Aangeboden door Provincie Limburg Liedjeskast-quiz Aangeboden door Provincie Limburg Wat is het De Liedjeskast is een vrolijk programma om de taalregels makkelijker te leren, toe te passen en te onthouden. Er wordt gebruik gemaakt van muziek, animaties, kleuren en symbolen, die dienen om de informatie makkelijker te verankeren. Het programma is in de lespraktijk ontwikkeld door roc-docente Marjan Suilen in samenwerking met muzikant/componist Gé Reinders (echtpaar uit Roermond). De 15 liedjes worden gezongen door bekende artiesten als: Bennie Jolink, Brigitte Kaandorp, Guus Meeuwis (https://www.youtube.com/watch?v=kVcyOlTbz50), Bert Visscher en Shirma Rouse. * Voor de promo: https://www.youtube.com/watch?v=5vDEFKUX2II Laat de deelnemers antwoord ‘a of b’ op een blaadje schrijven en laat dan de volgende sheet met het juiste antwoord zien. Er zit ook een geluidsfragment uit De Liedjeskast bij waarin het juiste antwoord gegeven wordt. Het geluidsfragment speel je af door op het luidsprekertje te klikken en dan ook het icoontje voor ‘afspelen’ te drukken.
1. Jan is g...k op rum. a. a b. e
1. Jan is g...k op rum. a. a b. e
2. Ka...en willen lekker snorren. a. t b. tt
2. Ka...en willen lekker snorren. a. t b. tt
3. Kom je op de ...iets? a. f b. v
3. Kom je op de ...iets? a. f b. v
4. De bijen ...oemen. a. s b. z
4. De bijen ...oemen. a. s b. z
5. Ze smelten de ka...en. a. s b. z
5. Ze smelten de ka...en. a. s b. z
6. Ai, de hon... in de pot! a. d b. t
6. Ai, de hon... in de pot! a. d b. t
7. ‘Zingen’ is een ... a. werkwoord b. zelfstandig naamwoord
7. ‘Zingen’ is een ... a. werkwoord b. zelfstandig naamwoord
8. Ik hark en hij hark... a. t b. dt
8. Ik hark en hij hark... a. t b. dt
9. ik werkte en hij werk... a. de b. te
9. ik werkte en hij werk... a. de b. te
10. Het meisje lach... hard. a. de b. te
10. Het meisje lach... hard. a. de b. te
11. De kok ... gekookt. a. heeft b. is
11. De kok ... gekookt. a. heeft b. is
12. Hij heeft een gaatje geboor... a. d b. t
12. Hij heeft een gaatje geboor... a. d b. t
13. Zij maakt veel foto... a. 's b. s
13. Zij maakt veel foto... a. 's b. s
14. Hij heeft een goud... tand. a. e b. en
14. Hij heeft een goud... tand. a. e b. en