Het schrijven van een kaart
Nieuwe woorden: De envelop De brief De kaart sturen De postzegel Gefeliciteerd Gecondoleerd Van harte Beterschap De geboorte Het huwelijk / trouwen Het overlijden
De envelop Op de envelop staat de persoon voor wie de kaart is Op de envelop staat het adres (straat, huisnummer, postcode, woonplaats) Op de envelop zit een postzegel
De brief In de envelop zit een brief. Een brief begint met ‘hallo’ of ‘hoi’ Een brief eindigt met ‘groetjes’ of ‘dag’ en jouw naam. beginnen en eindigen
Voorbeeld: kaartje
De kaart De kaart zit in de envelop Je stuurt een kaart als iemand jarig is, ziek is, gaat trouwen of als iemand overleden is. In de kaart schrijf je iets voor iemand Je begint met ‘hallo’ of ‘hoi’ Je eindigt met ‘groetjes’ of ‘dag’ en jouw naam
Valentijnskaart Je bent verliefd op iemand. Je stuurt een kaart voor Valentijn. Je kan je naam er op schrijven, maar het moet niet.
Gefeliciteerd! Iemand is jarig. Je stuurt een kaart met ‘Gefeliciteerd!’ of ‘Van harte!’
Gecondoleerd Iemand is overleden (dood). Je stuurt een kaartje met ‘gecondoleerd’. Overlijden - overleden
Beterschap Iemand is ziek. Je stuurt een kaart met ‘beterschap’.
Geboorte Er is een baby geboren. Je stuurt een kaartje. Je zegt ‘gefeliciteerd’ of ‘van harte’ Van harte met de geboorte van jullie zoon! Gefeliciteerd met de geboorte van jullie dochter!
Het huwelijk Twee mensen trouwen, je stuurt een kaart. Je zegt ‘gefeliciteerd’, ‘van harte’ of ‘hoera!’