Hé roept de hond, da’s een goed idee. Woef, tok, bé, knor, boe, ik ga mee. Hé roept het varken, da’s een goed idee. Knor, boe, ik ga mee. Hé roept het schaap, da’s een goed idee. Bé, knor, boe, ik ga mee. Hé roept de kip, da’s een goed idee. Tok, bé, knor, boe, ik ga mee. Hé roept de koe, da’s een goed idee. Boe, ik ga mee. Ho roept de boe, nee, nee, nee. Ik neem echt geen dieren mee. Doei roept de boer, ik ga weg. Jammer, jammer, jammer wat een pech.
Goed dan blijven wij wel hier. Daag, veel plezier. Ho roept de boe, nee, nee, nee. Ik neem echt geen dieren mee.
1 2 3 4 5