

§7 De AVP De AVP is de AansprakelijkheidsVerzekering voor Particulieren Ze vergoedt de schade: Aan anderen (jouw spullen zijn dus niet verzekerd) Waarvoor jij (of jouw kinderen/huisdieren) aansprakelijk gesteld bent En die niet met opzet veroorzaakt is Een AVP is verstandig want het schadebedrag kan erg hoog zijn Ω