Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Meten met Maten.
Advertisements

Een manier om problemen aan te pakken
Introductie en Kennismaking
Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
JWO eerste ronde 2003 –probleem 13
Domein: Breuken, kommagetallen, verhoudingen en procenten
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
Oppervlakte Oppervlakte = op het vlak Dit is 1 cm²
Oppervlaktes K v Dorssen.
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Presentatie Machten,Wortels & Ontbinden Deel 2
Ongelijke verdeling 3 Gemengde oefeningen.
Rekenen met verdeelsleutels
Ongelijke verdeling met som en verschil
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Toepassingen 5L week 3: ‘Kinderen in de wereld’ In een klas zijn 10 jongens en 15 meisjes. De verhouding van de aantallen is 10 tegen 15, maar we kunnen.
Gecijferdheid les 1.3 Kwadraten en machten
Workshop C verhouding van inhoud, lengte en oppervlakte &
Toepassingen 5L week 18: ‘tv venster op de wereld’ procent winst ongelijke verdeling tijdstip en tijdsduur korting gemiddelde prijsberekening 5L week 18:
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Omtrek. 2 cm 8 cm2 cm + + += of 4 x 2 cm8 cm= Omtrek van een vierkant = 4 x z Omtrek van een veelhoek
Toepassingen 5L week 16: ‘Op tocht door vrijetijdsland’ ongelijke verdeling op basis van verschil of som van de delen op basis van verhouding tussen de.
gelijkheid van vorm en grootte precies dezelfde vorm en grootte
Oppervlakte Reghoek, vierkant en driehoek. Wat is oppervlakte?  Oppervlakte is die hoeveelheid 2D ruimte wat deur ‘n vorm ingeneem/beset word.  Die.
Vormleer: vlakke figuren omstructureren – oppervlakte grillige figuren
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
Inhoud Lengte, oppervlakte en inhoudsmaten. Tijd..
AA - BB.  Jan, Sofie en hun moeder zijn samen 52 jaar oud. De mama is vier keer zo oud als Sofie. En Sofie is 2 jaar ouder dan haar broertje Jan. Hoe.
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Toepassingen 5de leerjaar.
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Rekenen.
Lesbrief procenten.
Deze les Nabespreken toets
Rekenen.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
De regel van drieën De regel van drieën is een oplossingsmethode.
G9 2 Formules omvormen is vergelijkingen oplossen M A R T X I
Meten en meetkunde les 3: omtrek, oppervlakte en inhoud
Geld 10c + 50c + 20c = 10c + 10c + 50c = 20c + 20c + 20c =
Vermenigvuldigen & delen
Vermenigvuldigen & delen
Breuken vermenigvuldigen
De cilinder De cilinder De cilinder © André Snijers.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Afsluiting: Hoe zit jij in je kippenvel?
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Les 7: woordformules gebruiken
Ongelijke verdeling 3 Gemengde oefeningen.
Tellen met kaarten.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Tellen met kaarten.
Hoofdstuk 12 schaal. Hoofdstuk 12 schaal Paragraaf 12.1 Schaalverdeling.
Breuken vermenigvuldigen
oppervlakte en inhoudsmaten
Vermenigvuldigen & delen
Transcript van de presentatie:

Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.

Voorbeeld Gunther en Saartje hebben samen € 120 gespaard. Gunther heeft dubbel zoveel gespaard als Saartje. Hoeveel spaarde ieder ? We weten dus wat ze samen gespaard hebben en we weten de verhouding tussen de bedragen. Hoe lossen we zulke vraagstukken op ?

Hoeveel is de waarde van een ? 120 : 3 = 40 Twee grootheden (of getallen) bepalen waarvan we de som kennen, en ook de verhouding van de twee delen, lossen we als volgt op. Gunther en Saartje hebben samen € 120 gespaard. Gunther heeft dubbel zoveel gespaard als Saartje. Hoeveel spaarde ieder ? samen € 120 Gunther heeft dubbel Saartje spaarde 40 euro. Gunther spaarde 80 euro. G = 80 Blokjesschema 120 S = 40 Hoeveel is de waarde van een ? Even controleren… 120 : 3 = 40 Samen hebben ze 120 euro gespaard. Gunther heeft het dubbel van Saartje. Hoeveel is de waarde van ? 2 x 40 = 80

Twee schepen vervoeren samen 36 ton. Eén schip vervoert het drievoud van het ander schip. Hoeveel gewicht vervoert elk schip ? Eén schip vervoert 9 ton . Het ander schip vervoert 27 ton. Even controleren… Blokjesschema Samen vervoeren ze 36 ton. Een schip vervoert 3 keer zoveel als het andere. S1 36 : 4 = 9 36 S2 9 x 3 = 27

 “In onze klas zijn de jongens in de meerderheid,” zegt Seppe. In totaal zijn ze met 20. De verhouding tussen meisjes en jongens is 1 op 4. Hoeveel meisjes zitten in de klas, hoeveel jongens ? Er zitten 4 meisjes in de klas. Even controleren… Er zitten 16 jongens in de klas. Samen zijn ze met 20. Er zijn 4 keer meer jongens dan meisjes. Blokjesschema M 20 : 5 = 4 20 J 4 x 4 = 16

450 : 15 = 30 A 7 x 30 = 210 450 8 x 30 = 240 B Blokjesschema Twee filmzalen bieden plaats aan 450 personen. In filmzaal A kan 7/8 van het aantal personen in filmzaal B. Bereken het aantal plaatsen in beide filmzalen. Het aantal plaatsen in filmzaal A is 210. Even controleren… Het aantal plaatsen in filmzaal B is 240. Het totaal aantal plaatsen (210 + 240) = 450. 210 is 7/8 van 240. Blokjesschema 30 450 : 15 = 30 A 7 x 30 = 210 450 8 x 30 = 240 B

Petra en haar zus Ellen fietsten samen 40 km Petra en haar zus Ellen fietsten samen 40 km. Petra fietste drie keer zoveel km als Ellen. Hoeveel km fietsten beide zussen ? Ellen fietst 10 km. Petra fietst 30 km. Even controleren… Samen fietsen ze 40 km. Petra fietst 3x zoveel als Ellen. Blokjesschema P 3 x 10 = 30 40 E 40 : 4 = 10

B L Blokjesschema B 35 : 7 = 5 3 x 5 = 15 35 L 4 x 5 = 20 De omtrek van een rechthoek is 70 meter. De breedte is 3/4 van de lengte. Zoek de lengte en de breedte van die rechthoek. Omtrek is 70 m B L + B = 35 m De breedte is 15 meter. L De lengte is 20 meter. Even controleren… Lengte + breedte (halve omtrek) = 35 m De breedte is ¾ van de lengte, want 15 is ¾ van 20. Blokjesschema B 35 : 7 = 5 5 3 x 5 = 15 35 L 4 x 5 = 20