Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Naar het bos ! naaldbos loofbos gemengd bos
Advertisements

Ciperaceae (cypergrassen)
3.3 zaadplanten bedektzadigen struiken
Pinus (den) Naaldboom Stevige naalden in paren of groepjes Wintergroen
INSNIJDINGEN VAN HET BLAD
3.3 zaadplanten bedektzadigen bomen
Een kwisje over....
mijn spreekbeurt gaat over
Keuze nieuwe straatbomen Cabralstraat.
niveau 3 AUCUBA - Viburnum
niveau 2 AUCUBA - Viburnum
deel 1 AUCUBA - Viburnum herkenning van loofhoutgewassen samenstelling
Heesters bladverliezend niveau 2 6 toetsen
Plantenkennis – Bomen
Plantenkennis – Heesters
Soortenkennis O41A DEEL 2 van 2
Duitse pijp Aristolochia macrophylla
Soortenkennis O41A deel 1 van 2
Soortenkennis O41A deel 2 van 3
Soortenkennis Deel 2 van 3
Soortenkennis O41A deel 3 van 3
Vijvertuinen ADA Hofman
Vijvertuinen ada hofman
Vijvertuinen Ada hofman loozen
441 Ligustrum japonica ‘Rotundifolium’
Plantenkennis lijst 1 Bomen Deel 1 G41-G31-GB1+2.
Toegepaste biologie O SOORTENKENNIS DEEL 2/3.
Soortenkennis Deel 3 van 3 O41B
Soortenkennis Deel 1 van 3
Plantenkennis – Bomen
Park Kruserbrink Struiken.
Heesters Plantage Oost
Schooltuin GroeneWelle Zwolle
Bladverliezende heesters G41-G31-GB1+2
Plantlijst Loofhoutgewassen. door E.J. STOFFELS Bron: herkenning van loofhoutgewassen.
Kerria japonica ranonkelstruik
Het Leeg – Rietbeemden Beplantingsvoorstel.
Plantenkennis – Coniferen
Bol- en knolgewassen Klas 3.
Niveau 3 en 4 Plantenkennis. Bomen.
Bladeren, stengels en wortels
Coniferen Handel.
Surinaamse groenten.
Plantlijst Schooltuin (2).
Plantenkennis – Wilde flora
Nieuwe aanplant stad Hardenberg
Bomen Lijst niveau 4, leerjaar 1.
Plantenkennis – Bos en haagplantsoen
Houtsoorten en hun kwaliteit
Bladeren herkennen.
Plantenkennis Wilde flora.
Plantenkennis Wilde flora.
Rozen en bamboe Dinsdag
Plantenkennis Styling
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
Niveau 2 Plantenkennis Heesters.
Plantenkennis – Water en moerasplanten
Sierbomen.
Niveau 2 Plantenkennis Heesters.
Niveau 2 Plantenkennis Coniferen.
deel 1 naaldconiferen Abies, Picea, Pseudotsuga, Tsuga
Plantenkennis Heesters.
Stoffels Sorbus- Wisteria
Speenkruid Ranunculus Ficaria.
Nieuwe aanplant stad Hardenberg
Witte Dovenetel Lamium album L..
Smeerwortel Symphytum officinale.
Eén van de plantendelen op de stengel zijn de bladeren
Hogere planten Plaats in het plantenrijk
Stinkende Gouwe Chelidonium majus.
Transcript van de presentatie:

Niveau 2, 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen

Plantenkennis Acer platanoides – Noorse esdoorn Hoogte: 20 meter. Bloem: voor het blad met gele bloempjes in opstaande tuilen. Bloeitijd: mei – juni. Blad: handlobbig, 9 – 18 cm, wijdgetande, toegespitste lobben. Knop: aanliggend, roodbruin. Standplaats: wind en schaduw. Groeiplaats: voedzame en goed doorlatende grond. Twijg: donkerbruin. 1

Plantenkennis Acer pseudoplatanus - gewone esdoorn Hoogte: 25 meter. Bloei: maart – april. Bloem: minder opvallend, na het blad, geelgroen in hangende trossen. Knop: groen, afstaand. Blad: handspletig, met spitse gezaagde lobben, 8 – 18 cm. Boven: dofgroen, rimpelig, ruw. Onder: blauwgroen. Groeiplaats: geeft op vochtige, voedselrijke gronden veel zaailingen. Twijg: stevig, grijsgroen. 2

Plantenkennis Acer campstre – veldesdoorn Hoogte: 12 – 20 meter. Bloei: april – mei. Bloem: groengeel, in opstaande tuilen. Blad: handlobbig, 3 – 7 cm, 3 – 5 lobben. Herstkleur geel. Knoppen: tegenoverstaand, bruin. Standplaats: zon tot schaduw. Groeiplaats: alle gronden, niet te voedselarm. Twijg: soms met kurklijsten, talrijke korte zijscheuten. 3

Plantenkennis Alnus glutinosa – zwarte els Hoogte: 20 – 25 meter. Bloei: februari - maart. Bloem: mannelijk katjes – geel, vrouwelijk katjes klein en roodachtig. Blad: omgekeerd eirond, 4 – 11 cm, stompe top, bladrand dubbelgezaagd. Bovenzijde glanzend. Knop: Knotsvormig, gesteeld. Standplaats: verdraagt wind. Groeiplaats: goed voor vochtige grond. Twijg: jonge twijg vaak kleverig, aan de top 3-kantig. 4

Plantenkennis Amelanchier lamarckii – Drents krentenboompje Hoogte: 3 - 6 meter. Bloei: april. Bloem: in witte trossen. Knoppen: aanliggend, aan de zonzijde roodbruin aan schaduwzijde meer groen van kleur. Blad: langwerpig, de afgeronde bladvoet hartvormig. Bladrand: fijn gezaagd. Groeiplaats: alle gronden, bij voorkeur op zandgrond. Twijg: plaatselijk glimmend. rode, later purperen pitvruchten (eetbaar). 5

Plantenkennis Betula pendula – ruwe berk Hoogte: 15 – 20 meter. Bloei: april. Bloem: mannelijk en vrouwelijk katjes. Blad: ruitvormig- eirond, 3 – 7 cm, dubbelgezaagd. Groeiplaats: droge, zandige grond. Twijg: aanvankelijk ruw door wratjes of kaal. Witte stam. 6

Plantenkennis Betula pubescens – zachte berk Hoogte: 6 tot 10 meter. Bloei: mei – juni. Bloem: wit, eindstandige pluimen. Blad: geveerd, meestal 7 blaadjes van 3 – 8 cm, fijn gezaagd. Twijg: grijsgroen met donkergrijze eindknop. Standplaats: zon. Groeiplaats: van nature; droge leem- en kalkhoudende gronden. 7

Plantenkennis Carpinus betulus – haagbeuk Hoogte: 15 – 20 meter. Bloei: katjes verschijnen in april – mei. Blad: ovaal – langwerpig, 4 – 10 cm, dubbelgezaagd. Herstkleur: geel. Knop: 5 -10 mm, spits, aanliggend. Standplaats: zon tot schaduw. Niet aan zee. Groeiplaats: voedzame, doorlatende grond. Stam: glad, grijszwart. 8

Plantenkennis Castanea sativa – tamme kastanje Hoogte: 20 meter. Bloei: juni. Bloem: openstaande aar. Blad: langwerpig, 10 -20 cm, grof getand. Herstkleur geel. Knop: rond, fijnbehaard. Standplaats: warm en zonnig, verdraagt schaduw. Twijg: bovenaan kantig. 9

Plantenkennis Cornus mas – gele kornoelje Hoogte: 7 meter. Bloei: maart – april. Bloem: geel. (stinkt) Blad: eirond, 4 -11 cm, 3 – 5 zijnerven, beide zijden beharing. Bovenzijde glimmend. Knop: spits, grijs. Standplaats: kan goed schaduw verdragen. Groeiplaats: alle gronden. Twijg: dun, aanvankelijk groen, aan de zonzijde roodbruin. 10

Plantenkennis Cornus sanguinea – rode kornoelje Hoogte: 4 meter. Bloei: mei – juni. Bloem: witte tuilen. Blad: eirond, dofgroen, 4 – 10 cm met 3 -4 zijnerven. Onder: licht blauwgroen. Standplaats: groeit het beste in lichte schaduw. Groeiplaats: alle gronden. twijg: gave twijgen, aan de zonzijde bruinrood. 11

Plantenkennis Corylus avellana – hazelaar / hazelnoot Hoogte: 5 – 6 meter. Bloei: maart Bloem: mannelijke katjes geel, vrouwelijke katjes rode stempels. Blad: rond-hartvormig, 7 – 14 cm, behaard, dubbelgezaagd. Bladsteel ongeveer 1 cm, behaard. Knop: groen, rond. Standplaats: verdraagt schaduw. Twijg: behaard. 12

Plantenkennis Crateagus leavigata – tweestijlige meidoorn Hoogte: 6 m. Bloei: mei Bloem: witte tuilen Blad: veerlobbig, 2 – 6 cm met afgeronde, gezaagde lobben. Steunblaadje aanwezig. Groeiplaats: voedzame, vochthoudende gronden. Twijg: gedoornd Vrucht: rood, 2 a 3 pitten 13

Plantenkennis Crateagus monogyna – eenstijlige meidoorn Hoogte: 8 meter. Bloei: mei. Bloem: in witte tuilen. Knop: klein stomp, verspreidstaand. Blad: veerdelig, 3 – 7, aan de top gezaagd. Grof gezaagd, steunblaadjes. Groeiplaats: voedzame, vochthoudende grond. Twijg: grijsgroen met takdoorn. Vrucht: rode steenvrucht, met 1 pit. 14

Plantenkennis Euonymus europaeus - kardinaalsmuts Hoogte: 4 meter. Bloei: mei. Bloem:kleine onopvallende gele bloemen. Knop: groen, vrij klein en spits, tegenoverstaand. Blad: 3 – 7 cm, eirond-ovaal, gezaagd. Herfstkleur rood. Standplaats: schaduw en wind verdragend. Groeiplaats: kalkrijke grond. Groeit minder goed op zware bodems. Twijg: groen, kantig, soms met kurklijsten. 15

Plantenkennis Fagus sylvatica – beuk Hoogte: 30 meter. Bloei: mei. Bloem: onvallende katjes. Knop: spits, langwerpig, afstaand. Blad: breed ovaal, 4 – 10 cm, gaafrandig, Bij het uitlopen is het blad behaard. Standplaats: zon tot schaduw. Groeiplaats: leemhoudende zandgronden, groeit minder op arme, droge zandgrond. 16

Plantenkennis Fraxinus excelsior - es Hoogte: 25 meter. Bloei: april – mei. Bloem: pluimen. Knop: dikke zwarte knoppen. Blad: geveerd, 9 -11 blaadjes van 5 – 8 cm, lancetvormig, toegespitst, Standplaats: in de jeugd schaduwverdragend, later licht nodig. Groeiplaats: voedselrijke, vochtige grond. twijg: grijsgroen, aanvankelijk glad, later gegroefd. 17

Plantenkennis Hippophae rhamnoides – duindoorn Hoogte: 2 meter. Bloei: april – mei. Bloem: onopvallend, geelgroen. Knop: goudbruin, klein verspreidstaand. Blad: lijn lancetvormig. 3 – 7 cm, beide zijden zilverachtig. Later grijsgroen van boven. Standplaats: Zon, kan goed tegen zeewind. Groeiplaats: kalkrijke grond. Twijg: zilverachtig geschubd. De bessen zijn zuur en rijk aan vitamine C. 18

Plantenkennis Ilex aquifolium – scherpe hulst Hoogte: 15 meter. Bloei: mei – juni. Bloem: wit. Blad: ovaal tot langwerpig, 5 – 8 cm. Bovenzijde donkergroen met stekelige getande rand. Standplaats: zon en schaduw. Gevoelig voor strenge vorst. Groeiplaats: matig vochthoudende grond. Twijg: kaal, groen. 19

Plantenkennis Larix kaempferi - Japanse lariks / lork Hoogte: 25 meter. Bloei: april - mei Bloem: vrouwelijke bloemen opvallend rood. Knop: glimmend donkerbruin. Naald: 1,5 – 3,5 cm lang, afgeplat. Van boven fris groen, van onder met twee blauwwitte strepen. Groeiplaats: vochtige gronden. In de winter heeft de Larix geen naalden. Vrucht: kegels, 1,5 – 3,5 cm groot. 20

Plantenkennis Ligustrum vulgare – gewone liguster Hoogte: 5 meter. Bloei: juni – juli. Bloem: wit, geurende bloemen in behaarde pluimen. Blad: tegenoverstaand, 4 – 8 cm lang, leerachtig, donkergroen, glad. Standplaats: zon, ook prima in de schaduw. Groeiplaats: groeit minder goed op zure arme grond. Twijg: later kaal, iets glimmend. Zwarte bes is giftig. 21

Plantenkennis Picea abies – fijnspar / kerstboom Hoogte: 30 meter Bloei: mei. Bloem: rood. Naald: 1,5 – 3,5 cm lang, ruitvormig in doorsnede. Groeiplaats: stelt hoge eisen aan vochtigheid, slecht op oppervlakkig doorwortelbare gronden. Vrucht: kegels 10 -15 cm, hangend. Bij rijpheid roodbruin. 22

Plantenkennis Pinus sylvestris – grove den Hoogte: 25 meter Knop: bruin, spits en harsig. Naald: in groepjes van 2 bijeen; 4- 7 cm lang. Groen tot blauwgroen. Groeiplaats: van oorsprong op slechte gronden, arme droge zandgronden. Vrucht: kegels groeiend gedurende 2 jaar. Aan het eind van het tweede seizoen zijn ze 3 – 6 cm en geelbruin, later grijsbruin. . 23

Plantenkennis Populus alba – witte abeel/ witte populier Hoogte: 25 meter. Bloei: maart – april. Bloem: katjes lichtgrijs, harig. Knop: witviltig behaard, daaronder roodbruin, verspreidstaand. Blad: handvormig gelobd, van boven donkergroen, van onderkant witviltig behaard. Groeiplaats: groeit op droge zure gronden. Twijg: jonge twijgen behaard, evenals de knoppen. 24

Plantenkennis Populus x canescens – grauwe abeel Hoogte: 25 meter. Bloei: maart – april. Bloem: katjes, grijs. Knop: minder behaard dan die van de witte abeel. Blad: handvormig gelobd. Onderzijde grijsblauw behaard. Bladsteel blauwgrijs behaard en afgeplat. Minder diep ingesneden als bij de P. alba. stelt minder eisen aan de grond als de P. alba. Twijg: aanvankelijk viltig behaard, later kaal. 25

Plantenkennis Prunus avium - zoetekers Hoogte: 20 meter. Bloei: April en mei. Bloem: 3 – 5 cm teruggeslagen kelkbladeren. Wit Blad: eirond tot langwerpig, 6 -15 cm, grof en onregelmatig gezaagd. Dofgroen. Onderzijde langs de nerven behaard. Standplaats: zonnig Groeiplaats: alle gronden mits niet te zuur en goed ontwaterend. Twijg: vrij dik, bruin – grijs, vaak kortloten aanwezig. 26

Plantenkennis Prunus spinosa – sleedoorn Hoogte: 4 meter. Bloei: april. Bloem: meestal voordat het blad verschijnt, witte, alleenstaande bloemen. Knop: klein, rond, verspreidstaand. Blad: ondieper en regelmatiger. In het najaar langer aanblijvend. Groeiplaats: voedzame grond. Twijg: fijn behaard, kortloten gedoornd. Vrucht: blauw, sterk berijpte steenvrucht. Na de vorst eetbaar en zeer gezond. 27

Plantenkennis Prunus padus – Europese vogelkers Hoogte: 12 meter. Bloei: april – mei. Bloem: witte bloemen in overhangende trossen. Knop: stevig en spits, verspreidstaand, vaak enkele bij elkaar aan het eind van de twijg. Blad: ovaal en omgekeerd eirond, 6 -12 cm, rimpelig. Bladrand fijner en scherper gezaagd, dan bij de Prunus avium. Standplaats: kan goed tegen schaduw en wind. Groeiplaats: alle gronden. Twijg: roodbruin, naar bittere amandelen geurend. 28

Plantenkennis Prunus serotina – Amerikaanse vogelkers Hoogte: 10 meter. Bloei: mei – juni. Bloem: kleine witte neerhangende trossen. Knop: verspreid, klein, rond of driehoekig. Blad: 5 – 12 cm, langwerpig-ovaal, glimmend groen, fijn gezaagd. Onderzijde roest bruine beharing op de nerven. Standplaats: verdraagt schaduw. Groeiplaats: speciaal op arme en droge grond. Twijg: aanvankelijk groen, later roodbruin met bruin merg. Glanzend met lichtgekleurde lenticellen. 29

Plantenkennis Quercus robur – zomereik Hoogte: 25 meter. Bloei: mei (pas na 40 jaar) Bloem: mannelijke katjes hangend. Vrouwelijke katjes gesteeld. Knop: stomp, verspreidstaand. Enkele bijeen aan het eind van de twijg. Blad: onregelmatig gelobd, bladsteel kort,. Onderzijde blauwgroen en kaal. Standplaats: verdraagt weinig schaduw. Groeiplaats: groeit zowel op lichte als zwaardere gronden. 30

Plantenkennis Quercus rubra – Amerikaanse eik Hoogte: 25 meter. Bloei: mei Bloem: mannelijke katjes lang en slank, vrouwelijke bloemen zijn kort gesteeld. Knop: spits, verspreidstaand, enkele bijeen aan het eind van de twijg. Blad: 8 – 16 cm, diep ingesneden met puntige lobben. Lange bladsteel. Standplaats: verdraagt veel schaduw. Groeiplaats: zandgrond, droog en vochtig. Twijg: olijfbruin. 31

Plantenkennis Rhamnus frangula - vuilboom Hoogte: tot 5 meter Bloei: april - juli Bloem: wit Blad: Groen, elliptisch en gaafrandig. Standplaats: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op op vochtige tot natte, voedselarme, zwak zure tot zure grond. Twijg: met lenticellen. Stinkend bij kneuzing, geel hout. 32

Plantenkennis Robinia pseudoacacia - valse acacia Hoogte: 15 tot 25 meter Bloei: juni - juli Bloem: wit, in trossen. Bloemen verspreiden honingzoete geur. Knop: doorns op oude takken. Knoppen zijn zeer klein Blad: samengesteld uit 7 – 21 ovale gaafrandige blaadjes. Groeiplaats: schrale gronden, op voedselrijke grond groeien de scheuten te snel. Twijg: met doorns 33

Plantenkennis Rosa canina - hondsroos Hoogte: 2 tot 3 meter. Bloei: juni - juli. Bloem: zachtroze. Blad: 5 – 7 deelblaadjes langwerpig-eirond, enkel of dubbel gezaagd. Standplaats: zonnige tot half beschaduwde plaatsen. Groeiplaats: vochtige tot droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond. Vruchten: bottels oranjerood, geen klieren. Verdraagt zeewind. 34

Plantenkennis Salix alba - schietwilg Hoogte: tot 30 meter. Bloei: april - mei. Bloem: Katjes ongeveer 5 cm, mannelijke katjes geel. Knop: langwerpig, aanliggend, verspreidstaand Blad: langwerpig, 5 tot 10 cm. Bovenkant donkergroen, onderkant witviltig. Standplaats: zonnig tot halfschaduw. Groeiplaats: vochtige tot natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond. Twijg: bruin. 35

Plantenkennis Salix cinerea - grauwe wilg Hoogte: 2 tot 6 meter, soms tot 10 meter. Bloei: maart - april Bloem: Katjes, geel. Knop: grijsviltig. Blad: van de bovenkant dof blauwgroen, aan de onderkant blauwgrijs, met name op de nerven behaard Standplaats: zon tot halschaduw Groeiplaats: vochtige tot natte, matig voedselrijke, zwak zure grond 36

Plantenkennis Sambucus nigra- gewone vlier Hoogte: tot 10 meter. Bloei: juni – juli. Bloem: witte schermvormige pluimen. Blad: De dofgroene bladeren zijn geveerd met 3 tot 7 langwerpig-eirond. Groeiplaats: alle gronden. Standplaats: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen. Twijg: wit merg in het hart van de twijg. Vruchten: zwarte bessen worden gebruikt voor jam. 37

Plantenkennis Sorbus aucuparia - lijsterbes Hoogte: 3 tot 20 meter. Bloei: Mei - juni. Bloem: wit, 0,8 tot 1 cm. Knop: zwartbruin, grjisviltig behaard, eindknop groot. Blad: geveerd met negen tot zeventien blaadjes, die 2-6 cm lang zijn Standplaats: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen. Groeiplaats: meestal voedselarme tot matig voedselrijke, zure tot zwak zure grond. Vruchten: oranje trossen. 38

Plantenkennis Taxus baccata - venijnboom Hoogte: 3 tot 18 meter. Bloei: Maart t/m mei. Bloem: Groen, mannelijke bloemen met 6 tot 14 gele meeldraden, vrouwelijke bloemen alleen of in paren Bladeren: Wintergroen, naalden 1 tot 1½ cm, glanzend donkergroen, van onderen lichter groen. Standplaats: Zon tot schaduw. Groeiplaats: vochtige, goed doorluchte, matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze grond. Vrucht: rode bes, de pit is giftig. 39

Plantenkennis Tilia platyphyllos - zomerlinde Hoogte: 30 meter. Bloei: juni Bloem: 3 bloemig, hangend. Blad: kort toegespitst, 6 -12 cm, boven dofgroen, onder zacht behaard. Standplaats: zonnig. Groeiplaats: niet te arme grond, kalkminnend Twijg: roodbruin tot olijfgroen 40

Plantenkennis Tilia cordata- kleinbladige- / winterlinde Hoogte: 30 m. Bloei: juni - juli. Knop: olijfgroen tot bruinrood. Blad: Hartvormig, 3 tot 8 cm breed, gezaagd, aan de bovenkant mat donkergroen, van onderen blauwgroen, in de hoeken van de nerven roodachtig of geelachtig behaard. Standplaats: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen Groeiplaats: op vochtige, matig voedselrijke, vaak kalkhoudende, humeuze grond. Kleiner blad dan de T. platyphyllos 41

Plantenkennis Ulmus minor- veldiep / gladde iep Hoogte: 30 m. Bloei: maart - april. Bloem: groeien op een zeer kort steeltje in een kluwenvormige bloeiwijze. Blad: scherp getand, scheve bladvoet. Standplaats: zonnige tot licht beschaduwde, Groeiplaats: droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende, goed doorluchte grond. Twijg: licht behaard of kaal. 42

Plantenkennis Viburnum opulus - gelderse roos Hoogte: 3 m. Bloei: mei Bloem: witte bloemen in platte tuilen Blad: De tot 12 cm grote bladeren zijn rondachtig met 3 tot 5 lobben. Groeiplaats: voedzame grond waarin het vocht goed wordt vastgehouden. Standplaats: zon tot schaduw. Twijg: kaal en grijsachtig. Vrucht: rood in trossen, bij kneuzing onaangename geur. 43

Niveau 3 en 4 Plantenkennis Bos en haagplantsoen

Plantenkennis Pinus nigra nigra - Oostenrijkse den Hoogte: 10 meter. Bloem: Kegels. Knop: zijn bleekbruin en hebben een brede voet Naald: stijve, donkergroene tot zwart naalden, die gekromd zijn en een scherpe punt hebben Standplaats: kan goed tegen wind. De gele tot grijsbruine kegels zijn eivormig en gepunt. De zijn 5-8 cm lang. 44

Plantenkennis Populus tremula - ratelpopulier Hoogte: 15 meter Bloei: maart - april. Bloem: katjes lichtgrijs en harig. Knoppen: spits, bruin, kaal, iets kleverig. Blad: 3 – 8 cm, rond, bladrand golvend. Groeiplaats: voedzame grond, niet te arm of te zwaar. Standplaats: Schaduwverdragend, goed tegen (zee)wind. Twijg: kaal, rond, bruin, glanzend. 45

Plantenkennis Rosa rubiginosa - eglantier Hoogte: 60 cm tot 2 meter Bloei: juni - juli Bloem: De rozerode bloemen zijn 1,8 tot 2,8 cm groot. Blad: De bladeren zijn 5- of 7-tallig met vrij kleine eironde deelblaadjes. Groeiplaats: droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond. Standplaats: zonnige plaatsen. Vruchten: vuurrode bottels zijn bolvormig tot eivormig. Soms zijn ze bedekt met gesteelde klieren Verdraagt zeewind. 46

Plantenkennis Sambucus racemosa - trosvlier/bergvlier Hoogte: tot 5 meter. Bloei: april – mei. Bloem: witte schermvormige pluimen. Blad: De dofgroene bladeren zijn geveerd met 3 tot 7 langwerpig-eirond. Groeiplaats: vochtige grond. Standplaats: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen. Twijg: bruin merg in het hart van de twijg. Minder voorkomend als de gewone vlier. Bessen rood. 47

Alleen niveau 4! Plantenkennis Bos en haagplantsoen

Plantenkennis Alnus incana – grijze els Hoogte: 20 meter. Bloei: februari – maart. Bloem: mannelijke en vrouwelijk katjes. Knop: kortgesteeld, fijn behaard. Blad: ovaal, 4 – 10 cm, met spitse top. Onderzijde blauwviltig behaard. Groeiplaats: groeit op lichtere en droge gronden. Standplaats: kan minder wind en zeewind verdragen als de Alnus glutinosa. Twijg: eerst behaard, later kaal. Grijze stam. 48

Plantenkennis Aronia melanocarpa – appelbes Hoogte: 1 meter. Bloei: mei – juni. Bloem: wit. Blad: omgekeerd eirond met stomp puntje en gezaagd bladrand. Bladeren onbehaard. Knoppen: rode aanliggende knoppen. Groeiplaats: voedzame, klakvrije grond. Eerst rode, later zwarte bes. Twijg: dun, behaarde tijgtop. 49

Plantenkennis Berberis vulgaris - zuurbes Hoogte: 3 meter. Bloei: mei. Bloem: lichtgeel in hangende trossen. 15 -25 bloemen. Blad: omgekeerd eirond, tot lang ovaal, 2 – 6 cm, dun, kortgesteeld. Groeiplaats: komt in het wild voor in de duinen. Twijg: grijsbruin met 3-delig bladdoorn. 50

Plantenkennis Rhamnus cathartica - wegedoorn Hoogte: tot 6 meter Bloei: mei - juni Bloem: geelgroen. Blad: tegenover elkaar, 4 tot 6 cm, aan beide kanten 2 of 3 boogvormige zijnerven Standplaats: zonnige tot licht beschaduwde plaatsen. Groeiplaats: voedselarme tot matig voedselrijke, kalk- of leemhoudende, humeuze grond. Twijg: bruin. 51

Plantenkennis Salix repens - kruipwilg Hoogte: 15 cm tot 1 meter Bloei: april en mei Bloem: Katjes. Blad: kunnen kaal tot dicht zilverig glanzend behaard zijn. Standplaats: zonnige tot licht beschaduwde plaatsen. Groeiplaats: droge tot natte, voedselarme, zwak zure tot kalkrijke grond. Twijg: jonge takken behaard, geel tot bruin. Verdraagt zeewind. 52

Plantenkennis Salix caprea - waterwilg/boswilg Hoogte: 3 tot 9 meter. Bloei: Maart en april. Bloem: katjes. Knop: kaal en bruin. Blad: gekartelde bladeren zijn meestal eirond, maar soms vrij langwerpig en worden 3 tot 10 cm lang. Ze zijn eerst aan beide kanten dicht behaard, later wordt de bovenkant kaal. Standplaats: zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen. Groeiplaats: matig voedselrijke, vrij droge tot matig vochtige, lichte grond. 53