Blok 2 – Les 5
Zijn dit goede zinnen? Lize geeft. Wie geeft? Wat geeft Lize? Aan wie geeft ze dit? Bert toont. Wie toont? Wat toont Bert? Aan wie toont hij dit? Mark wandelt. Wie wandelt?
Taalboek p. 56 Wat vind jij de beste tekst? Is de betekenis van beide teksten dezelfde? Kom je meer te weten in de tekst met verbindingswoorden?
Werkboek p. 46
Ik ga naar de bakker, want ik heb honger. reden Ik probeer mama te overtuigen opdat ze zich bedenkt. reden Ik ben ziek, toch ga ik naar school. tegenstelling Het is speeltijd, dus ik ga spelen. verklaring In tegenstelling tot mijn broer ben ik ziek. tegenstelling Ik zit in het 6de daarom heb ik meer huiswerk. Gevolg
Taalboek p. 57