Kunnen markers van leververvetting het voorspellen van het risico op hart- en vaatziekten verbeteren? Anne de Boer Promovenda en huisarts in opleiding Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Klinische Epidemiologie Leids Universitair Medisch centrum Geen belangenverstrengeling
Risicomodel hart- en vaatziekten (HVZ) Identificeren van patiënten met een verhoogd risico op HVZ Externe validatie: area under the receiver operating curve (AUC) 0.75 – 0.80 Non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD): Prevalentie: 25%, neemt wereldwijd toe 64% verhoogd risico op HVZ Kan de voorspeling van het risico op HVZ verbeterd worden wanneer markers van leververvetting worden toegevoegd aan de Framingham?
Methode EPIC-NL cohort (onderdeel European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition study): 40,011 deelnemers 20-79 jaar in de periode 1993-1997 Deelnemers 40-70 jaar zonder prevalente HVZ Framingham: 10 jaar risico op HVZ, apart voor mannen en vrouwen ALAT, ASAT, GGT: continu, > normaal, 2x > normaal fatty liver index (triglyceriden, BMI, middelomtrek, GGT): 3 categorieën ASAT/ALAT ratio: continu, > 1 Koppeling met Centraal bureau voor statistiek: HVZ ziekte en sterfte Statistische analyses: Markers toevoegen aan Framingham
Markers met een toegevoegde waarde ALAT >90 U/L mannen GGT >100 U/L vrouwen Fatty liver index vrouwen ASAT/ALAT ratio Continue vrouwen >1 vrouwen
Discussie en toekomstplannen Vijf potentiële predictoren met toegevoegde waarde Opvallend: vooral toegevoegde waarde bij vrouwen Toekomstplannen: Evaluatie kwaliteit van de modellen: discriminatie en calibratie Implicaties voor de praktijk: net reclassificatie index Analyse van subgroepen