Welkom 4 Havo..

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Advertisements

Quiz hoofdstuk 6.
7.1: Van de wieg tot het graf
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
7.1: Van de wieg tot het graf
Algemene Economie Havo Lesinhoud 1.Vorige week 2.Vergrijzing 3.Opdrachten maken 4.Opdrachten bespreken 5.Vooruitblik volgende week.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
AOW EN PENSIOENEN SOCIALE ZEKERHEID. SOCIALE VERZEKERING Verzekeringen ( betaald uit inkomstenbelasting, sociale premies) Volksverzekeringen AOW ANW AWBZ.
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Welkom havo 3..
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Welkom Havo 5..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 3..
Welkom Havo 5..
Beste ath 4..
Welkom Havo 5..
Welkom havo 4..
Welkom ath 4..
Welkom vwo 4..
Welkom Havo 5..
Welkom havo 4..
Welkom havo 3..
Beste ath 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Welkom Havo 5..
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Beste Havo 4..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Beste Havo 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom 4 Havo..
Beste ath 4..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Beste havo 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Welkom 4 Havo..
Beste havo 4..
Welkom Havo/vwo 3..
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Beste havo 4..
Welkom Havo 5..
Duurzame inzetbaarheid
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Pensioenfonds Detailhandel Pensioen zo persoonlijk mogelijk maken
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Transcript van de presentatie:

Welkom 4 Havo.

Planning aankomende 3 lessen. Les 1: start Hoofdstuk 8 (om en rond tot opgave 8.9) Les 2: waarde en welvaartsvast pensioen tm opgave 8.13 Les 3: hoofdstuk 9 ruilen tussen generaties.

Hoofdstuk 8 senioren. 3 inkomensbronnen hebben senioren. AOW (voor iedereen), aanvullend bedrijfspensioen (mensen die in loondienst hebben gewerkt) en opbrengsten uit spaargeld en beleggingen. AOW wordt gefinancierd vanuit het omslagstelsel. Pensioen vanuit kapitaaldekkingsstelsel. Wat is omslagstelsel? De actieve (werkende) betalen voor inactieve (de niet werkende) Wat is kapitaaldekkingsstelsel? Je betaald nu voor jezelf voor later.

8 7 9 10 6 4 1 2 3 5 Opgave 8.1 tm 8.4 10 minuten de tijd Eerder klaar? Opgave 8.5 t/m 8.7 straks 7 minuten de tijd om die te maken, dus alvast starten is handig. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5

Omslagstelsel: AOW: De werkende betalen voor 67 plussers. Wanneer ontstaan er problemen? Te weinig werkende. Te veel niet werkende. Hoe beter de verhouding werkende/niet werkende hoe lager de premie. Hoe slechter de verhouding werkende/niet werkende hoe hoger de premie of hoe lager de uitkering.

6 7 5 3 1 2 4 Opgave 8.5 tm 8.7 7 minuten de tijd Eerder klaar? Lees 8.2.2 en start met opgave 8.8 en 8.9 6 7 5 3 1 2 4

Het bedrijfspensioen. Kapitaaldekkingsstelsel: waarom? Spaart je pensioen bij een pensioenfonds, die belegd jou geld in aandelen en obligaties. Aandelen: risicovoller, maar kan ook meer opleveren. 2 soorten pensioenen Een waardevast en welvaartsvast pensioen. Waardevast stijgt/daalt het pensioen met het inflatiepercentage. (kan je altijd even veel kopen) Welvaartsvast stijgt/daalt met het percentage van de cao- lonen. (kan je net zoveel kopen als de rest van de bevolking)

Naast pensioen kan je ook belegen in aandelen of obligaties. Aandelen was risicovoller, maar kan ook meer opleveren. Dividend: beloning voor aandelen. Rendement = dividend +- stijging van de aandelenkoers. Rendement kan zodoende ook negatief zijn.

6 7 5 3 1 2 4 Opgave 8.8 en 8.9 7 minuten de tijd Eerder klaar? Goed werk! Start met 8.10! 6 7 5 3 1 2 4

Planning aankomende 3 lessen. Les 1: start Hoofdstuk 8 (om en rond tot opgave 8.9) Les 2: waarde en welvaartsvast pensioen tm opgave 8.13 Les 3: hoofdstuk 9 ruilen tussen generaties.

Hoofdstuk 8 senioren. 3 inkomensbronnen hebben senioren. AOW (voor iedereen), aanvullend bedrijfspensioen (mensen die in loondienst hebben gewerkt) en opbrengsten uit spaargeld en beleggingen. AOW wordt gefinancierd vanuit het omslagstelsel. Pensioen vanuit kapitaaldekkingsstelsel. Wat is omslagstelsel? De actieve (werkende) betalen voor inactieve (de niet werkende) Wat is kapitaaldekkingsstelsel? Je betaald nu voor jezelf voor later.

Omslagstelsel: AOW: De werkende betalen voor 67 plussers. Wanneer ontstaan er problemen? Te weinig werkende. Te veel niet werkende. Hoe beter de verhouding werkende/niet werkende hoe lager de premie. Hoe slechter de verhouding werkende/niet werkende hoe hoger de premie of hoe lager de uitkering.

Het bedrijfspensioen. Kapitaaldekkingsstelsel: waarom? Spaart je pensioen bij een pensioenfonds, die belegd jou geld in aandelen en obligaties. Aandelen: risicovoller, maar kan ook meer opleveren. 2 soorten pensioenen Een waardevast en welvaartsvast pensioen. Waardevast stijgt/daalt het pensioen met het inflatiepercentage. (kan je altijd even veel kopen) Welvaartsvast stijgt/daalt met het percentage van de cao- lonen. (kan je net zoveel kopen als de rest van de bevolking)

Naast pensioen kan je ook belegen in aandelen of obligaties. Aandelen was risicovoller, maar kan ook meer opleveren. Dividend: beloning voor aandelen. Rendement = dividend +- stijging van de aandelenkoers. Rendement kan zodoende ook negatief zijn.

8 7 9 10 6 4 1 2 3 5 Opgave 8.10 10 minuten de tijd Eerder klaar? Opgave 8.11 maken. Huiswerk is t/m 8.13 voor vrijdag. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5

6 7 5 3 1 2 4 Opgave 8.11 7 minuten de tijd Eerder klaar? Goed werk! Huiswerk is tm opgave 8.13 spreken we begin volgende les na. 6 7 5 3 1 2 4

Planning aankomende 3 lessen. Les 1: start Hoofdstuk 8 (om en rond tot opgave 8.9) Les 2: waarde en welvaartsvast pensioen tm opgave 8.13 Les 3: hoofdstuk 9 ruilen tussen generaties.

Hoofdstuk 8 senioren. 3 inkomensbronnen hebben senioren. AOW (voor iedereen), aanvullend bedrijfspensioen (mensen die in loondienst hebben gewerkt) en opbrengsten uit spaargeld en beleggingen. AOW wordt gefinancierd vanuit het omslagstelsel. Pensioen vanuit kapitaaldekkingsstelsel. Wat is omslagstelsel? De actieve (werkende) betalen voor inactieve (de niet werkende) Wat is kapitaaldekkingsstelsel? Je betaald nu voor jezelf voor later.

Omslagstelsel: AOW: De werkende betalen voor 67 plussers. Wanneer ontstaan er problemen? Te weinig werkende. Te veel niet werkende. Hoe beter de verhouding werkende/niet werkende hoe lager de premie. Hoe slechter de verhouding werkende/niet werkende hoe hoger de premie of hoe lager de uitkering.

Het bedrijfspensioen. Kapitaaldekkingsstelsel: waarom? Spaart je pensioen bij een pensioenfonds, die belegd jou geld in aandelen en obligaties. Aandelen: risicovoller, maar kan ook meer opleveren. 2 soorten pensioenen Een waardevast en welvaartsvast pensioen. Waardevast stijgt/daalt het pensioen met het inflatiepercentage. (kan je altijd even veel kopen) Welvaartsvast stijgt/daalt met het percentage van de cao- lonen. (kan je net zoveel kopen als de rest van de bevolking)

Naast pensioen kan je ook belegen in aandelen of obligaties. Aandelen was risicovoller, maar kan ook meer opleveren. Dividend: beloning voor aandelen. Rendement = dividend +- stijging van de aandelenkoers. Rendement kan zodoende ook negatief zijn.

Hoofdstuk 9 ruilen tussen generaties. Bladzijde 70, figuur 9.1 wat wordt hiermee bedoeld? Vanaf dat je geboren bent totdat je overlijdt consumeer je, daarentegen je inkomen verdien je tussen 25 en 65 (67 inmiddels). De werkende betalen dus voor niet werkende. Namelijk de werkende betalen voor de jeugd (je ouders betalen jou consumptie totdat je zelf geld gaat verdienen) en betalen de AOW voor de 67 plussers. Zelfs je pensioen is ruilen tussen generaties tenslotte, wanneer je werkt, spaar je voorzelf wanneer je ouder bent

Lees hoofdstuk 9 t/m opgave 9.4 Maak opdracht 9.1 t/m 9.4 Het is aardig wat leeswerk HW = t/m 9.7 15 minuten de tijd. Na 6 minuten mag je overleggen, ik geef dit aan. 11 12 10 13 15 14 9 7 2 1 3 4 6 5 8

Ruilen over tijd. Kan zowel financieel: je betaald nu voor jezelf voor later (pensioen) Of tussen generatie: je ouders betalen nu voor jou, als jij kinderen krijgt betaal jij voor hun. We beïnvloeden hiermee de toekomstige generaties, dit kan ook in de vorm van kennis (wetenschap)

Ruilen over tijd: toekomstige welvaart. Als we nu de zee leeg vissen Verhoogt dat onze welvaart Verlaging van toekomstige welvaart (die hebben geen vis meer) Als we nu milieuvervuilend produceren. Verhoogt onze welvaart (meer productie/goedkopere productie) Maar verlaagt toekomstige welvaart (stijging zeespiegel, vernietiging van de ozonlaag, uitputten van natuurlijke hulpbronnen)

3 1 2 Waarom doen wij dit? Waarom negeren wij het klimaat probleem? Of voor jullie, waarom leren jullie slecht voor een toets, terwijl jullie weten dat jullie er een slecht punt voor halen? Of voor mij, waarom ga ik na me werk niet sporten, terwijl ik weet dat als ik het niet doe ik niet afval? 3 minuten de tijd om één van deze vragen te beantwoorden. 3 1 2

Alle 3 de vragen hetzelfde antwoord. We kunnen slecht toekomstige uitkomsten op waarde schatten. Dat het klimaat over 10 jaar kapot is, heb ik NU geen last van Dat ik over 2 weken een onvoldoende krijg, heb ik NU geen last van. Dat ik straks in de zomer niet fit ben, heb ik NU geen last van. Hou ik rekening met het klimaat, heb ik daar NU last van (minder met de auto, milieubewuste spullen kopen is duurder) Hou ik rekening met de toets, heb ik daar NU last van (leren ipv gamen of op me mobiel zitten) Hou ik rekening met me lichaam, heb ik daar NU last van (sporten ipv op de bank hangen en biertje drinken)

Lees hoofdstuk 9 t/m 9.7 Maak opdracht 9.5 t/m 9.7 Het is aardig wat leeswerk HW = t/m 9.7 Al klaar, zelfstandig aan de slag met resterende sommen hoofdstuk 9. 10 minuten de tijd. Na 6 minuten mag je overleggen, ik geef dit aan. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5