Thema Zintuigen
Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen
Keuzemogelijkheid Wil je nog graag even de informatie doornemen ? Klik op onderstaande knop Maak je graag onmiddellijk de oefeningen ? Klik op onderstaande knop
Hoofdstuk 3 Het zicht
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal
B. Hulporganen ? Wat is dat voor iets ? Het oog heeft verschillende hulporganen. Dit zijn organen die niet direct met het zien te maken hebben, maar die het oog wel helpen of beschermen. Kijk, op de volgende dia’s, goed naar de tekening en vul het juiste deel in.
Wenkbrauw : deze dient om het zweet op te vangen waardoor het niet in het oog kan komen. Oogleden : deze beschermen het oog doordat ze zich bij dreigend gevaar toeknijpen. Traankanaal : deze bevochtigt voortdurend het oog. Anders droogt het oog uit ! Door het knipperen van de oogleden wordt het traanvocht over de bol verspreid. wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal
C. De grootte van de pupil verandert Wanneer het donker is, is er veel/weinig licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor groter/kleiner. Zo kan er meer/minder licht opgevangen worden. Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er veel/weinig licht.
D. We hebben ons twee ogen nodig Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer 6,5 centimeter uit elkaar. Ieder oog ziet het gebied dus hetzelfde/anders. Ze geven dus hetzelfde/een ander beeld. Door met beide ogen samen te kijken, worden de 2 beelden samengevoegd tot één beeld.
Wist je dat… je in totaal een half uur per dag om en om met je ogen knippert. bruin de meest voorkomende kleur van de iris is. Ook zijn er veel mensen met blauwe ogen. er maar weinig vrouwen kleurenblind zijn, maar ongeveer 1 van elke 12 mannen kleuren niet goed kan onderscheiden. een insect weliswaar twee ogen heeft, maar die bestaan op hun beurt weer uit honderden kleinere oogjes, die facetten heten.
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal
Wenkbrauw : deze dient om het zweet op te vangen waardoor het niet in het oog kan komen. Oogleden : deze beschermen het oog doordat ze zich bij dreigend gevaar toeknijpen. Traankanaal : deze bevochtigt voortdurend het oog. Anders droogt het oog uit ! Door het knipperen van de oogleden wordt het traanvocht over de bol verspreid. wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal
C. De grootte van de pupil verandert Wanneer het donker is, is er veel/weinig licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor groter/kleiner. Zo kan er meer/minder licht opgevangen worden. Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er veel/weinig licht.
D. We hebben ons twee ogen nodig Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer 6,5 centimeter uit elkaar. Ieder oog ziet het gebied dus hetzelfde/anders. Ze geven dus hetzelfde/een ander beeld. Door met beide ogen samen te kijken, worden de 2 beelden samengevoegd tot één beeld.
Hoofdstuk 3 Het zicht
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. traankanaal
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. traankanaal ooglid
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. ooglid traankanaal wenkbrauw
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. wenkbrauw ooglid traankanaal iris
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. wenkbrauw ooglid traankanaal iris wimper
A. De bouw van het oog Benoem elk deel van het oog correct. Klik op het juiste bolletje. wenkbrauw ooglid wimper traankanaal iris pupil
B. Hulporganen ? Wat is dat voor iets ? Het oog heeft verschillende hulporganen. Dit zijn organen die niet direct met het zien te maken hebben, maar die het oog wel helpen of beschermen. Kijk, op de volgende dia’s, goed naar de tekening en vul het juiste deel in.
Klik op het juiste antwoord wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal _____________ : deze beschermen het oog doordat ze zich bij dreigend gevaar toeknijpen. wenkbrauw wimper traankanaal pupil iris oogleden
Klik op het juiste antwoord wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal _________________ : deze dient om het zweet op te vangen waardoor het niet in het oog kan komen. Oogleden : deze beschermen het oog doordat ze zich bij dreigend gevaar toeknijpen. wenkbrauw wimper traankanaal pupil iris oogleden
Klik op het juiste antwoord _____________________ : deze bevochtigt voortdurend het oog. Anders droogt het oog uit ! Door het knipperen van de oogleden wordt het traanvocht over de bol verspreid. Wenkbrauw : deze dient om het zweet op te vangen waardoor het niet in het oog kan komen. Oogleden : deze beschermen het oog doordat ze zich bij dreigend gevaar toeknijpen. wenkbrauw ooglid wimper iris pupil traankanaal wenkbrauw wimper traankanaal pupil iris oogleden
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer het donker is, is er _____________ licht. groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer het donker is, is er veel/weinig licht. De iris wordt ___________________ groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer het donker is, is er veel/weinig licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor _______________ . groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer het donker is, is er veel/weinig licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor groter/kleiner. Zo kan er ______________ licht opgevangen worden. groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er ____________ licht. groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er veel/weinig licht. De iris wordt _______________ . groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er ____________ licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor _________________ . groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
C. De grootte van de pupil verandert Klik op het juiste antwoord Wanneer de zon of een zaklamp in je oog schijnt, is er ____________ licht. De iris wordt smaller/breder. De pupil wordt hierdoor groter/kleiner. Zo kan er _____________ licht opgevangen worden. groter smaller kleiner meer veel minder weinig breder
D. We hebben ons twee ogen nodig Klik op het juiste antwoord Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet __________________ wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. hetzelfde 5,5 6,5 7,5 kleiner anders groter een ander 2 3 4
D. We hebben ons twee ogen nodig Klik op het juiste antwoord Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer __________ centimeter uit elkaar. hetzelfde 5,5 6,5 7,5 kleiner anders groter een ander 2 3 4
D. We hebben ons twee ogen nodig Klik op het juiste antwoord Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer 6,5 centimeter uit elkaar. Ieder oog ziet het gebied dus _______________ . hetzelfde 5,5 6,5 7,5 kleiner anders groter een ander 2 3 4
D. We hebben ons twee ogen nodig Klik op het juiste antwoord Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer 6,5 centimeter uit elkaar. Ieder oog ziet het gebied dus hetzelfde/anders. Ze geven dus _________________ beeld. hetzelfde 5,5 6,5 7,5 kleiner anders groter een ander 2 3 4
D. We hebben ons twee ogen nodig Klik op het juiste antwoord Door met twee ogen te kijken, zorg je er voor dat het gebied dat je om je heen ziet kleiner/groter wordt dan wanneer je met één oog zou kijken. Je ogen liggen ongeveer 6,5 centimeter uit elkaar. Ieder oog ziet het gebied dus hetzelfde/anders. Ze geven dus hetzelfde/een ander beeld. Door met beide ogen samen te kijken, worden de _____ beelden samengevoegd tot één beeld. hetzelfde 5,5 6,5 7,5 kleiner anders groter een ander 2 3 4
Wist je dat… je in totaal een half uur per dag om en om met je ogen knippert. bruin de meest voorkomende kleur van de iris is. Ook zijn er veel mensen met blauwe ogen. er maar weinig vrouwen kleurenblind zijn, maar ongeveer 1 van elke 12 mannen kleuren niet goed kan onderscheiden. een insect weliswaar twee ogen heeft, maar die bestaan op hun beurt weer uit honderden kleinere oogjes, die facetten heten.
Goed zo !