Alcoutim.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Negatieve getallen Klas 1 | Hoofdstuk 4
Advertisements

- Hoe noem je uitkomsten?
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Aflezen van analoge en digitale meetinstrumenten
Een manier om problemen aan te pakken
Het binaire talstelsel
De springende kikker Origami uit Japan.
Waardoor onnauwkeurigheid?
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4
Massa, volume en inhoud..
2.2 Afronden K. van Dorssen.
Grote getallen.
Vergelijkingen oplossen
Andere voorbeeld STAP – 87=? STAP 3 STAP STAP 2 STAP 3 STAP
Marleen loopt met de tijd mee Tekeningen en tekst: Dick de Jong.
Rekentijd Schrijf de letter van het juiste antwoord op. Als je alles goed hebt, krijg je een woord.
Rekenen.
Stichting Onderwijs der EBGS MTD Workshop 2015
Blok 1A Quiz week 1. A.Bij A B.Bij B C.Bij C D.Bij D 1 Waar hoort 6750? Kijk naar de getallenlijn! DC 8000 AB
Blok 1A Quiz week 1. 1 Welk getal hoort tussen 101 – 200? AB CD Waar horen de andere getallen?
1 millimeter dik 6 millimeter regen? 4 millimeter groot 2 millimeter groot.
Inhoud Optellen en aftrekken. Vermenigvuldigen en delen.
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
Schatronde.
Grote getallen.. Om de 3 cijfers een stip. Begin achteraan te tellen. Duizendstip Miljoenstip Miljardstip.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Nodig:1 bekertje Doosje met gewichten Schepje Schep in je beker zand totdat hij helemaal gevuld is. Weeg de gevulde beker in je hand. Pak nu een gewicht.
Jeroen zaagt de plank precies doormidden. Hoeveel centimeter wordt elk stuk? 70 cm.
Les 2 getallen: grote getallen
Absolute aantallen en relatieve aantallen
Les 8 meten en meetkunde in huis
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Schaakbord en rijst Rekenen.
Getallenkennis 5de leerjaar.
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 BB Lesweek 1
Les 3Regels voor de volgorde van bewerkingen
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Les 2 Grote Getallen Rekenen Judith Iedema.
Afronden Hoe moet je statistisch afronden? nr gehalte (mg /100g) 1
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Significante cijfers © Johan Driesse © 2013 – Johan Driesse.
Hoofdstuk 7: Handelsrekenen
Hoofdstuk 5 Afronden. Hoofdstuk 5 Afronden Paragraaf 5.1 In het midden.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Hoofdstuk 15 geld. Hoofdstuk 15 geld Paragraaf 15.1 Euro’s.
Hoofdstuk 21 Metriek stelsel. Hoofdstuk 21 Metriek stelsel.
Basis 3 OPTELLEN & AFTREKKEN. Basis 3 OPTELLEN & AFTREKKEN.
Basis 1 Getallen. Basis 1 Getallen Paragraaf B1.1 Groeperen per 10.
  Alcoutim.
  Alcoutim.
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
OPTELLEN & AFTREKKEN de basis
Hoofdstuk 13 klokkijken. Hoofdstuk 13 klokkijken.
Rekenen met kommagetallen
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 6
Kommagetallen – De basis
Afronden en gemiddelde
Hoofdstuk 30 Negatieve getallen. Hoofdstuk 30 Negatieve getallen.
Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1. Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1.
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Schatten en afronden.
Hoofdstuk 4 Kommagetallen basis. Hoofdstuk 4 Kommagetallen basis.
Hoofdstuk 12 schaal. Hoofdstuk 12 schaal Paragraaf 12.1 Schaalverdeling.
Verder rekenen met kommagetallen
Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte. Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte.
Basis 7 Tijd. Basis 7 Tijd Paragraaf B7.1 Wijzers van de klok.
Breuken optellen en aftrekken
Handig rekenen & rekenregels
Afronden en gemiddelde
Transcript van de presentatie:

  Alcoutim

Basis 2 Werken met getallen

Paragraaf B2.1 Ordenen en uitspreken

Plaatswaardekaart D H T E 9 7 5 3

Plaatswaardekaart D H T E 9 7 5 3

Plaatswaardekaart 1 2 8 7 3 5 6 4 9 8 3 9 1 2 5 4 M HD TD D H T E D H D H T E 8 3 9 1 2 5 4

Om grotere getallen makkelijker te lezen, kun je een spatie of een punt gebruiken.

Let op: raak niet in de war met de komma, want deze hakt het getal doormidden. 9 753 ,

12 345 678

Paragraaf B2.2 De getallenlijn

Getallenslang spelelement

Hoe lang is deze aap?

Wat valt je op?

Zet de volgende getallen op volgorde van klein naar groot 839 1254 851

Zet de volgende getallen op volgorde van klein naar groot 839 1254 851 Plaatswaardekaart D H T E 8 3 9 1 2 5 4

T E 2 1 3 4 5 6 7 8 9

Tussen welke tientallen ligt 57? Tussen welke honderdtallen ligt 693 dan? H T E 6 9 3

In het midden Teken onderaan een bladzijde van je schrift met je liniaal een getallenlijn van 10 centimeters en schrijf bij elke centimeter het juiste getal. Knip hem precies langs de 0 en 10 uit. Vouw hem dubbel, welk getal zit er precies in het midden?

Welke getal ligt er precies tussen 40 en 50 in?

Hoe zit het met de honderdtallen? Welk getal ligt er precies tussen 800 en 900? Welk getal ligt er precies tussen 400 en 500?

Paragraaf B2.3 Afronden

Bij welk honderdtal ligt 789 het dichtst?

Hoeveel mensen wonen er ongeveer in Amsterdam? Dat noemen we afronden! Giancarlo Liguori, Shutterstock

Rond het getal 75 af Rond het getal 73 af Rond het getal 76 af Een getal dat er precies tussen in ligt, rond je naar boven af. Bijvoorbeeld: Als je 750 afrondt op honderdtallen, dan rond je af naar 800 Als je 55 afrondt op tientallen, dan rond je af naar 60.

Hoe rond je dit getal af op honderdtallen? Aan het cijfer na de positie waarop je afrondt, zie je of je naar boven of naar beneden moet afronden. D H T E 4 8 3 6 Hoe rond je dit getal af op honderdtallen? Hoe rond je dit getal af op tientallen?

Rond het getal 65 437 af op tientallen.

Rond het getal 65 437 af op duizendtallen.

Basis 2 opgaven

Hoe spreek je dit getal uit? Vraag 1 De Westerscheldetunnel is 6600 meter lang. Hoe spreek je dit getal uit? zesduizend-zeshonderd zesduizend-zestig zeshonderd-zestig zesduizend-zes

eenentwintighonderd vierenvijftig Vraag 2 Hoe schrijf je eenentwintighonderd vierenvijftig in cijfers? 2145 2154 21 540 21 054

Vraag 3 Hoe kun je het getal negenduizend-tweehonderd-zevenendertig ook uitspreken? Zevenendertig duizend tweeënnegentig Negenentwintig honderd zevenendertig Tweeënnegentig honderd zevenendertig Twee duizend negenhonderd zevenendertig

Vraag 9 Melissa en Dick schatten hoe hoog een gebouw is. Melissa denkt dat het gebouw 600 meter hoog is, Dick denkt dat het 700 meter hoog is. Het gebouw is 640 meter hoog. Wie zit er het dichtst bij? Melissa Dick Ze zitten er even dichtbij

Vraag 5 Hoeveel ons weegt de hamburger?

Vraag 5 Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?

Vraag 5 Welk getal wijst de pijl aan op de getallenlijn?

Vraag 6 Tussen welke twee honderdtallen ligt 670? Tussen … en … in

Welk getal ligt er precies in het midden? Vraag 7 Welk getal ligt er precies in het midden? 411 417 ?

Vraag 8 Welk getal ligt er precies tussen 100 en 500 in? 100 ? 500

Rond het volgende getal af op het dichtstbijzijnde honderdtal: Vraag 10 Rond het volgende getal af op het dichtstbijzijnde honderdtal: 4018

In de pot zitten 127 kruidnoten. Wie zit er het dichtst bij? Vraag 10 Vier vrienden schatten hoeveel kruidnoten er in deze pot zitten. Koen schat 121 kruidnoten. Anouk zegt 129. Judith zegt 123. Pieter schat 122. In de pot zitten 127 kruidnoten. Wie zit er het dichtst bij? Koen Anouk Judith Pieter