“Papa zullen we een hol bouwen? ; vraagt Emma. “Het spijt me lieverd, maar ik heb geen tijd. Ik moet dit vanmiddag af hebben”; zegt papa.
Hé jammer. Emma pakt kleurpotloden en velletjes tekenpapier. Ze maakt een paar mooie grottekeningen.
“Mam, heb jij tijd om een hol met mij te bouwen?”;vraagt Emma Mama kijkt op haar horloge. “Oei… is het al zo laar? De tijd glipt gewoon door mijn vingers!”. “Vraag maar aan Jannes of hij met je wil spelen.”
“wacht maar, ik vang de tijd wel voor je!” ;zegt Emma. Maar mama is al weggelopen.
“Jannes? Weet jij hoe de tijd eruit ziet?” ; vraagt Emma “Die van mij ziet er vast uit als een slak! Hij gaat zo langzaam. Maar als ik groot ben dan wordt ik autocoureur”. Antwoord Jannes.
“Heb jij zin om met mij een hol te bouwen?”; vraagt Emma. “Nee” zegt Jannes “maar heb jij zin om je autokwartet aan mij te geven?”. “Ik wil het wel ruilen voor…..euhhh…… jouw boek over grotten”; zegt Emma “Dat is goed”; zgt jannes
Die middag brengt papa Emma naar opa en oma. “Pap, wat staat daar?” vraagt Emma als ze een poster op een gebouw ziet.
Tijd is geld! “Tijd is geld” leest papa voor. “Hu ?... Dat snap ik niet zegt Emma “Mensen willen geen tijd verliezen .Ze denken er altijd aan hoeveel geld ze hadden kunnen verdienen in die tijd”zegt papa. “Net als jij en mama?’ zegt Emma. Ja , want wij hebben geld nodig om eten te kopen, en kleren, en we moeten de huur betalen voor ons huis”.
Emma denkt na. “Iedereen praat over tijd, maar je kunt de tijd niet zien!”. De man achter papa toetert. “Ja ja…. Rustig aan maar! En papa kijkt boos in zijn achteruitkijkspiegel. “Hij heeft nog meer haast dan jij” zegt Emma
Ja. En die daar… die hebben alle tijd Ja! En die daar… die hebben alle tijd!” lacht papa en hij wijst naar een jongen en een meisje.
“Papa? Hadden holbewoners ook al klokken?” vraagt Emma “Nee” antwoord papa. “Die stonden op als het licht werd en gingen weer naar bed als het donker werd”. “ja, die hadden vast alleen haast als er een wild dier achter hun aan zat” zegt Emma lachend.
Als ze bij opa en oma aankomen is oma net bezig met foto’s in een album aan het plakken. “Wie is di vrouw”” vraagt Emma. “dat ben ik” zegt oma. “toen ik nog jong was”. “Had u vroeger dan geen wit haar?”. “Nee” zegt oma, “vroeger had ik net zulk bruin haar als jij, maar in de loop van der tijd is het wit geworden.” “en wie is die B]baby” vraagt Emma “Daar komt hij net aangelopen” lacht oma. “Opa?! Is opa vroeger een baby geweest?”
“Ach ja, wat vliegt de tijd” zegt opa.
“En dat meisje met die taart?”Vraagt Emma “dat is mijn oma op haar 7de verjaardag” zei oma. “dat is jouw over-overgrootmoeder”. He… ze heeft net zo’n kromme pink als ik!” roept Emma uit. “en als ik” zegt oma en ze legt haar hand naast die van emma. “De hebben we van haar geërfd”.
“heb je gehuild toen ze dood ging?” ”Ja heel erg”zei oma “ maar nu is het verdriet niet meer zo groot. De tijd heelt alle wonden”. “Ik geloof dat de tijd kan toveren”zegt emma.