Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving. Thema 1 BS 7 Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Wat is concentratie? = de hoeveelheid opgeloste stoffen in een volume eenheid. In: % of g/l of mg/m3 of ppm (1 deel in een miljoen) 1ppm=0,0001% Bij gassen wordt druk(=spanning=p) gebruikt In de eenheid Pa (pascal) Hoge concentratie : veel opgeloste stoffen Lage concentratie : weinig opgeloste stoffen
Wat is diffusie? =Het verplaatsen van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie.
Diffusie snelheid afhankelijk van: Grote van het oppervlak Grote van de afstand Het concentratie(druk) verschil De temperatuur Aard van de stof Medium waarin diffusie plaats vindt.
Permeabel Niet-permeabele wand= niet doorlaatbaar Semi-permeabele wand= half doorlaatbaar (Voor water doorlaatbaar, niet voor de daarin opgeloste stoffen) Permeabele wand = een doorlaatbare wand Selectief permeabel = selectief bepalen welke stoffen wel en welke stoffen niet door het membraan heen gaan.(vb=het celmembraan)
Wat is osmose? =Diffusie van water door een semi-permeabele wand. =Wanneer twee oplossingen van een verschillende concentratie worden gescheiden door een semi-permeabele wand, zal het water zich verplaatsen van de lage concentratie naar de hoge concentratie
Transport door het celmembraan Diffusie van zuurstof, CO2 en in vet oplosbare stoffen door lipidenlaag Osmose van water door bepaalde eiwitten Passief transport van glucose en bepaalde ionen door transportenzymen. Actief transport van glucose en bepaalde ionen via andere transport enzymen.
passief / actief Passief -kost geen energie volgt concentratieverval, van hoge concentratie naar een lage concentratie Actief kost wel energie (van de ………….) Tegen concentratieverval in, van lage naar hoge concentratie