Inleiding geneesmiddelenkennis

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Geneesmiddelgebruik bij senioren
Advertisements

WAT KOST FARMACEUTISCHE ZORG IN UW APOTHEEK?
TEST JE KENNIS OVER DE WERKING VAN EEN GENEESMIDDEL
Uw apotheek. Voor betrouwbare zorg dichtbij
Π Platform PI (Patiënt-Industrie) een ontmoetingsplaats voor leden van patiëntenorganisaties en medewerkers van farmaceutische bedrijven Kwaliteitsinstituut,16.
Misbruik van en verslaving aan medicatie
Universitair Medisch Centrum Groningen
Vergiftiging In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Behandeling van slachtoffers met een vergiftiging Vergiftigingen via het spijsverteringskanaal.
Medicijnen.
De GeneesmiddelenQuiz II
Uw kind roken, drinken, en blowen. U kunt er iets aan doen!
Verbetering van geneesmiddelgebruik door de dialysepatiënt Samen werken aan een betere behandeling.
Drugs, medicijnen en werk
H 3. Gevaarlijke stoffen.
Paragraaf 10.3 Cellen in Bad.
Koffie en Energiedrankjes
Geneesmiddelen en ouderen
SHOCK.
LONGEN.
Vocht huishouding.
Veterinaire apotheek Farmacokinetiek.
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
10.1 Goed geregeld Hst 10 Gezondheid 3 VWO.
VPH Les 2.
Serotiniteit /inleiding van de partus RVR A terme datum 40 wk na uitgetelde datum Betekenis G1P0 3 % op uitgetelde datum bevallen.
Wijs met medicijnen Voor ouderen die verschillende medicijnen tegelijk gebruiken.
DM wat vertel je de patiënt? S. Tamis 5 november 2015.
Johan Bugel Campus Winschoten. Hoeveelheid bloed Johan Bugel Campus Winschoten  Man 5 liter  Vrouw 4,5 liter.
Op de afdeling Hemodialyse.  Inhoud: Medicatie: werking Medicatie: bijwerking Risico’s Juiste applicatie Vragen P.Leclaire.
Diëten Niet alleen om af te vallen!. Veel mensen volgen een dieet uit medische noodzaak Natriumbeperkt Energiebeperkt Vetarm Antiallergisch dieet Maagdieet.
Drugs, medicijnen en werk En de relatie met productiviteit en veiligheid.
Noorderpoort Medische Kennis
ALLERGIE.
Medische kennis Lesblok 1
Anafylaxie.
Plotseling onwel na wespensteek
ALLERGIE.
Diabetes.
Maatschappelijke zorg 2
UW APOTHEEK VOOR BETROUWBARE ZORG DICHTBIJ
Kerntaak 1: Triëren werkproces 1.1 werkproces 1.2
Triage Ingangsklacht: urinewegen
Geneesmiddelen en PIJN
Toedieningswegen medicatie
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Toedieningswegen en toedieningsvormen
Ouderen en medicijnen 75-plussers gebruiken ruim 5 x meer medicijnen dan een gemiddelde Nederlander.
Pathologie en ziektebeelden
Actief bloedverlies en Shock
H10 Gezondheid.
Hoofdstuk 3. Werking, dosering en vergoeding
Meten van de bloeddruk.
Hoofdstuk 2. Doel en gebruik
Project geneesmiddelenkennis doktersassistentenopleiding
Medicijnen.
Hoofdstuk 4. Pijnstillers
Ouderen en medicijnen 75-plussers gebruiken ruim 5 x meer medicijnen dan een gemiddelde Nederlander.
Infectie en ontsteking
Geneesmiddelen.
Diabetes.
Gezondheid schaap/geit
2 soorten hoest namelijk: productieve hoest met slijm niet productieve hoest geen slijm, prikkelhoest, kan een bijwerking van ACE- remmers zijn.
Hoofdstuk 7. Middelen voor het hart- en vaatstelsel
Toedieningswegen medicatie
Geneesmiddelen Hoofdstuk 12 IMK.
2 soorten hoest namelijk: productieve hoest met slijm niet productieve hoest geen slijm, prikkelhoest, kan een bijwerking van ACE- remmers zijn.
Toepassing van geneesmiddelen
Ouderen en medicijnen 75-plussers gebruiken ruim 5 x meer medicijnen dan een gemiddelde Nederlander.
VPH Les 2 medicate.
Polyfarmacie.
Transcript van de presentatie:

Inleiding geneesmiddelenkennis

Begrippen 1 Farmaca / farmaceutische industrie UR / OTC Medicijnen / bedrijf waar dit gemaakt wordt UR / OTC Uitsluitend recept Over the counter, zo in de winkel te krijgen FTO / formularium Farmaco-therapeutisch overleg Afspraken over welk medicijn wanneer

Waarvoor is het gebruik? Causaal Bestrijden oorzaak » antibacterieel Symptomatisch Bestrijden van de verschijnselen » koorts bij griep Als substitutie In plaats van » insuline bij DM Preventief Ter voorkoming van » griepvaccinatie Diagnostisch Ter vaststelling van de aard van de ziekte » laxeermiddel

Hoe wordt het toegediend? Lokaal Direct op de plaats van werking Huid [zalf, creme] / slijmvlies [druppels / spray] Longen [inhalatie] Systemisch Via de bloedbaan naar plaats van werking Oraal = via de mond = per os Rectaal = via rectum = zetpil Parenteraal = injectie of infuus = direct in bloedbaan

Hoe gaat het weer weg? Stof hoort niet in lichaam thuis Stof wordt herkend als ‘gif’ Lever zet om in afbraakproducten Afbraakproducten komen in bloedbaan Uitscheiding via nieren Goede lever- en nierfunctie noodzakelijk

Begrippen over farmaca Indicatie / contra-indicatie Reden om voor te schrijven Reden om niet voor te schrijven Interactie Invloed van een medicijn op het andere Normdosering Onder- / bovengrens van optimale werkzaamheid Therapietrouw (compliance = inwilligen/nakomen) Nakomen van de voorschriften van gebruik

Vervolg begrippen farmaca Placebo-effect Niet het middel zelf maar het geloof erin werkt Vertrouwen in degene die voorschrijft Teratogeen Schadelijk voor de vrucht Tijdens zwangerschap liefst geen geneesmiddel Altijd in overleg met arts Lactatie Borstvoeding Medicijn kan in moedermelk terecht komen Alleen medicijnen i.o.m. arts

Vervolg begrippen farmaca Bloedspiegel Concentratie in het bloed Halfwaardetijd (t ½) halveringstijd Tijd waarin de concentratie in het bloed halveert T ½ is constant Intoxicatie Overdosering met vergiftigingsverschijnselen Bij slecht uitscheiden van medicatie (lever en nieren!)

Vervolg begrippen farmaca Verslaving Emotionele afhankelijkheid Lichamelijke afhankelijkheid Onthoudings- abstinentieverschijnselen Gewenning Steeds meer om hetzelfde resultaat te bereiken Voorb. Kalmeringsmiddelen Opiumwet Extra regels voor/eisen aan receptuur

Vervolg begrippen farmaca Therapeutische breedte Verschil in concentratie waarbij middel werkzaam is / middel giftig wordt Hoe groter de breedte hoe minder kans op intoxicatie CFH-advies (commissie farmaceutische hulp) Rode letters! Niet of zelden gebruiken Bijwerking Onbedoelde en veelal ongewenste effecten

Bijwerkingen Kans op bijwerkingen neemt toe Hoge dosering Ouderen / kinderen / slechte lich. conditie Zwangeren Misselijkheid, hoofdpijn, buikpijn, diaree, duizelig, droge mond, branderige ogen, hoest, suf, down, sexuele problemen, etc.

Overgevoeligheid Allergie Beenmergonderdrukking Allergisch geworden: gesensibiliseerd Bij volgende inname sterkere reactie Anafylactische shock (injectie): extreme bloeddrukverlaging Beenmergonderdrukking Agranulocytose (tekort witte bloedcellen) Trombopenie (tekort bloedplaatjes)

WEES ALTIJD ALERT: BIJNA ALLES KAN EEN BIJWERKING VAN EEN GENEESMIDDEL ZIJN