Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactoren en sociale en cognitieve competenties van jonge kinderen Dr. Geert Driessen Universiteit van Nijmegen, Postbus 9048, 6500 KJ Nijmegen E-mail: g.driessen@its.kun.nl Paper Onderwijs Research Dagen ORD 2004 9 – 11 juni 2004, Universiteit Utrecht wetenschap voor beleid en samenleving
1. Probleemstelling Welke verschillen zijn er in opvoedingskenmerken tussen gezinnen, onderscheiden naar het opleidingsniveau en de etnische herkomst van de ouders? Zijn er samenhangen tussen deze gezins- en opvoedingskenmerken aan de ene kant en de sociale en cognitieve vaardigheden van de kinderen aan de andere kant? wetenschap voor beleid en samenleving
2. Steekproef Cohortonderzoek Primair Onderwijs (‘PRIMA’) Cohortonderzoek Primair Onderwijs (‘PRIMA’) Vierde meting: 2000/2001 Landelijke steekproef: 563 basisscholen, 10.774 leerlingen uit groep 2 en hun ouders wetenschap voor beleid en samenleving
3. Instrumenten Oudervragenlijsten: gezinsomstandigheden, opvoedingsfactoren en sociale competentie kind Toetsen: voorbereidend lezen, voorbereidend rekenen wetenschap voor beleid en samenleving
4. Analyses Variantie-analyse Structureel model analyse (LISREL) wetenschap voor beleid en samenleving
5. Theoretisch model Figuur 1 – Schematisch model voor de relaties tussen de kind-, gezins- en opvoedingskenmerken Gezinsstructurele kenmerken: - opleiding - etniciteit Kindkenmerken: - geslacht - oudste kind Gezinsculturele kenmerken: - leesgedrag - thuistaal - taalbeheersing - cultuurparticipatie Gezinssituatie: - gezinsstress - samenstelling Opvoedingsgedrag ouders: - informatief gedrag - vijandig gedrag - autonomie verlenen Ouder-kind interacties: - gezamenlijke activiteiten buitenshuis - gezamenlijke activiteiten binnenshuis Opvoedingscompetentie ouders Sociale competenties kind: - labiel, negatief gedrag - positief sociaal gedrag - aantal vriendjes Cognitieve competenties kind: - taalvaardigheid - rekenvaardigheid wetenschap voor beleid en samenleving
6. Enkele saillante verschillen Figuur 2 – Spreektaal Nederlands naar etnische herkomst (in %) 100 90 83 80 68 70 60 50 40 34 30 20 7 10 Ned. Sur./Ant. Trk./Mar. overig wetenschap voor beleid en samenleving
Figuur 3 – Bezoek musea, concerten en films naar etnische herkomst (gemiddelden) 30 25 20 15 10 10 10 8 4 5 Ned. Sur./Ant. Trk./Mar. overig wetenschap voor beleid en samenleving
Figuur 4 – Opvoeden tot autonomie naar etnische herkomst (in %) 60 50 42 40 36 29 28 30 20 10 Ned. Sur./Ant. Trk./Mar. overig wetenschap voor beleid en samenleving
Figuur 5 – Zwaarte opvoeden naar etnische herkomst (in %) 100 90 80 71 69 67 70 65 60 50 40 31 26 28 30 30 20 10 3 3 3 3 Ned. Sur./Ant. Trk./Mar. overig moeilijk gewoon makkelijk wetenschap voor beleid en samenleving
7. Samenvatting verschillen naar milieu en opleiding: gezinsniveau Milieu Etniciteit Gezinscultuur Leesgedrag ++ + Thuistaal +++ Taalbeheersing Cultuurparticipatie Gezinssituatie Gezinssamenstelling Gezinsstress wetenschap voor beleid en samenleving
7. Samenvatting verschillen naar milieu en opleiding: gezinsniveau Milieu Etniciteit Opvoedingsgedrag ouders Informatief Vijandig Autonomie + Ouder-kind interacties Buitenshuis ++ Binnenshuis Opvoedingscompetentie wetenschap voor beleid en samenleving
8. Samenvatting verschillen naar milieu en opleiding: kindniveau Milieu Etniciteit Sociale competentie kind Labiel, negatief ++ + Positief, sociaal Aantal vrienden Cognitieve competentie kind Taalvaardigheid +++ Rekenvaardigheid wetenschap voor beleid en samenleving
9. Empirisch model Figuur 6 – Padcoëfficiënten van het model voor de relaties tussen de kind-, gezins- en opvoedingskenmerken; ‘zuinig’ model (alleen ’s > .20) .30 leesgedrag leesgedrag opleiding opleiding Fries / dialect Fries / dialect 2 .38 .26 allochtone taal 2 informatief gedrag informatief gedrag Surinaams / Antilliaans 1 .77 .21 vijandig gedrag vijandig gedrag - .20 Turks / Marokkaans 1 - .44 taalbeheersing .29 .42 .25 autonomie verlenen autonomie verlenen - .23 overig allochtoon 1 - .36 labiel, negatief gedrag labiel, negatief gedrag cultuur cultuur - - participatie participatie taalvaardigheid taalvaardigheid .26 .25 positief, sociaal gedrag positief, sociaal gedrag gezamenlijke gezamenlijke .23 geslacht geslacht activiteiten buitenhuis activiteiten buitenhuis rekenvaardigheid rekenvaardigheid aantal vriendjes aantal vriendjes gehuwd, niet ouder 3 gezamenlijke gezamenlijke activiteiten binnenhuis activiteiten binnenhuis oudste / enig kind oudste / enig kind alleen, gescheiden 3 opvoedingscompetentie opvoedingscompetentie alleen, overleden, niet gehuwd geweest 3 gezinsstress gezinsstress wetenschap voor beleid en samenleving Referentiecategorie: 1 Nederlands; 2 Nederlandse taal; 3 gehuwd, twee ouders
10. Conclusies en discussie geen effecten van plaats kinder-rij, gezinsstructuur, gezinsstress (sociale ondersteuning allochtone families?) geen effecten van sociale op cognitieve competenties centrale positie gezinsstructurele en –culturele kenmerken thuistaal, taalbeheersing, talige interactie: linguïstisch kapitaal effecten gelden niet alleen voor de totale steekproef, maar ook binnen elk van de etnische groepen wetenschap voor beleid en samenleving