De volgorde van bewerkingen © André Snijers
De volgorde van de bewerkingen Rekenregel Een opgave met verschillende bewerkingen oplossen. Reken eerst de vermenigvuldigingen en delingen uit van links naar rechts. Reken daarna de optellingen en aftrekkingen uit van links naar rechts. – 6 + 8 : 2 – 6 . 5 = – 6 + 4 – 30 = –32 Voorbeeld
De volgorde van de bewerkingen bij vormen met haakjes Rekenregel Haakjes doorbreken de normale rekenvolgorde. Reken daarom in een oefening eerst de bewerking(en) tussen haakjes uit. Reken eerst de vermenigvuldigingen en delingen uit van links naar rechts. Reken daarna de optellingen en aftrekkingen uit van links naar rechts. 2 . (– 8 – 3) – 6 : (– 5 + 2) = 2 . (– 11) – 6 : (– 3) = – 22 – (– 2) = – 22 + 2 = –20
De volgorde van de bewerkingen bij vormen met meerdere haakjes Symbolen Om bewerkingen te groeperen, gebruik je (ronde) haakjes. In opgaven met meerdere haakjes gebruik je vierkante haakjes om verwarring te voorkomen. 12 – 7 . (– 3) + [– 2 . (– 9 + 4) + (– 5)] Voer eerst de bewerkingen uit tussen de ronde haakjes en pas daarna de bewerkingen tussen de vierkante haakjes. = 12 – 7 . (– 3) + [– 2 . (– 5) + (– 5)] = 12 – 7 . (– 3) + [10 + (– 5)] Reken eerst de vermenigvuldigingen en delingen uit van links naar rechts. = 12 – 7 . (– 3) + 5 = 12 – (– 21) + 5 Reken daarna de optellingen en aftrekkingen uit van links naar rechts. = 12 + 21 + 5 = 38
De volgorde van de bewerkingen bij vormen met meerdere haakjes Voorbeeld