M A R T X I W K U N E D S 2 G1 Rekenen met breuken © André Snijers
Rekenen met breuken G1 Gelijknamige breuken optellen Gelijknamige breuken zijn breuken met dezelfde noemer. Rekenregel Tel de tellers op (rekenregel voor het optellen van gehele getallen). Behoud de noemer. Vereenvoudig het resultaat tot de basisbreuk (indien mogelijk). (-7 + 3) 12
Rekenen met breuken G1 Ongelijknamige breuken optellen Rekenregel Vereenvoudig de breuken (indien mogelijk). Maak de breuken gelijknamig. Tel de tellers op (rekenregel voor het optellen van gehele getallen). (- 3 + 2 - 7) = Behoud de noemer. 6 Vereenvoudig het resultaat tot een basisbreuk (indien mogelijk).
Rekenen met breuken G1 Vereenvoudigen Info Gelijknamig maken Info Voorbeelden Optellen en aftrekken van breuken Voorbeelden
Rekenen met breuken G1 Breuken vermenigvuldigen Rekenregel (handig rekenen) Bepaal het teken en plaats het in de teller of voor de breukstreep. 5 1 4 1 Herschrijf de opgave op één breukstreep. Vereenvoudig. Vermenigvuldig de tellers en vermenigvuldig de noemers. Voorbeelden
Rekenen met breuken G1 Breuken delen Rekenregel Vermenigvuldig de eerste breuk met het omgekeerde van de tweede breuk. Pas de rekenregel voor het vermenigvuldigen van breuken toe. Voorbeelden