Hoe ontleed je een zin in zeven stappen?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

De samengestelde zin.
Zinsdelen.
Herhaling van hoofdstuk
Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t. t
Zinsontleden Gemaakt door: B & G.
Basisschool de Wester 9 mei 2014.
Fouten met verwijswoorden
Taalkunde Grammatica A
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
'Om mijn oud woonhuis peppels staan'
Onderwerp.
H2 Grammatica zinsdelen
Taalkunde Grammatica A
Zinsdelen zijn net puzzelstukken!
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
Het onderwerp ????????????????????.
Het lijdend voorwerp!.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
Grammatica Nederlands
HERHALING ZINSLEER.
HERHALING ZINSLEER.
Wat is de persoonsvorm?. Wat is de persoonsvorm?
2. Grammatica en spelling
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Zoeken naar Constructies Jan Odijk DRONGO Taalfestival Utrecht,
Het werkwoord ontleed(t)
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
Briant College H2 het onderwerp. Briant College H1 De persoonsvorm vinden en zinsdeelstrepen zetten Hoe vind je de pv? -zin vragend maken -de zin van.
SAMENGESTELDE ZINNEN Hoofdzin en bijzin. Wat gaan we deze les leren? Wat zijn samengestelde zinnen? Wat is een bijzin? Wat is hoofdzin?
persoonsvorm de De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
Hoofdstuk 4 Grammatica zinsdelen
Grammatica zinsdelen 2vwo, periode 2a.
Werkwoordelijk gezegde en werkwoordelijke uitdrukking
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 2 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
De samengestelde zin.
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Lijdendvoorwerpszin, onderwerpszin en bijwoordelijke bijzin
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Word order.
Meewerkendvoorswerpzin
Blok 2: Grammatica zinsdelen
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Het werkwoord (ww) Kenmerken van een werkwoord: Activiteit Sprake van
Grammatica Hoofdstuk 2.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
De apen aan de andere kant van het hek kregen vandaag heel wat grappige mensen te zien
Extra oefenen Hoofdstuk 1 & 2 Ta!ent: Grammatica & Spelling
Grammatica (redekundig)
H2 het onderwerp.
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Zinsdelen Uitleg met voorbeelden
Het gezegde (vraagzin van maken, pv komt vooraan)
BINGO! Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling en voorzetselvoorwerp.
Hoofdstuk 2 Taalverzorging
Grammatica: werkwoorden
ZINSDELEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Hoe ontleed je een zin in zeven stappen?

Het woord dat verandert, is de persoonsvorm: Stap 1: Persoonsvorm De persoonsvorm (PV) is altijd een werkwoord! Om de persoonsvorm te vinden verander je de tijd van de zin: Jan eet een appel Jan at een appel Het woord dat verandert, is de persoonsvorm: eet is de persoonsvorm

Oefenen: Wij maken een grote sneeuwpop. Jij bent al twee keer te laat gekomen. Is Petra ook al twee keer te laat gekomen? Wie is nog nooit te laat op school gekomen?

Stap 2: zinsdelen Zinnen bestaan uit: zinsdelen. Door de volgorde van de zin te veranderen vind je de zinsdelen. In de herfstvakantie / gaan / onze buren naar Terschelling. Onze buren / gaan / in de herfstvakantie / naar Terschelling. Naar Terschelling / gaan / onze buren / in de herstvakantie.

Oefenen: Op onze school zijn blote navels vanaf volgend jaar verboden. Op onze school / zijn / blote navels / vanaf volgend jaar / verboden. Afgelopen winter waren voor de dames Uggs in de mode. Afgelopen winter / waren / voor de dames / Uggs / in de mode.

Stap 3: onderwerp Het onderwerp is een zinsdeel. 1. zoek de PV 2. zet strepen tussen de zinsdelen 3. vraag: wie (wat) + PV 4. het antwoord op de vraag is het onderwerp Die jongen/ lust / geen soep. Wie lust? Die jongen = onderwerp

Oefenen: Hij eet altijd brood met hagelslag. Hij / eet / altijd / brood met hageslag. Onze nieuwe jonge hond blaft erg hard. Onze nieuwe, jonge hond / blaft / erg hard. Heb jij vandaag al gegeten? Heb / jij / vandaag / al / gegeten?

Stap 4: Werkwoordelijk gezegde Alle werkwoorden in de zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde De jager schiet een konijn. De jager / schiet / een konijn. Schiet = PV maar ook werkwoordelijk gezegde De jager heeft een konijn geschoten. De jager / heeft / een konijn / geschoten

Stap 5: lijdend voorwerp We knippen een zin in stukken: De jager / schiet / een konijn. De jager = O Schiet = gezegde Wat schiet de jager? Een konijn = lijdend voorwerp

Dus: Om het lijdend voorwerp te vinden vraag je: Wat (wie) + gezegde + onderwerp. Het antwoord op die vraag is: Lijdend voorwerp

Oefenen: Karel vangt een snoek. PV = vangt O = Karel Gezegde = vangt LV = een snoek Moeder heeft de snoek gebakken. Pv = heeft O = moeder Gezegde = heeft gebakken LV = de snoek

Hebben jullie weleens een snoek gezien? PV = hebben O = jullie Gezegde = hebben gezien LV = een snoek

Stap 6: meewerkend voorwerp De jager / geeft / het konijn / aan zijn vrouw. PV = geeft O = de jager Gezegde = geeft LV = het konijn Aan wie geeft de jager het konijn? Aan zijn vrouw = meewerkend voorwerp

Het mv begint heel vaak met aan of voor! Je vindt het meewerkend voorwerp door te vragen: Aan wie of voor wie Het mv begint heel vaak met aan of voor!

Oefenen: De buurman gaf ons een peer. PV= gaf O = de buurman Gezegde = gaf LV = een peer MV = ons We boden onze mentor een doos bonbons aan. PV= boden O = we Gezegde = boden aan LV = een doos bonbons MV = onze mentor

Stap 7: bijwoordelijke bepaling Als er nu nog zinsdelen over zijn dan zijn dat: Bijwoordelijke bepalingen Na dit seizoen mag er niet meer op konijnen gejaagd worden.

We geven mijn zusje volgend jaar een nieuwe spelcomputer. PV = kopen O = we Gezegde = kopen LV = een nieuwe spelcomputer MV = mijn zusje BB = volgend jaar