Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

1.2 De Nederlanden onder de Bourgondiërs en de Habsburgers
Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
Feodale stelsel.
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van monniken en ridders
Burgers regelen het zelf
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
De middeleeuwen 1 De Germanen.
5.1 Leenheren en leenmannen
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Verdediger van het Christendom
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
Macht kwam in handen te liggen van Germaanse koningen, zoals bijv
469 Doop Frankische koning Clovis
Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd.
Les 5 - Groei van de Steden
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Kenmerk 9: De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 11: Het Christendom in Europa Tijdvak 3: Vroege Middeleeuwen; de tijd van ridders.
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Karel en grote problemen
Kenmerk 5 (a) De groei van het Romeinse imperium, (b) waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde Les 14: Van Republiek naar Keizerrijk.
Vroege Middeleeuwen.
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Verbreiding van het Christendom in Europa.
De opkomst van de middeleeuwse stad
Paragraaf 3.3 Deze les: Feodale stelsel
Aantekeningen en afbeeldingen.
Tijd van burchten en steden
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Tijd van steden en staten ( n. Chr.)
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Tijd van monniken en ridders
De vroege middeleeuwen, 500 – 1000
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Van koninkrijken naar een Karolingisch keizerrijk (5e – 10e e.)
Pabo instroom geschiedenis
DE LATE MIDDELEEUWEN De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
De strijd om de macht: van feodale naar territoriale koninkrijken
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Geschiedeniswerkplaats – 1KGT
Leven als een Romein Paragraaf 5.
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
Waarom bekeert Clovis zich tot christendom?
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Tijd van Monniken en Ridders
H3.1 Hofstelsel en Horigheid
De Merovingers: Clovis De Karolingers: Karel de Grote Van Germaanse stamkoninkrijken naar Karolingisch Grootrijk.
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders Middeleeuwen
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Monniken en ridders H3.3 HET BESTUUR WORDT FEODAAL.
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
§ 3.4 Verspreiding van de Islam
Leven op een domein KA 10 hofstelsel.
Hoofdstuk 3.3 Het bestuur wordt feodaal
Hoofdstuk 3 Paragraaf 2 ‘Hofstelsel en horigheid’
Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders
Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Samenvatting 4.5 Opkomst steden en staten
De vroege middeleeuwen
literatuurgeschiedenis
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Transcript van de presentatie:

Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Romeinse rijk Centraal bestuur in Rome Zorgen voor Bestuur & Rechtspraak provincies Romeinse rijk was een beschaving

ROMEINSE EENHEID Middeleeuwen Wegen werden niet onderhouden Verval Romeins bestuur  Wegen werden niet onderhouden Geen rechtspraak en wetten i.v.m. verdwijnen van geletterde bevolking Rondtrekkende bendes hadden vrij spel. ROMEINSE EENHEID

Onzeker bestaan Onzekerheid  ontstaan van afhankelijke relaties tussen hogere en lagere machthebbers Feodalisme / leenstelsel / vazalliteit (feudum = leen)

Feodaal stelsel Relatie tussen leenheer & leenmannen (vazallen) Leenheer geeft: Leenman geeft: * Bestuursambten * bestuurlijke, juridische en graaf / hertog militaire steun. (= loyaal) * Domeinen hogere machthebber lagere machthebbers

Succes feodaal stelsel Alleen onder de Karolingers = Frankische rijk. Clovis (6e eeuw) Karel Martel (8e eeuw) Pippijn de Korte (8e eeuw) Karel de Grote (768 – 814) Meest succesvol i.v.m. grote veroveringen mede mogelijk gemaakt door: Uitvindingen: betere wapens / betere bescherming (schild, maliënkolder) / stijgbeugel

Maliënkolder

Stijgbeugel

Karel de Grote Manier van besturen: Rijk verdeeld in gouwen (kleine bestuurseenheden) Na Karel de Grote: versplintering  Leenmannen gaan leen als bezit beschouwen.