Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Advertisements

Vragend en Ontkennend maken
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
A/AN Review. HOW DOES IT WORK? Op elke dia krijg je zometeen een vraag te zien. Vervolgens staan daaronder twee of drie antwoordmogelijkheden. Deze antwoordmogelijkheden.
Grammar Chapter 6 G 1 De Passive.
Everything you need to know for your test in the test week!
Interrogative sentences
Grammar Chapter 6 G 3 Some en Any. Some en Any In klas 1 heb je al iets over some en any geleerd, nl dat beide woorden te maken hebben met een onbepaalde.
Woordvolgorde met woorden van tijd
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
Betrekkelijke voornaamwoorden een betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een mens, dier, of ding dat al genoemd is in de zin. who verwijst naar personen:
Lesson 8. Today’s lesson  Exam material  Check homework  Grammar: the passive voice.
Deltion College Engels B2 Spreken/presentaties/subvaardigheid lezen [Edu/003] thema: Holland – coffee shops and euthanasia? can-do : kan een duidelijk.
English and IPC How to teach content through English.
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Deltion College Engels B1 Gesprekken voeren [Edu/006] thema: Look, it says ‘No smoking’… can-do : kan minder routinematige zaken regelen © Anne Beeker.
Jeans Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’s wearing a new jeans! I like it! He’s wearing new jeans. I like them!
Deltion College Engels C1 Spreken [Edu/002] thema: A book that deserves to be read can-do : kan duidelijke, gedetailleerde samenvatting geven van een gelezen.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/005]/subvaardigheid luisteren thema: ‘Pink pop and air-controllers on strike’ can-do : kan in een telefoongesprek.
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/004] thema: Scanning, a race against the time can-do: kan snel belangrijke detailinformatie vinden in lange en complexe.
Deltion College Engels C1 Schrijven [Edu/007] thema: Mind twister or how to write an essay… can-do : kan heldere, goed gestructureerde uiteenzetting schrijven.
Nothing Is As It Seems Lesson 7 What’s the Story?.
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/003] thema: Topical News Lessons: The Onestop Magazine can-do: kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/001]/ subvaardigheid lezen thema: What a blooper…. can-do : kan taal flexibel en effectief gebruiken voor.
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/005] thema: Writing a hand-out can-do: kan een begrijpelijke samenvatting schrijven © Anne Beeker Alle rechten.
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/002] thema: how we celebrate birthdays can-do : kan een samenhangend verhaal schrijven.
Deltion College Engels B1 En Spreken/Presentaties [Edu/003]/ Subvaardigheid lezen Thema: Once upon a time… can-do : kan een verhaal(tje) vertellen © Anne.
Deltion College Engels B1 Lezen [Edu/002] thema: But I ‘ve read it in… can-do : kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen van eenvoudige teksten.
Deltion College Engels B2 (telefoon)gesprekken voeren[Edu/002] /subvaardigheid lezen/schrijven thema: I am so sorry for you… can-do : kan medeleven betuigen.
English 2E 10 November Programme for today Check homework Last class Some /any Have to Can I? Funny blonde woman at the library.
Kom, ga met ons mee Come, go with us. ‘Wij vertrekken nu naar het land dat de Heer ons beloofd heeft. Ga met ons mee! Je zult het goed hebben bij ons.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen some en any? 2. Wanneer gebruik je some? 3. Wanneer gebruik je any? 4. Woorden met some en any erin 5. Samenvatting.
Grammar – period 2.
Bijwoorden van tijd allesvoorengels.nl.
ABILITY = IN STAAT ZIJN.
This, that, these, those Aanwijzende voornaamwoorden
The past simple Grammar.
Toekomende tijd: met “going to”
Chapter 4 Going out Grammar Stepping Stones 2 kgt.
Present simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Past Simple vs Present Perfect
Betrekkelijk voornaamwoorden
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Hulpwerkwoorden Hoofdwerkwoorden vs hulpwerkwoorden
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Video and Radio NU Engels unit 5.1.
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
English 23 April 2018.
Vreugde Joy.
GRAMMAR: SOME/ANY + MYSELF/YOURSELF/HIMSELF….
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Assignment: calling for a meeting about internet use at work
Chapter 2 How stuff works Grammar Stepping Stones 3gt
Chapter 3 Hot off the press
Who/which voornaamwoorden
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Living in the Promised Land Leven in het Beloofde Land
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Past simple vs present perfect
Moving Minds DNA.
Transcript van de presentatie:

Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden By hein hulshof www.meneerhulshof.nl

Betrekkelijke voornaamwoorden Who, whom, whose, which, that zijn woorden die meer informatie geven over mensen, dingen of dieren die al zijn genoemd in een zin. Deze PowerPoint is bedoeld om je te leren hoe je met zinnen kunt werken zoals je ze op de toets kunt verwachten

uitleg Who  verwijzing naar personen Which  verwijzing naar dingen / dieren / plaatsen That  kan in plaats van who/which als je ‘that’ nodig hebt om de rest van de zin te begrijpen (People that break the rules must be put in jail). Maar hier zou (People who break the rules…) ook goed zijn. Whom/Which  na een voorzetsel (to whom, with which, by whom, etc.) Whom bij mensen, which by de rest. Whose  van wie, waarvan, wiens/wie (dus bij bezit)

Some examples I like the shop … is in Main Street: it’s less expensive. His father, … I have never seen at a football match, has decided to go to Japan. Could you bring me the big red book … is on the shelf please? I need someone with … I can work together. The children … parents were killed in the crash, are now living with their grandparents. Mr. Hulshof, … has made this PowerPoint, thinks that you’ll do fine on the test.

keys I like the shop which/that is in Main Street: it’s less expensive. His father, who I have never seen at a football match, has decided to go to Japan. Could you bring me the big red book which/that is on the shelf please? I need someone with whom I can work together. The children whose parents were killed in the crash, are now living with their grandparents. Mr. Hulshof, who has made this PowerPoint, thinks that you’ll do fine on the test.

Extra practice WB exercises 15, 16 and 20 (pages 32/33) Grammaticatrainer All Right!  te vinden via Magister Links naast de video op www.meneerhulshof.nl