sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam- vormen - klankverandering in o.v.t. O.T.T. (zie zwakke werkwoorden) gehen heißen bieten biet e st t n ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie geh e st t en heiß e t en
sterke werkwoorden O.T.T. fahren laden ich du er,sie,es wir ihr Uitzondering I: -ä- Bij sterke werkwoorden met een –a- in de stam krijg je bij –du- en –er,sie,es- een Umlaut (ä) O.T.T. fahren laden ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie fahr fähr e st t en lad läd _ e st t en et Wanneer de stam bij deze werkwoorden op een –d/t- eindigt, vervalt de tussen –e-
sterke werkwoorden O.T.T. laufen stoßen ich du er,sie,es wir ihr Uitzondering II: -ä- Ook bij ‘laufen’ en ‘stoßen’ krijg je bij –du- en –er,sie,es- een Umlaut O.T.T. laufen stoßen ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie lauf läuf e st t en stoß stöß e t en