FZ = m x g 1cm = 10N FZ = 4 x 10 FS FZ = 40 N Gevraagd wordt de

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Advertisements

Kracht.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 2
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
Deel 1 Het gevolg van krachten
H 7 Krachten Deel 3 Vectoren.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
KRACHT Elke uitwendige oorzaak die de vorm van een lichaam kan wijzigen wordt kracht genoemd. Symbool: F Eenheid: [ F ] = N Meten van een kracht: dynamometer.
Krachten.
KLIK NU MET JE MUISKNOP OP: -VOORSTELLING WEERGEVEN!
dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007
4.1 Zonder verplaatsing is er geen arbeid
Krachten.
4.1 verrichten van arbeid Om arbeid te kunnen verrichten heb je energie nodig Beweging energie (kinetische energie) Warmte Elektrische energie Zwaartekracht.
Realiseer je dat in alle vier de gevallen er een Fz werkt !
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
Opgave 1 Krachten kunnen het volgende met een voorwerp doen: 1.Kracht verandert soms de snelheid van een voorwerp 2.Kracht vervormt soms een voorwerp -
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Opgave 1 a) b) De resulterende kracht heeft de richting van de weerstand De fiets+fietser remt af.
Naam student: Studienr.
Krachten (vectoren) samenstellen
De tweede wet van Newton
Krachten optellen en ontbinden
Samenvatting Hoofdstuk 1 Nova 3H/V
Newton – VWO Statica Samenvatting.
Newton – HAVO Statica Samenvatting.
Kracht teken je als een pijl. Lengte pijl: grootte kracht.
Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.
1.1 Krachten Hoe werken krachten?.
1.2 Krachten optellen 4T Nask1 H1 Krachten.
7.WRIJVING(p189 4B).
Krachten (vectoren) samenstellen
Krachten (vectoren) samenstellen
H7 Kracht.
Fit!vak rijkserkende opleidingen
4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft:
De kennis van een kracht.
Krachten.
Krachten rondom ons Michelle Borghers.
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
hoe kun je krachten grafisch ontbinden?
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
hoe kun je met krachten onder een hoek tekenen?
Conceptversie.
Hoofdstuk 3: Kracht en Beweging. Scalars en vectoren Grootheden kun je verdelen in 2 groepen  Scalars  alleen grootte  Vectoren  grootte en richting.
Energie in het elektrisch veld
Paragraaf 2 – Krachten meten
Hoofdstuk 8: Natuurkunde Overal (havo 5)
Hoofdstuk 7 Kracht en evenwicht.
Hoofdstuk 6: Natuurkunde Overal (vwo 4)
Paragraaf 3 – Nettokracht
Diagnostische toets Vanaf opdracht 4.
§3.4 : Krachten in evenwicht
Herhaling H8 : arbeid Arbeid: de energie die door een krachtbron geleverd wordt bij verplaatsing van een voorwerp. Dit geeft energie toename/afname ALGEMENE.
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
Hoe je krachten meet Het begrip veerconstante
Massa, Kracht en gewicht.
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Leerjaar 3 Nask1 H1 §1 krachten herkennen.
LEERDOELEN Uitleggen wat het begrip moment inhoudt
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
Grafisch samenstellen van krachten
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Verschillende Soorten krachten
Krachten samenstellen
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Hoofdstuk 8: Natuurkunde Overal (havo 5) versie: september 2018
Transcript van de presentatie:

FZ = m x g 1cm = 10N FZ = 4 x 10 FS FZ = 40 N Gevraagd wordt de kracht in het touw Gevraagd wordt de spierkracht van de leerling Fspier Fspier FS = 49N FS FZ = 40 N Fspier = 28N Echter kun je de zwaartekracht (FZ) nog niet ontbinden in de richtingen FS en Fspier. Hiervoor zal je beide richtingen “de andere kant uit moeten verlengen”. Nu kun je m.b.v. een parallellogram gaan ontbinden

Bij de botsing oefent de trein een kracht uit van 5000N op de stopper 1cm = 1000N Ftrein = 5000 N C A B 600 Gevraagd wordt de kracht in het stuk AC Gevraagd wordt de kracht in het stuk BC FAC FBC FBC Echter kun je de kracht van de trein (Ftrein) nog niet ontbinden in de richtingen FAC en FBC Aangrijpingspunten van de krachten vallen niet samen. Ftrein = 5000 N Ftrein = 5000 N C A B 600 Je zal de richting BC de andere kant uit moeten verlengen Nu kun je m.b.v. een parallellogram gaan ontbinden FAC = 10000N FBC = 8700N FAC

1cm = 1000N 550 300 D E F FR = 8200N E F D FFD= 5000N FED=5000N D FED 350 D E F FR = 8200N E F D FFD= 5000N FED=5000N 350 D FED FFD FAC 550 300 C A B 1cm = 2000N 550 300 A B C FCB Fz = 8200N Fz = 8200N FCB = 16800N FAC = 11100N