FZ = m x g 1cm = 10N FZ = 4 x 10 FS FZ = 40 N Gevraagd wordt de kracht in het touw Gevraagd wordt de spierkracht van de leerling Fspier Fspier FS = 49N FS FZ = 40 N Fspier = 28N Echter kun je de zwaartekracht (FZ) nog niet ontbinden in de richtingen FS en Fspier. Hiervoor zal je beide richtingen “de andere kant uit moeten verlengen”. Nu kun je m.b.v. een parallellogram gaan ontbinden
Bij de botsing oefent de trein een kracht uit van 5000N op de stopper 1cm = 1000N Ftrein = 5000 N C A B 600 Gevraagd wordt de kracht in het stuk AC Gevraagd wordt de kracht in het stuk BC FAC FBC FBC Echter kun je de kracht van de trein (Ftrein) nog niet ontbinden in de richtingen FAC en FBC Aangrijpingspunten van de krachten vallen niet samen. Ftrein = 5000 N Ftrein = 5000 N C A B 600 Je zal de richting BC de andere kant uit moeten verlengen Nu kun je m.b.v. een parallellogram gaan ontbinden FAC = 10000N FBC = 8700N FAC
1cm = 1000N 550 300 D E F FR = 8200N E F D FFD= 5000N FED=5000N D FED 350 D E F FR = 8200N E F D FFD= 5000N FED=5000N 350 D FED FFD FAC 550 300 C A B 1cm = 2000N 550 300 A B C FCB Fz = 8200N Fz = 8200N FCB = 16800N FAC = 11100N