Les 2 Lezen 3.3 en 4.1.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Taal en woordenschat Landbouw woorden en Contaminaties
Advertisements

Zakelijk lezen Nederlands.
Les L3TD 14 november. Boek Team Maatschappijleer I 14 november 2012 Hoofdstuk 1.
Aardrijkskunde 1.5 Hoe vind je de weg?.
Nederlands – Taalverzorging en begrippen Woord- en zinsbouw
Argumentatiestructuren
Lezen Nu Nederlands.
Samenvatten.
4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.
Feiten, meningen en argumenten
“Reclame maken voor een eigen restaurant”.
@ allesvoorengels.nl. 1. Pak een lijntjesblaadje van mijn bureau 2. Zet de tafels uit elkaar 3. Leg dit op je tafel: - 2 zwarte / blauwe pennen - Leesboek.
Opdracht 26 Uiteenzetting schrijven
Leesvaardig Examentraining.
Lezen: betoog. Spoorboekje 1)Begrippen/theorie 2)Betoog lezen en beoordelen 3)Bespreken Wat gaan we leren? -Je kunt vertellen wat het tekstdoel van een.
AANEENSCHRIJVEN VAN WOORDEN. Aaneenschrijven  Basisregel: als het bij elkaar hoort, en over één ding gaat, schrijf je het ook aan elkaar, zelfs als het.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
Briant College Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten Paragraaf 4/5: feitelijke en niet-feitelijke argumenten argumentatiestructuren.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Een beoordeling schrijven
Foutieve samentrekking
1. Wat gaan we vandaag doen ?
Beeldspraak: de vergelijking
S/k/l 1.6 Kritisch kijken.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Vragen, wat voor vragen?.
Overtuigende tekst/betoog
Beste Havo 4..
Een reisverslag schrijven
Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte
Toets instructie allesvoorengels.nl.
Aantrekkelijk formuleren
Paragraaf 4 en Halt.
ADL (6) 31 mei 2016 Berthe/Mirjam.
Schrijven Een Verslag.
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Hoofdstuk 1 Meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd
Lezen Onderwerp en hoofdgedachte
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Vwo 4 Nederlands Periode 2 Mevrouw Schrauwen
Lezen meningen, argumenten en conclusie
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Infographics Wat is de functie van infographics en hoe haal ik belangrijke informatie uit ze? NU Nederlands 2F.
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Toets instructie allesvoorengels.nl.
Cursus 3.1 Wetten en Regels Klas 2 BK Lesweek 4
Over onderwerpen uit het thema ‘Vrede en recht’.
Informatieve teksten, interviewverslag
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
Les 3 Lezen 4.2, 4.3 en 4.4.
Betoog.
Toets instructie allesvoorengels.nl.
Tekstboek: Interactieve opdrachten: Via SOM -> Leermiddelen Of
Inleiding, middenstuk, slot
S.O. H7 MATERIE §Test jezelf
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Vandaag Les 6: Dieren Wat Tijd Start 5 Schimmelbrood : opdracht
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
Erosie en Sedimentatie
lezen Feiten, meningen en argumenten
Eigen omgeving: Inrichting & bewoners
Leerjaar 3 Nask H4 §Test jezelf.
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Tijd Expert domein A Expert domein B
Transcript van de presentatie:

Les 2 Lezen 3.3 en 4.1

3.3 - infographics Combinatie van de woorden ‘info’ en ‘ graphic’  is dus een combinatie van informatie en een afbeelding Infographic = informatieve illustratie met een combinatie van tekst en beeld Tekst net zo belangrijk als de afbeelding Let op pijlen, kleurcoderingen en cijfers Een infographic is vaak een goede manier om een langere tekst te vervangen. Veel informatie in één overzichtelijke en aantrekkelijke afbeelding

Lezen 4.1 – feit, mening en argument Doel van deze paragraaf: “Je herkent feiten, meningen en argumenten in een tekst” Tweede- en derdejaars studenten hebben nog veel moeite met het onderscheid tussen deze begrippen.

Feit, standpunt en argument Feit  controleerbaar  “De slagroomsoesjes zijn in de aanbieding bij de Albert Heijn”, “Het is buiten elf graden”. Standpunt  Kun je het mee eens of oneens zijn (bv. discussie Zwarte Piet of roken tijdens de zwangerschap). Andere woorden voor standpunt? Argument  wordt gebruikt om een standpunt te bewijzen of te ontkrachten. ! Zie bladzijde 210 voor meer informatie over argumenten !

Huiswerk les 2 Alle opdrachten van Lezen 3.3 en 4.1 Als je eerder klaar bent, kan je beginnen met de examenopdrachten van de behandelde paragrafen (Lezen 3.1 t/m 4.1). Als je klaar bent met deze examenopdrachten, mag je een antwoordboekje komen halen.