Creatief Denken maar eerst:
Creatief of niet? ‘Creativiteit kan je niet leren’ Onzin, ‘t is een vaardigheid die kan je ontwikkelen ‘Creativiteit is zweverig en soft’ Onzin, geen innovatie zonder creatie ‘Ik kan allang brainstormen’ O ja? Kan je écht zonder oordeel vrij denken?
Hoeveel vierkanten?
Caesar en Cleopatra ‘Ik kwam de kamer binnen en zag onmiddellijk het geopende raam, de glasscherven en het water op de grond. De gordijnen voor het raam bewogen, maar wat het meest opviel waren Caesar en Cleopatra. Die lagen beide op hun zij op de grond, tussen de glasscherven en het water. Het was onmiskenbaar. Ze waren dood!’ Wat is er gebeurd? Wat is de doodsoorzaak?
Een vraag: Wat is ‘denken’?
Denken: de Theorie
Verwerken van informatie Prikkels waarnemen en verwerken Eenvoudig en complexer Verbindingen maken Vallen en opstaan Patronen en routine Precies dat zit creativiteit in de weg! Doel: ‘vaste’ denkpatronen doorbreken Nieuwe verbindingen maken
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinrietsiet mkaat het niet uit in wlke evloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is, is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeonlzeenwatersaatt
Basisvaardigheden Creatief waarnemen Uitstellen van oordeel Flexibel associëren Divergeren Verbeeldingskracht ontwikkelen
1. Creatief waarnemen: De oude vrouw
2. Uitstel van oordeel Drie niveau’s van oordelen Onbewust: Herken ik dit? Begrijp ik dit? Dan: Nader verkennen. Is het wat? Tot slot: Besluitvormen. Doe ik er iets mee? Nieuwe ideeën stranden vóór niveau 3, ze passen niet in bestaande denkpatronen Wil je nieuwe ideeën een kans geven, dan moet je je oordeel uitstellen
Wat zit er in de weg? ‘Ja maar... Bestaat al! Kan niet. Daar hebben we geen geld voor. Er is meer onderzoek nodig. Dat is niet logisch. Daar hebben we geen tijd voor. Dat is een te grote verandering. We kunnen ook zonder. Werkt ergens anders wel, maar hier niet. We mogen geen fouten maken. Laten we wel even realistisch blijven. Dat gaat nooit lukken. Onze klanten zijn dat niet gewend. De techniek heeft zich nog niet bewezen...’
Uitstel van oordeel. Hoe? Wat wordt er bedoeld? Wat is het idee? Aanvaard die gedachte. (‘Stel, het is waar’) Verken de kansen van dat idee. Dan pas: Beoordeel wat je ermee gaat doen.
3. Flexibel associëren Ketens van aanverwante gedachten Sterke en zwakke verbindingen Herhaling versterkt patroon Dissociatie (patroon doorbreken) Resociatie (terugkoppelen naar bekend spoor)
Practicum Groepen 1 t/m … naar lokaal D0.10
Wat is dit?
Oefening: Pak een voorwerp uit je tas. Schrijf op wat het is Verzin nu vijf volstrekt andere toepassingen Max 1 minuut.
Oefenen: creatief waarnemen In je tweetal Neem een product van jullie bedrijf Neem creatief waar: Verzin vijf nieuwe toepassings- mogelijkheden Laat je oordeel los: alles kan! Creativiteit Hoe? Zo! : pag. 25 t/m 30 bovenaan
Oefenen: flexibel associëren Individueel Bedenk een ander product van het bedrijf Pak pen en papier, noteer het product. Laat je gedachten de vrije loop en maak een associatieketting Max 1 minuut! Creativiteit Hoe? Zo! : pag. 30, 31, 42, 43
Oefenen: kantelen Associëren en dan net even anders Kantel de betekenis, kantel de context Voorbeeld: pag. 42 Hele groep: start is ‘Appel’. Associeer en kantel! Ga staan als je een volgende ‘kantelassociatie’ hebt en roep.
Oefenen: flexibel associëren In viertallen (twee groepjes samen) Noteer de producten (van ieder bedrijf één) op een vel papier. Verbind ze met elkaar. Wat hebben ze met elkaar gemeen? Zoek zoveel mogelijk overeenkomsten (of verbindende associaties) Creativiteit Hoe? Zo! : pag. 43
Opdracht: Concept 1 Ontwikkel een eerste concept voor de DEM. Gebruik hiervoor de stof en het oefenmateriaal uit deze les en motiveer jullie keuzes. Verwerk dit in een korte ‘presentatie’ op één vel papier of één sheet (1 minuut). (volgende keer: concepten presenteren)