3.1 Fokdoel: wat wil ik en wat kan ik bereiken
Het fokdoel Wat te veranderen om Ideale dier te fokken Op welke termijn Vooruit kijken (wat is in de toekomst belangrijk Consequent volhoudenfokdoel sap
Sturing fokdoel vanuit fokkerij-organisatie Boer wil individueel dier op zijn bedrijf beter maken Fokkerij-organisatie wil gemiddeld dier in de totale populatie beter maken Selecteren mannelijke dieren Selecteren vrouwelijk dieren
Selectie Welke kenmerken wil je verbeteren? Niet ieder dier volmaakt Je moet dus keuzes maken Niet elk kenmerk even goed te meten Dressuuraanleg: belangrijk selectiecriterium, maar moeilijk exact te meten.
3.2 Hoe erfelijk zijn kenmerken?
Erfelijkheidsgraad Maat voor hoe erfelijk een kenmerk is De erfelijkheidsgraad (h2) geeft aan welk deel van de verschillen tussen de dieren veroorzaakt wordt door een verschil in genetische aanleg en welk deel door een verschil in milieu-invloeden. Minimaal 0 en maximaal 1
Erfelijkheidsgraad: de formule
Erfelijkheidsgraad in relatie tot fokdoel
Nut erfelijkheidsgraad Hoogte sterk beinvloed door meetbaarheid.
3.3 Verzamelen van meetgegevens Meten is weten Direct aan eigen dier is “eigen prestatie” Hoogtemaat Groei Productie van een varken of koe “indicatorkenmerken” zeggen iets over wat je eigenlijk wilt meten Indirect aan nakomelingen om vader te beoordelen Melkproductie Toomgrootte
Belangrijk bij meten 1 Meten onder dezelfde omstandigheden (protocol) 2 Secuur werken 3 Nauwkeurig vastleggen Bij metingen volg je het protocol, werk je secuur en registreer je nauwkeurig.