Algemene ziekteleer Lymfestelsel en afweer Medische kennis Algemene ziekteleer Lymfestelsel en afweer
Boeken tijdens medische kennis Je gebruikt tijdens MK verschillende boeken: Medische Kennis Anatomie en fysiologie Inleiding medische kennis Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten
Anatomie en fysiologie Anatomie: bestudeert de bouw van het lichaam Fysiologie: houdt zich bezig met hoe het lichaam werkt de functies
Medische kennis Kennis: betekent dat je ergens weet van hebt, ergens van op de hoogte bent. Maar belangrijk is het begrijpen dus je kunt het in je eigen woorden vertellen en controleren of het klopt. Inzicht hebben van kennis en begrijpen van kennis betekent dat je het kan toepassen in de praktijk.
anamnese Een gesprek tussen een hulpverlener (bijvoorbeeld jij als doktersassistente) en een patiënt heet een anamnese. Zoveel mogelijk over de klacht te weten komen Tijdsdruk Parate medische kennis van de hulpverlener Patiënt vindt het soms lastig om de klacht onder woorden te brengen Belang van communicatie!! (empathie, luisteren)
Opdracht in tweetallen (10 min) Wat hoort er volgens jou bij de anamnese? Wat zijn NAW-gegevens? Hoe spreek je patiënten aan als je de telefoon opneemt? Hoe handel je als er een patiënt belt? Hoe zorg je ervoor dat je de huisarts/arts precies kunt vertellen wat er met de patiënt aan de hand is?
Subjectieve informatie De anamnese die je voert met de patiënt en dus al de gegevens van het gesprek vormen de subjectieve informatie (voorgeschiedenis van de ziekte). Al deze informatie wordt genoteerd en vastgelegd in het dossier en heeft de huisarts nodig voor zijn verdere diagnostiek.
Lichamelijk onderzoek Inspectie (bekijken) Auscultatie (afluisteren met stethoscoop) Percussie (dichtheid van lichaamsdeel vaststellen) Palpatie (voelen met vingers), bijvoorbeeld Vaginaal Toucher of Rectaal Toucher)
Infectieziekten ITIS = ontsteking. Een reactie van het weefsel op een schadelijke prikkel. Een ontsteking is nuttig en een natuurlijke reactie op weefselbeschadiging. Itis is een achtervoegsel. Kun je voorbeelden benoemen?
Kenmerken van een ontsteking Roodheid (rubor) Warmte (calor) Zwelling (tumor) Pijn (dolor) Functieverlies (functio laesa) Welke kenmerken kun je op de foto niet zien?
Lymfatisch systeem Het lymfatisch systeem bestaat uit het lymfevatenstelsel en een groot aantal lymfatische organen. Lymfatische organen: verzamelnaam voor alle organen waarin lymfatisch weefsel voorkomt De vele lymfeknopen in het lymfevatenstelsel De milt De thymus Verspreid lymfatisch weefsel, zoals de amandelen (tonsillen)
lymfocyten Het lymfatische weefsel wordt gekenmerkt door lymfocyten-ophopingen. Deze lymfocyten zorgen voor de specifieke weerstand (immuniteit). Zij zijn gericht tegen bepaalde bacteriën en virussen en vormen antistoffen wanneer er antigenen het lichaam binnendringen.
lymfknopen Kleine, erwtvormige orgaantjes met aan de buitenkant lymfefollikels, dit zijn ophopingen van de eerder genoemde lymfocyten Zorgen ook voor fagocytose (vernietiging) van bacteriën en andere ziektekiemen. Zijn filterstations voor de lymfe die uit verschillende delen van het lichaam worden aangevoerd.
De milt Ligt links onder het middenrif en achter de maag en is het grootste lymfatische orgaan. Fagocytose Vorming van lymfocyten Afbraak van rode bloedcellen Bloedreservoir Productie van rode bloedcellen vóór de geboorte
Thymus (zwezerik) Is op kinderleeftijd het grootst, ligt in de borstholte achter het borstbeen Na de puberteit neemt omvang en gewicht sterk af Het is de centrale van de immuniteit Lichaamsvreemd/lichaamseigen Auto-immuunziekte
Verspreid lymfatisch weefsel Amandelen (keel-, neus- en tong) Opening van de buis van Eustachius (verbinding tussen keelholte en middenoor) In de wand van het darmkanaal Taak = lichaam verdedigen tegen binnendringende ziektekiemen.