Endocriene Stelsel Hormoonstelsel
Zenuwstelsel + Hormoonstelsel Zeer nauwe samenwerking in totale regulatie van de lichaamsprocessen
Hormoon = Stof die door een endocriene klier wordt gemaakt en aan het bloed wordt afgegeven (= secretie) en zo elders in het lichaam een bepaalde werking heeft op een orgaan (= doelorgaan). Klieren Endocriene klieren Exocriene klieren (Combinatie!?)
Hypothalamus Hypofyse Schildklieren Bijschildklieren Nieren Bijnieren Pancreas Geslachtsklieren Baarmoeder
Homeostase Regelsystemen Sensor of receptor meting, geeft dit door aan het Controlecentrum geeft, bij overschrijding setpoint (Hypothalamus) een sein aan de Effector orgaan dat aan het werk wordt gezet om waarde te herstellen Resultaat Intern milieu constant binnen grenzen Negatieve feedback Negatieve terugkoppeling
Hypothalamo - Hypofysaire systeem (HH systeem) Onderdeel tussenhersenen Informatie uit: Hersenen Eigen receptoren Verbinding met Hypofyse: Zenuwbanen prikkels naar Neurohypofyse Poortadersysteem Hormoon Releasing Factors en Hormoon Inhibiting Factors naar Adenohypfyse
Hypofyse 2 delen: Neurohypofyse (achterste deel of achterkwab) Rechtstreekse verbinding via zenuwuitlopers Hypothalamus Hormonen: ADH Oxytocine
Hypofyse 2 delen: 2. Adenohypofyse (voorste deel of voorkwab) Verbinding met hypothalamus via Poortadersysteem ! Hormonen: Hormoon Releasing Factors (+ Hormoon Inhibiting Factors)
Hormonen Adeno hypofyse Prolactine melkklier GH Groeihormoon stofwisseling ACTH Adreno-cortico-troop hormoon bijnierschors MSH Melanine stimulerend hormoon huid TSH Thyreoid stimulerend hormoon schildklier FSH Follikel stimulerend hormoon eierstok, testis LH Luteïniserend hormoon eisprong – geel lichaam, testis
Hypothalamus. > zenuwuitlopers (prikkels). Neurohypofyse Hypothalamus > zenuwuitlopers (prikkels) Neurohypofyse > poortadersysteem Adenohypfyse (releasing/inhibiting factors)
Neurohypofyse ADH: Antidiuretisch hormoon (=vasopressine) > water vast houden in de nieren (verzamelbuis) negatieve feedback Oxytocine: - stimuleren spieren in de baarmoeder bij de geboorte - stimuleren melkklieren tot het laten schieten van de melk (neuro - hormonale reflex!!)
Adenohypofyse 1 Prolactine: stimuleren vorming melkklieren stimuleren vorming van melk (stimuleren haargroei) GH: Groeihormoon stimuleren vorming bouwstoffen van het lichaam (bot, spier, vetweefsel) m.n. bij jonge groeiende dieren ACTH: Adreno - cortico - troop hormoon stimuleren bijnierschors tot vorming van bijnierschorshormonen
Adenohypofyse 2 MSH: Melanotroop hormoon Melanine Stimulerend Hormoon stimuleren huid tot vorming pigment TSH: Thyreotroop hormoon Thyreoïd Stimulerend Hormoon stimuleren schildklier tot vorming van schildklierhormonen >> regulatie snelheid stofwisseling
Adenohypofyse 3 FSH: Follikel stimulerend hormoon stimuleren eierstokken tot ontwikkeling + rijping van follikels met eicellen stimuleren vorming van zaadcellen LH: Luteotroop hormoon stimuleren eisprong en vorming geel lichaam stimuleren vorming testosteron (ICSH: Interstitiële cellen stimuleren hormoon)
Nieren EPO: erythropoëtine stimuleren beenmerg tot vorming van rode bloedcellen Renine: stimuleert de bijnieren tot vorming van Aldosteron zouthuishouding
RAAS systeem Lage bloeddruk > Vorming Renine (nier) > Omzetting Angiotensinogeen in Angiotensine I (plasma) > Omzetting Angiotensine I in Angiotensine II (door ACE, in longcapillairen) Angiotensine II > contractie bloedvaten bijnieren vormen Aldosteron > terugresorptie Na + H2O nier >> Stijging bloedvolume en bloeddruk
Bijnierschors (cortex) Aldosteron: (mineralo corticosteroïd) vasthouden natrium in de nieren (bloeddruk) Voorlopers geslachtshormonen: worden in eierstok / zaadbal omgezet in oestrogeen / testosteron
Bijnierschors (cortex) 3 Gluco corticosteroïden: o.i.v. ACTH stress hormoon glucosespiegel bloed stijging remmende werking op immuunsysteem remmen ontstekingsreacties (Cushing)
Bijniermerg (medulla) Adrenaline en Noradrenaline: Sympatische zenuwstelsel (!) ‘fight or flight’ hart + longen + bloedtoevoer spieren + pupillen + bloedsuiker +
Schildklieren T3, T4: Schildklierhormonen Jodium!!!! stimuleren stofwisseling gehele lichaam (samenwerking met het GH) Calcitonine: gemaakt in de C-cellen verlagen calciumspiegel in het bloed (botten, darmen, nieren)
Bijschildklieren (2 x 2) PTH: Paraathormoon verhogen calciumspiegel in het bloed (botten, darmen, nieren)
Pancreas (alvleesklier) Exocrien deel: Verteringsenzymen voor de afbraak van suikers, vetten (gal !!) en eiwitten
Pancreas (alvleesklier) Endocrien deel: Eilandjes van Langerhans Glucagon: α cellen verhogen bloedsuikerspiegel (lever) Insuline: ß cellen verlagen bloedsuikerspiegel (lever en alle lichaamscellen)