Natuurlijke selectie.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zaden op reis.
Advertisements

HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Bloemen, vruchten, zaden
Onderwerpen borden langs de wanden:
competitie of concurrentie
2.3 Evolutietheorieën Historisch overzicht Leestekst – Inleiding
Evolutie en informatieoverdracht
Basisstof 5 t/m 7 Genenparen Kruisingen Stambomen
Door Nicole Smit & Amber Droog.
Evolutietheorie.
Vlinders Daphne voorbach
Landbouw.
Suzanne,lieke,kim en julia
Suus,Juul,Lieke en Kimmie Van Suus,juul,liek en Kimmie
Thema 12.2 en 12.3 Concurrentie Biotisch Predator Voedsel Abiotisch.
Hoe populaties evolueren En Hoe rekenen we hieraan
“Nothing in biology makes sense except in the light of evolution“
Het ontstaan der soorten
§5 Eerlijk zullen we alles delen
Darwin op de Campus Radboud Universiteit Nijmegen Alumnilezing 2009.
Dit is de spreekbeurt van Bram
Zindelijkheid binnen het aanbod van Kind en Gezin
Elke plant zijn eigen plek
Wij hebben het beste idee van Nederland
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Ecologie Basisstof 6: Successie Basisstof 7: Aanpassingen bij dieren Basisstof 8: Aanpassingen bij Planten.
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
Basisstof 1: De evolutietheorie
 Een groot gezin is een voordeel, de kinderen zullen later gegarandeerd voor jou zorgen.  Een groot gezin is een nadeel, want je hebt een grote en.
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Evolutie.
26.4 Evolutie Meer dan tweeduizend jaar geleden: Griekenland
Het huidige model Obs ’t Hunnighouwersgat. Schooltijden groep 1 tot en met 4 Maandag, Dinsdag, Donderdag:08.25 – 11.45Pauze van tot met pauzehapje.
Regenwormen.
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Ecologie Thema1.
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
De evolutietheorie VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 4.
De kip!. Hoe ziet een kip eruit? De kip Heeft ook veren, maar minder mooi gekleurd dan de haan. Kippen zijn er in veel verschillende kleuren. Kippen hebben.
HOE TALRIJK ZIJN UW WERKEN HEER ! Psalm 104:24 Jeroen Sytsma.
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn.
PLANTEN voortplanting
Eten in Noord-Korea In Noord-Korea heerst een schrikbewind Al jaren
ERFELIJKHEID.
Een tsunami is een grote vloedgolf.
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
4.1 Wat zijn selectiepaden?
ROOFVOGELS EN UILEN LES 13 – BLOKBOEK NATUUR.
Toen de ooievaar die de baby‘s rondbrengt.
Weet jij veel over VOGELS ?
De aanhoudende droogte zorgt voor grote voedseltekorten in Noord-Ghana
Hoofdstuk 1 Jagers en Boeren.
Ecologie' 17 .
H02 Soorten en Populaties
Regenwormen.
Thema 3 ecologie.
Bodem en bemesting Grond.
Spreuken Vakantiepreek.
4.1 Wat zijn selectiepaden?
Ontdekkingen in de herfst
Transcript van de presentatie:

Natuurlijke selectie

Natuurlijke selectie Grote snavel Kleine snavel Grote snavel Met een grotere snavel kan meer kracht worden gezet om de harde zaden open te breken

Natuurlijke selectie De vogels met een kleine snavel De vogels met een grote snavel

In een normaal jaar kunnen beide soorten vogels gemakkelijk aan voedsel komen In een droog jaar kunnen vogels met een grote snavel makkelijker aan voedsel komen dan vogels met een kleine snavel

Natuurlijke selectie In een nat jaar kunnen vogels met een kleine snavel gemakkelijker aan voedsel komen dan vogels met een grote snavel. Het ene jaar zijn de vogels met de kleine snavels in het voordeel, het andere jaar zijn de vogels met de grote snavels in het voordeel De vogels met de grote snavels zijn lange tijd in het voordeel en zullen dus meer nakomelingen krijgen. De vogels met de kleine snavels zijn lange tijd in het voordeel en zullen dus meer nakomelingen krijgen.

Natuurlijke selectie 2 + 4

2 + 4 6 + 12 18 + 36 54 + 108

De vinken die niet genoeg eten kunnen vinden gaan dood De vinken met de grote snavels zullen het beste kunnen overleven. Deze planten zich weer voort waardoor er steeds meer vinken met grote snavels zullen komen. 1) Binnen de populatie zijn er vinken met grote en kleine snavels: er is variatie 2) De grootte van snavels wordt van de ouders op de kinderen doorgegeven: snavelgrootte is erfelijk. 3)Er blijven meer vinken met grote snavels in leven: door deze selectie komen er steeds meer vinken met grote snavels in de populatie. 4) Als de selectie altijd zo werkt dan verandert de samenstelling van de populatie in de loop van de tijd.