Evolutie Thema 5 basisstof 1,2 en 3 Evolutietheorie Voorbeelden van evolutie Argumenten voor evolutie
Termen die aan bod komen Evolutie Evolutietheorie Overlevingskans Schutkleur Natuurlijke selectie Geevolueerd. Geisoleerd
Evolutie Ontwikkeling van het leven op aarde waarbij nieuwe soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen. Evolutietheorie stamt uit de 18e eeuw.
Belangrijke mensen in de evolutietheorie Lamarck Darwin Alfred Russel wallace
Overlevingskans Verschillen in kleur en vorm veranderen de overlevingskans. Bijvoorbeeld een schutkleur vergroot de kans op overleving.
Natuurlijke selectie Dieren met een minder gunstig genotype sterven snellen dan dieren met een gunstig genotype. Voortplanting is beperkt bij ongunstig genotype. Schutkleur speelt vaak een belangrijke rol.
Geëvolueerd. Verandering van een soort of het ontstaan van een nieuw soort uit een bestaand soort. Isolatie kan een grote invloed op evolutie hebben.
Termen die aan bod komen Evolueren
Evolueren Door natuurlijke selectie kan een soort evolueren.
Termen die aan bod komen Fossielen Reconstructie Sedimenten Overeenkomsten in bouw Rudimentaire organen Embryonale ontwikkeling
Fossielen Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen. Reconstructie het namaken, aanvullen van een fossiel.
Sedimenten Sedimenten zijn afzettingslagen van steen,zand,grond of kleideeltjes. Door deze deeltjes krijgen bacteriën niet de kans om alles af te breken.
Overeenkomsten en rudimentair Veel dieren hebben organen die overeenkomen in hun bouw. Rudimentaire organen zijn organen die niet meer gebruikt worden door dieren.
Embryonale ontwikkeling. Bij de overeenkomsten in de embryonale ontwikkeling is een van de argumenten van de evolutietheorie goed te zien.