Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Materialen: plaat zachtboard vlakke spiegel opdrachtvel 4 spelden geodriehoek
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Plaats op de invallende lichtstraal 1 twee spelden op enige afstand van elkaar. Plaats de spiegel, zodat de spiegelende laag samenvalt met de lijn op het papier. Wanneer je in de spiegel kijkt zie je het spiegelbeeld van de twee spelden.
Practicum spiegeling. (speldenprik methode)
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Plaats nu vóór de spiegel nog twee spelden, zodat ze samen met de achter de spiegel zichtbare spelden, (het spiegelbeeld van de invallende lichtstraal), op één rechte lijn lijken te liggen.
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Trek nu de lijn door de twee speldeprikken tot aan de spiegel. Deze lijn vormt de teruggekaatste lichtstraal. Stippel deze lijn achter de spiegel verder.
Practicum spiegeling. (animatie)
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Lichtstaal 1 lijkt volgens deze stippelijn achter de spiegel te lopen, is dus het spiegelbeeld van lichtstraal 1. Doe nu hetzelfde met de spelden op lichtstraal 2.
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Geef nu met L´ aan het punt waar de lichtstralen 1 en 2 na terugkaatsing achter de spiegel vandaan schijnen te komen. Dit is het spiegelpunt van punt L.
Practicum spiegeling. (speldenprik methode) Welk verband is er tussen punt L (voor de spiegel) en punt L´ (achter de spiegel). Ze liggen symetrisch tenopzichte van de spiegel.
Practicum spiegeling. (theorie) i = hoek van inval t = hoek van terugkaatsing beiden in ….º
Practicum spiegeling. (verwerking) Meet de hoek tussen de invallende lichtstaal 1 en de normaal. Hoek van inval = …..º Meet ook de hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal 1. Hoek van terugkaatsing =…..º 25 25
Practicum spiegeling. (verwerking) Meet de hoek tussen de invallende lichtstaal 2 en de normaal. Hoek van inval = …..º Meet ook de hoek tussen de normaal en de teruggekaatste lichtstraal 2. Hoek van terugkaatsing =…..º 50 50 Conclusie: i = t
Practicum spiegeling. (voorbeeld) DE DODE EIK VALT LANGZAAM OM
Practicum spiegeling. (voorbeeld) HOED U VOOR MAGIE DOCH DOE AAN NATUURKUNDE
Spiegels (extra opdracht 1) Materiaal - geodriehoek - vel papier 3 Evenwijdige lichtstralen vallen op een vlakke spiegel, hoe gaan ze verder. Teken deze teruggekaatste lichtstralen.
Spiegels (extra opdracht 2) B L´ 3 Divergerende lichtstralen komend vanuit één punt (lichtpunt), vallen op een vlakke spiegel, hoe gaan ze verder. Teken deze teruggekaatste lichtstralen (gebruik je geodriehoek). Waar lijken deze lichtstralen vandaan te komen. Teken dit en noem dit punt L´. Het lichtpunt L kun je zien en bestaat echt, daarom noemen we dit een reëel lichtpunt. Het punt L´ waar het licht vandaan lijkt te komen bestaat niet echt maar is wel het spiegelbeeld van het lichtpunt. We noemen dit dan ook een virtueel beeldpunt. (Dit geven we ook vaak aan met de letter B van beeldpunt).
Spiegels (extra opdracht 3) 3 Convergerende lichtstralen gaand naar één punt, vallen op een vlakke spiegel, hoe gaan ze verder. Teken deze teruggekaatste lichtstralen (gebruik je geodriehoek). Waar lijken de invallende lichtstralen naartoe te gaan. Stippel deze lijnen en noem het snijpunt L. L B Het lichtpunt L is het snijpunt van de invallende lichtstralen maar bestaat niet echt, daarom noemen we dit een virtueel lichtpunt. Het punt B waar de teruggekaatste lichtstralen elkaar snijden noemen we het beedpunt. De lichtstralen komen hier ook werkelijk bij elkaar en daarom noemen we dit dan ook een rieéel beeldpunt.