Pronomina relativa et interrogativa

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Begroting 2013 Budget 2013 Synthese / Synthèse janvier 2014 / januari 2014 Ministre du Budget Olivier Chastel Minister van Begroting Olivier Chastel.
Advertisements

Latijn Mijn eerste les Latijn.
De Dactylische Hexameter
De coniunctivus Basis: het verschil met de indicativus is dat de coniunctivus een zekere mate van onzekerheid toevoegt aan de mededeling. Het is maar de.
DE SAMENGESTELDE ZIN HOOFDSTUK 2.
De Romeinen.
Latijn Mijn eerste les Latijn.
De Bataafse Revolutie Paragraaf 2.5.
Wat gaan we doen vandaag?
Romeinse Rijk Door Ruben en Witse.
Latijn Mijn eerste les Latijn. Latijn was de taal van Latijn was de taal van.
Bezittelijk voornaamwoord
Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory.
De beknopte bijzin: Te herkennen aan:
Grammaire thème 6 4 vwo.
LL 13: Grammatica Perfectum Passivum en PPP
Relativum h.12 startblok p. 187 E. Mos-Burgers. Caesar, cuius imperium nonnullis non placuit, cui Brutus et Cassius necem paraverunt, Gaium Octavium adoptavit.
Havo 3 Grammaire chapitre 6.
3 VWO (+) Grammaire chapitre 3. Bijvoeglijke naamwoorden: bijzondere vormen Sommige bijv. nw. veranderen wanneer ze vóór een mannelijk zn. staan dat begint.
De koning en de arme violist.
Zingen Vers 1 God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne
de belegering duurt voort, maar Mucius Scaevola heeft een plan
Formuleren en spellen 4 havo.
Hoofdstuk V: Rome Les 4 - par 3A – De Cultuur van het Rijk
Meervoudig samengestelde zinnen
SE-Seneca voorbereiding op CE 2013!
Het betrekkelijk voornaamwoord
Ad Familiares 14.7 Op weg naar Pompeius
Persoonlijk voornaamwoord met nadruk
Gym.
Leestekens 5 vwo.
Wat gaan we doen vandaag?
HET VRAGEND VOORNAAMWOORD
Voegwoorden.
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
De betrekkelijk voornaamwoorden
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
Voltooid deelwoord (ppp) Toekomstig deelwoord (pfa) Participium perfectum passief Participium futurum actief vorming en gebruik.
De aanvoegende wijs of conjunctief 30 maart 2016.
Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord. Aan het einde van deze les weet je… Wat een betrekkelijk voornaamwoord is en hoe je ze uit een zin haalt. Welke.
De familia Tekst 11a Voor het gerecht. Vertaling 11 A Voor het gerecht Context: Veel kritiek op de patriciers: lijkt wel terug te gaan naar de tijd van.
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Grammatica zinsdelen 2vwo, periode 2a.
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord en bijvoeglijke bepaling
Carthago: de grote rivaal van het Romeinse Rijk
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Ablativus absolutus 22 maart.
Nevenschikking en onderschikking
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Betrekkelijk voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord
Strijd tegen Porsenna De moed van Horatius Cocles.
De betrekkelijk voornaamwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
Kandidaat bestuurder Candidat administrateur
Persoonlijk voornaamwoord
Tekstverbanden en signaalwoorden
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 BK Lesweek 4
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Inleiding: Uitbeelden
Samengestelde zinnen.
Nevenschikking en onderschikking
Vragend voornaamwoord
God heeft het eerste woord
Chapitre 1 Francofolies.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Pronomina relativa et interrogativa Het betrekkelijk voornaamwoord en vragend voornaamwoord

Oefenzinnen: het betrekkelijk vnw. Labor, quem finivi, durus (= hard) erat. Romanus, cuius domum vidimus, dives (= rijk) est. Romana, cuius domum vidimus, dives est. Romani, quorum domos vidimus, dives sunt. Deus, cui sacrum feci, gaudet (= is blij). Insula, qua vivimus, parva (= klein) est. Murus, quo miles stabat, altus erat. Milites, quibus urbem cepimus, laudavimus (= hebben wij geprezen).

Oefenzinnen: het vragend vnw. Cuius haec penna (= veer) est? Cuius discipuli haec penna est? Cui pecuniam meam dabo (= ik zal geven)? Cui mercatori (= koopman) pecuniam meam dabo? Quem post lectionem (= les) laudabo? Quem discipulum post lectionem laudabo?

Beperkende en uitbreidende betrekkelijke bijzinnen Wat is het subtiele verschil tussen: 1. De soldaten, die hard gevochten hadden, mochten uitrusten. 2. De soldaten die hard gevochten hadden, mochten uitrusten. Zin 1 bevat een uitbreidende betrekkelijke bijzin. Zin 2 bevat een beperkende betrekkelijke bijzin. LA: Milites, qui fortiter pugnaverant, requiescere potuerunt.