Welkom havo 4..

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Herhaling Examenstof M&O
Advertisements

Hypotheekvormen Er zijn diverse hypotheekvormen mogelijk. Elke vorm met z'n eigen kenmerken en z'n eigen voordelen. Het hangt dus van uw omstandigheden.
H 12: Vreemd vermogen lang
Koopwoning...  (het is niet zo moeilijk…). huiswerk  pak agenda en noteer bij ma 19 januri 5e lesuur:  leren tb 72 tm 77 maken 3.21 tm 3.23 wb 129.
CAFI Week 3 Vreemd vermogen Deel 1.
Agenda  Les 44 tm 46  wkn 04 en 05  hs 13 vreemd vermogen op korte termijn  bestuderen par 13.1 tm 13.5 maken wb vragen 13.1 tm
Agenda  Les 41 tm 43  wkn 03 en 04  hs 12 vreemd vermogen op lange termijn  bestuderen par 12.1 tm maken wb vragen 12.1 tm
Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten
A5 Management & Organisatie
Woningfinanciering een inleiding
Eenmanszaak H1 Rode Kees
Danny Schalkwijk R3Ki ( Economie presentatie )
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
Rekenen met rente Jnw, september 2015.
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
Indeling vermogen Aan de creditkant van een balans staat het vermogen van een onderneming.
Aantekeningen hoofdstuk 3. Begroting Als je je uitgaven op orde wilt houden, dan moet je budgetteren. Raadzaam is om een begroting te maken, Dat doe je.
Lenen.
Welkom havo 4..
Exameneenheid: Consumptie
H3 Financiering van een bedrijf
Ondernemerschap E43.
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
H3 Financiering van een bedrijf
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom Havo 5..
Beste Havo 4..
Welkom Havo 5..
Welkom havo 4..
Welkom ath 4..
Beste Havo 4..
Welkom vwo 4..
Ondernemerschap E43.
Welkom havo 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Annuiteiten IntroFox.
Beste Havo 4..
Welkom Havo 5..
Beste Havo 4..
Welkom havo 4..
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Beste Havo 4..
Beste Havo 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste ath 4..
De bank en jouw geld Hoofdstuk 3 Geheel.
Welkom 4 Havo..
Beste havo 4..
Vreemd vermogen op korte termijn
Beste ath 4..
Beste havo 4..
Beste ath 4..
Beste havo 4..
Beste ath 4..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Lineaire lening IntroFox.
Huren of kopen Voordelen van huren:
EIGEN WONING © Dia van Berry Hagendijk.
Transcript van de presentatie:

Welkom havo 4.

Agenda: Terugblik vorige les. Oefenen met annuïteitenlening. Hypothecaire leningen. Opgaves 8 t/m 10 + 11 en 13.

Terugblik vorige les: Wanneer een bedrijf geld nodig heeft kan het besluiten dit geld te lenen. Over dit geleende geld betaal je interest. Wanneer je een gedeelte van dit geld terugbetaald (noemen we aflossing) daalt de schuld en dus de te betalen interest. Een manier van lenen is de annuïteiten lening, waarbij je elke periode een vast bedrag betaald wat bestaat uit aflossing/interest.

Paragraaf 1.2 en 1.3 Persoonlijke lening = een lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen. (de annuiteitenlening kan worden gebruikt als persoonlijke lening, maar kan ook andere vormen hebben). Doorlopend krediet = tot een bepaald bedrag mag maximaal geleend worden, alleen over het geleende bedrag wordt rente betaald, je mag onbeperkt aflossen, maar het hoeft niet Rekening-courantkrediet = zakelijke variant van doorlopend krediet

1.4 Huurkoop en koop op afbetaling (vaak duurder dan persoonlijke lening/doorlopend krediet. Kopen op afbetaling: Goed wordt gekocht Goed wordt geleverd na aanbetaling Restbedrag wordt in termijnen betaald Koper is gelijk eigenaar Huurkoop: Koper is pas eigenaar na betaling laatste termijn nadeel: het is een lening voor een bepaald goed, niet een vrij te besteden bedrag

Oefenopgave annuïteiten. Maak de volgende tabel af: schuldlast begin van het jaar termijnbedrag 6% rente aflossing schuld einde jaar 150000 30000 9000 21000 129000

schuldlast begin van het jaar termijnbedrag 6% rente aflossing schuld einde jaar 150000 30000 9000 21000 129000 7740 22260 106740 6404,4 23595,6 83144,4 4988,664 25011,336 58133,064 3487,98384 26512,01616 31621,04784 1897,26287 28102,73713 3518,31071

hypotheek

1.5 Hypothecaire lening Kenmerken hypothecaire lening: Onroerend goed = onderpand Hypotheekgever = eigenaar pand = geldnemer Hypotheeknemer = bank = geldgever Hypotheekakte: looptijd, rentepercentage, vaste rente periode Soorten hypotheken: Lineaire hypotheek Spaarhypotheek Annuïteitenhypotheek

1.5 Lineaire hypotheek Aflossing = vast bedrag Rente over restbedrag Lasten = rente + aflossing Kosten = rente Lasten: Schuldverloop: Rente Schuld Aflossing

Premie overlijdensrisico 1.5 Spaarhypotheek Geen aflossing gedurende looptijd Rente over totale bedrag gedurende hele looptijd Maximale fiscale aftrek Premie = spaarpremie + overlijdenrisicoverzekering Aflossing einde periode in 1 keer Lasten: Schuldverloop: Rente Premie overlijdensrisico Spaarpremie Schuld

1.5 Annuïteitenhypotheek Annuïteit = rente + aflossing = gelijk bedrag elke periode Eerste jaren meer rente dan aflossing, daarna andersom Vaste maandlasten Lasten: Schuldverloop: Aflossing Interest

Zelfstandig maken 7 t/m 9 lees de tussengelegen stukken theorie goed door. Sommetjes duren heel kort Stukken theorie lezen! 8 minuten de tijd. 6 8 5 7 3 1 2 4

Rente/interest. (sommen 10 t/m 12, 10 min tijd) Klein begin maken aan enkelvoudige en samengestelde interest. Volgende les gaan we dit uitgebreid bespreken. Zelfstandig aan de slag met opgave 10 t/m opgave 12 (som over een hypothecaire lening). Voor opgave 11 moet je weten Je betaald over je inkomen belasting, de hypothecaire rente die je betaald mag je van je inkomen aftrekken waardoor je dus over minder belasting betaald. Voorbeeld: stel ik verdien 80.000 euro, zonder hypothecaire lening betaal ik over die 80.000 euro belasting. Stel ik heb een hypothecaire lening waar je 5.000 euro rente over betaal. Dan hoef ik over 80.000 – 5.000 = 75.000 euro nog maar belasting te betalen. Het belastingvoordeel = wat ik eerst aan belasting betaalde – wat ik nu aan belasting betaal wanneer ik de rente eraf heb gehaald. 8 7 9 10 6 4 1 2 3 5