Hoe verdienen de mensen de kost?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Aardrijkskunde.
Advertisements

Paragraaf 1 – Mondiale patronen: welvaart en welzijn
ALLES OP DE SCHOP TAAK 9. REVOLUTIE (SNELLE) INGRIJPENDE VERANDERING IN HET LEVEN VAN MENSEN BIJVOORBEELD: – OVERGANG JAGEN/VERZAMELEN NAAR LANDBOUW –
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
1 The Netherlands of Tijden veranderen.
Aantekening §1 B-nummers.
HOOFDSTUK 10 ONTWIKKELINGSPEIL.
WITTE STRANDEN EN BLONDE DUINEN
H6 werken Paragraaf 1+2.
Landbouw, industrie en diensten B126, B127 en B128
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
1 havo/vwo H3 ontwikkeling §2
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
Op welke manier veranderden de landbouw en het landschap op de Nederlandse zandgronden en hoe komt dat?
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
H6 werken Paragraaf 1+2.
Landbouw Door Maxine & Leah.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Boeren op schaal.
Overleven in Europa Mededelingen: Planning:
Indonesië.
Indonesië.
Onderwerp: De verschillende economische sectoren opsommen, met voorbeelden illustreren, hun relatief belang inschatten.
Hfst 1: de wereld; Het wereldbeeld
Hoofdstuk 1 Patronen op de wereldkaart: arm en rijk Paragraaf 6 t/m 8
HAVO 5: Groei en inkomen Hoofdstuk 1: De vorming van inkomen
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Terra Tweede Fase havo © Wolters-Noordhoff bv
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv Make poverty history In 2000 zijn millenniumdoelen vastgesteld, bijvoorbeeld: in 2015 moeten armoede.
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Samenhang en verscheidenheid
Hoofdstuk 2 Verbanden tussen patronen Paragraaf 6 t/m 9
Bs. 132 t/m Bs. 134 Gemaakt door: Daniëla en Rosa
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
5.1 Wat kun je doen met groen?
P1.2 Cultuurlandschappen in Europa
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
5.2 Kun je meer produceren? De productiecapaciteit is de hoeveelheid producten die een bedrijf kan produceren . Dit wordt bepaald door het aantal werknemers.
Aardrijkskunde Blok 4.
Stedelijk en landelijk gebied
2 th 1 Ontwikkeling § 6-7.
WERELD 2 h/v Ontwikkeling, arm en rijk par 2.
De structuur van de economie
Huiswerkcontrole. Begrippen! Industrie Vestigingsplaatsen.
Internationale marketing
1. globalisering. 1.1 Het economisch wereldbeeld.
Hoofdstuk 6 Productie.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
Op sneeuwklas in Zwitserland
Arbeidsmarkt.
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
3.1 PRODUCTIE.
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Toegevoegde Waarde 1 IntroFox.
Vmbo 2 economie Goede producten?
2 VWO deel Diagrammen Driehoeksdiagram 1 1.
Internationale marketing
Welkom Havo 5..
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 BK Lesweek 4
Hoofdstuk 3 Europa.
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
Cursus 4.1 Elk doet zijn werk Klas 2 KGT Lesweek 1
Het maken van goederen en het leveren van diensten
§3.1 Industrie en samenleving
1.10 Globalisering van de landbouw en de EU
§2.1 Industrie en samenleving
1BK Hoofdstuk 3 | Arm en rijk
Transcript van de presentatie:

Hoe verdienen de mensen de kost? Werk aan de wereld Hoe verdienen de mensen de kost?

Paragraaf 7.1 Hoe veranderd de landbouw? De beroepsbevolking is te verdelen in 3 productiesectoren. Primaire sector: verzamelen van grondstoffen. Secundaire sector:verwerken van grondstoffen. Tertiaire- of dienstensector: alle “productie” buiten de industrie en landbouw.

Paragraaf 7.1 Hoe veranderd de landbouw? Na de tweede wereld oorlog groeiden de landbouwbedrijven sterk. Door: schaalvergroting Mechanisatie: vervangen van menselijke of dierlijke arbeid door machienes. Specialisatie: je bezig houden met één bepaald product of dienst. Intensivering: verhogen van de opbrengst per hectare of dier. voorbeeld: bio-industrie

Paragraaf 7.2 steeds losser van de natuur. Wie klaagt er nou? Drainage nat Irrigatie droog Steil Aanleg terrassen Koud Kassen Onvrucht- Baar bemesting Bemaling laag

Paragraaf 7.2 steeds losser van de natuur. ruilverkaveling landinrichting

Paragraaf 7.3 Waar vind je de echt landbouwgebieden? 3 schaalniveaus landbouw: Mondiaal Continentaal, dus per werelddeel Nationaal Mondiaal: Weinig of geen landbouw Extensieve landbouw Intensieve landbouw

Paragraaf 7.4 ondernemen, hoe gaat dat? Productiefactoren Eindproduct Arbeid Kapitaalgoederen Stuwend bedrijf Verzorgend bedrijf multinational

Paragraaf 7.5 Waar vind je industrie en waarom daar? Denk aan: Vestigingsplaatsvoordelen of Locatievoordelen Agglomeratie (Rotterdam) keepfactoren/pushfactoren

Paragraaf 7.6 Hoe zijn de diensten verspreid? Verzorgingsgebied van de huisartsenposten in Nederland.

Paragraaf 7.7 Waar moet je een bedrijf vestigen? Lokaal niveau Nationaal niveau Achterland Logistiek Distributiecentrum mainport