Chapter 3 Hot off the press

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.There’s Tim! Look, he's wearing his new jeans. 2.What are you doing? We are doing our homework. Je gebruikt de present continuous voor iets dat nu aan.
Advertisements

Voltooid tegenwoordige tijd
Grammar Chapter 6 Bezittelijk voornaamwoord na: of.
Betrekkelijk vnw. = Relative Pronoun
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Woordvolgorde met woorden van tijd
Meervouden one car – four cars one schoolbag – two schoolbags
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 3 Hot off the press
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Vragen met have en have got (= hebben)
Gebiedende wijs 1.Cross Victoria Street. 2.Sit still, please. 3.Read the article on this page. 4.Watch out! Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Een andere soort verleden tijd...
The Passive Voice de lijdende vorm.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Grammar 1 3 tijden die belangrijk zijn voor de komende repetitie:
Definities: Present Simple en Past Simple
Grammar 3 Must = moeten (van jezelf) Should = Zou moeten (van jezelf) It’s getting late. I must go now. It’s getting late. I should go now. Mustn’t = moeten.
grammar 3.1 en 3.2 the present perfect
Voornaamwoorden.
Een selectie van 15 prachtige beelden uit een fotoreportage door de lens van Andrée Rombaut-Mangin Ethiopië.
Jeans Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’s wearing a new jeans! I like it! He’s wearing new jeans. I like them!
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
English 2E 10 November Programme for today Check homework Last class Some /any Have to Can I? Funny blonde woman at the library.
Kom, ga met ons mee Come, go with us. ‘Wij vertrekken nu naar het land dat de Heer ons beloofd heeft. Ga met ons mee! Je zult het goed hebben bij ons.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Time management Howdoyouset priorities?. Priorities:thingsthatyouthinkare important.
Present perfect Voltooid tegenwoordige tijd. Bevestigende zinnen De present perfect bestaat uit have / has + voltooid deelwoord. I, you, we, they have.
Grammar – period 2.
The Passive Year 4.
Ontwerpen Naam auteur(s) Drs. Nadine Kim de Boer Vakgebied Engels
Woordvolgorde Basis allesvoorengels.nl.
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
This, that, these, those Aanwijzende voornaamwoorden
The past simple Grammar.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Word order.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Past Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Betrekkelijk voornaamwoorden
‘s / ‘ om bezit aan te geven
Vragen in de Past Simple (V.t.)
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Chapter 1 Body and mind Grammar Stepping Stones 3gt
Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
English 23 April 2018.
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 2 How stuff works Grammar Stepping Stones 3gt
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Commitments (Mustang Sally)
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Who/which voornaamwoorden
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Gerund or Infinitive 6.4.
When to use “the” Unit 4 studybox 2.
Transcript van de presentatie:

Chapter 3 Hot off the press Grammar Stepping Stones 2 t/hv

Who, which en that zijn betrekkelijke voornaamwoorden. who en that gebruik je bij mensen, which en that gebruik je bij dieren en dingen. This is the boy who / that I saw at the mall. That is the bike which / that I bought yesterday. Het betrekkelijk voornaamwoord kan soms worden weggelaten. Dit mag niet als er meteen na het betrekkelijk voornaamwoord een werkwoord staat. That is the boy I saw at the mall. That is the bike I bought yesterday.

Extra informatie over iets of iemand die je ook weg kunt laten, zet je tussen twee komma’s. Na de komma gebruik je who of which, maar nooit that: My dad, who is a teacher, called me yesterday. My cat, which has brown spots, is really cute. Als het om bezit gaat, gebruik je bij personen whose: This is the girl whose bag was stolen. This is the man whose car is purple. Bij plaatsen gebruik je where: This is the village where my brother was born.

Now show what you know! (maak zinnen met betrekkelijke voornaamwoorden) That is the cow was walking on the highway. My neighbour, is a painter, painted our house. This is the boy telephone was ringing. This is the man saved my life. This is the place we had our picknick last summer. Look, it’s the ring I lost at the pool! Our walls, were grey, are now white. This is the woman dog ate my homework.