Bewegen 1-1-2019 3.2 Bewegen (c) Ing. W.Tomassen
Hoe je met formules moet werken. Hoe je een probleem oplost. Bewegen 1-1-2019 Na deze les weet je: Hoe je met formules moet werken. Hoe je een probleem oplost. Wat GFIBAC betekend. © Ing W.T.N.G. Tomassen (c) Ing. W.Tomassen
Formules 1-1-2019 Herhaling wiskunde (c) Ing. W.Tomassen
Snelheid Snelheid v = s / t
s = v x t Afstand s m km Snelheid vgem m/s km/h Tijd t s h t = 2 h v = 50 km/h Afstand s m km Snelheid vgem m/s km/h Tijd t s h Formule: s = vgem x t
BEWEGING – BASIS ALGEBRA In nask reken opgaven staan de grootheden meestal niet genoemd De getallen worden dan wel met hun eenheid gegeven Een auto rijd met een snelheid van 50 km/h naar Den Bosch voor een onderhoudsbeurt en legt hierbij 200 km af. Hoelang doet de auto over deze rit? In nask reken opgaven staan de grootheden meestal niet genoemd De getallen worden dan wel met hun eenheid gegeven Een auto rijd met een snelheid van 50 km/h naar Den Bosch voor een onderhoudsbeurt en legt hierbij 200 km af. Hoelang doet de auto over deze rit? Snelheid Afstand Tijd
BEWEGING – BASIS ALGEBRA Hoeveel eenheden herken jij? (welke grootheid hoort er bij) Het was drie uur ‘s ochtends toen Pieter uit zijn bed stapte. Hij liet zijn ogen langs de thermometer gaan en zag dat het buiten dertien graden was. Een prima temperatuur om te vissen. Hij liep naar de deur die nog geen twee meter van zijn bed verwijderd was en liep naar de badkamer. Terwijl hij zijn tanden een paar seconden poetste bedacht hij zich dat de tandpasta die hem een flinke twee euro vijftig had gekost eigenlijk helemaal niet lekker smaakte. “Nou ja,” dacht Pieter, “als mijn tanden maar sterk blijven.” ..... .... eenmaal thuis gekomen kon Pieter het niet laten om de vis aan een onderzoek te onderwerpen. Twee en een halve kilo, het was de zwaarste vis die hij in tijden had gevangen. Het was drie uur ‘s ochtends toen Pieter uit zijn bed stapte. Hij liet zijn ogen langs de thermometer gaan en zag dat het buiten dertien graden was. Een prima temperatuur om te vissen. Hij liep naar de deur die nog geen twee meter van zijn bed verwijderd was en liep naar de badkamer. Terwijl hij zijn tanden een paar seconden poetste bedacht hij zich dat de tandpasta die hem een flinke twee euro vijftig had gekost eigenlijk helemaal niet lekker smaakte. “Nou ja,” dacht Pieter, “als mijn tanden maar sterk blijven.” ..... .... eenmaal thuis gekomen kon Pieter het niet laten om de vis aan een onderzoek te onderwerpen. Twee en een halve kilo, het was de zwaarste vis die hij in tijden had gevangen. tijd = 3 uur temperatuur = 13 graden afstand = 2 meter tijd = 2 seconden prijs = 2,5 euro massa = 2,5 kilogram
BEWEGING – BASIS ALGEBRA Omzetten van een formule De omgekeerde bewerking 5 = 10 \ 2 / 2 2 x 4 = 8 /4 6 / 2 = 3 x2 2 = 8 / 4 6 = 3 x 2
BEWEGING – BASIS ALGEBRA Omzetten van een formule De omgekeerde bewerking v = s \ t / t v x t = s /v t = s / v
s = v x t s = v x t v = s / t t = s / v s v x t 6 = 3 x 2 3 = 6 / 2 BEWEGING – s = v x t Snelheid berekenen met een formule afstand = snelheid x tijd s = v x t s v x t afstand s = v x t snelheid v = s / t tijd t = s / v 6 = 3 x 2 3 = 6 / 2 2 = 6 / 3
Probleem oplossing Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Probleem oplossen Probleem oplossing s = 100 km t = 2 h v = 50 km/h Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Uitkomst Denk daarbij altijd aan eenheden achter het getal!
s = v = t = ? 40 km /h 6 h s = v x t s = 40 km/h x 6 h s = 240 km De winnaar van een wieleretappe doet zes uur over de rit. Zijn gemiddelde snelheid is 40 km / h. Bereken de lengte van de etappe. Wat is gevraagd? Stap 1 gegevens verzamelen. Stap 3 invullen. Stap 2 Formule. Stap 4 uitkomst + eenheid. s = v = t = ? Wat weet je al? 40 km /h 6 h s = v x t s = 40 km/h x 6 h s = 240 km
Samengevat en voorbeeld Alles op en rij Gegevens verzamelen De juiste formule Invullen Uitkomst s = 100 km t = 2 h v = 50 km/h s = v x t Grootheid Eenheid Afgelegde weg s meter m Kilometer km Snelheid v meter/seconde m/s Kilometer/uur Km/h Tijd t seconde uur h Factoren milli x 10 −3 x 1/1000 Kilo x 10 3 x 1000
OPGAVE Maak opgave 7, 15, 16, 21, 22, 23, 41, 43, 44, 45, 48 en 52 T 7, 15, 16, 21, 22, 23, 41, 43, 44, 45, 48 en 52 H A 5c, 5d, 12, 16, 24, 35, 38, 41, 42, 44, 46 19:21 Opgave T Opgave H Opgave A