Evolutie Thema 5 basisstof 1,2 en 3 Evolutietheorie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisstof 6 Evolutie.
Advertisements

Basisstof 7: Onderzoeksmethoden
Argumenten voor evolutie
Evolutie Thema 6.
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Feiten Uitdaging logisch denken - Gevolgen voor waarden en normen
2.3 Evolutietheorieën Historisch overzicht Leestekst – Inleiding
Evolutie en informatieoverdracht
Hoe het idee groeide Natuurwetenschappen werden gedomineerd door het christelijk denken. Bijbel bevatte alle kennis.
T6. Erfelijkheid en evolutie
Wetenschappen 2e en 3e graad
Evolutietheorie.
Tussentijdse evaluatie
Evolutie Thema 6.
Darwins Idee Dennis Uit de Weerd.
“Nothing in biology makes sense except in the light of evolution“
Het ontstaan der soorten
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Klimaatverandering.
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
Vorige keer…. Argumenten voor de evolutietheorie: - Fossielen - Overeenkomsten in bouw - Rudimentaire organen - Overeenkomsten bij embryonale ontwikkeling.
Vorige keer…. De evolutietheorie gaat uit van: - Verandering in genotypen - Natuurlijke selectie - Het ontstaan van nieuwe soorten Mutanten binnen een.
Basisstof 1: De evolutietheorie
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
Een wetenschappelijke theorie?
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Evolutie les 2 Aanwijzingen over de evolutie van het leven.
Evolutie.
Erfelijkheid.
DEEL 2 : DE PREHISTORIE INSTAP 6.
Het ontstaan van soorten
Ordening en Evolutie ‘Het is een teken van een geschoolde geest als iemand kan nadenken over een gedachte zonder ze te aanvaarden’  Aristoteles.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
Snelle evolutie 1 Voorbeeld is de kleurverandering bij de berkenspanner, een klein vlindertje In de jaren vijftig van de 19de eeuw werden in het noordwesten.
26.4 Evolutie Meer dan tweeduizend jaar geleden: Griekenland
Aarde 3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 4.
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
Basisstof 6: Ontwikkeling METAMORFOSE
Argumenten voor evolutie
§ 4 Het dagboek van de aarde
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
B. Stof 4 Evolutie Darwin Charles Darwin ( )
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
HET SCHEPPINGSVERHAAL VERSUS DE EVOLUTIETHEORIE DEBAT 5VWO, VRIJDAG 3 APRIL 2009.
Ecologie Thema1.
Leskaart 2: Metamorfose
God als Vader en Zijn schepping (1) God ook jouw Vader? Gods voorzienigheid Schepping of evolutie Doet God iets aan het kwaad?
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
Evolutie is waar Feiten waaruit evolutie blijkt. Mensen die evolutietheorie aanvaarden.
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
De evolutietheorie VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 4.

De huid in beweging Hst. 1 Cellen en weefsels (blz. 9 t/m 23)
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
Evolutieleer Natuurwetenschappen.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Hoofdthema’s in de biologie
Hoofdstuk 1 Jagers en Boeren.
Naturalis 6 Deel 2 Thema 3 EVOLUTIE.
Thema 5, evolutie.
Transcript van de presentatie:

Evolutie Thema 5 basisstof 1,2 en 3 Evolutietheorie Voorbeelden van evolutie Argumenten voor evolutie

Termen die aan bod komen Evolutie Evolutietheorie Overlevingskans Schutkleur Natuurlijke selectie Geevolueerd. Geisoleerd

Evolutie Ontwikkeling van het leven op aarde waarbij nieuwe soorten ontstaan, veranderen of verdwijnen. Evolutietheorie stamt uit de 18e eeuw.

Belangrijke mensen in de evolutietheorie Lamarck Darwin Alfred Russel wallace

Overlevingskans Verschillen in kleur en vorm veranderen de overlevingskans. Bijvoorbeeld een schutkleur vergroot de kans op overleving.

Natuurlijke selectie Dieren met een minder gunstig genotype sterven snellen dan dieren met een gunstig genotype. Voortplanting is beperkt bij ongunstig genotype. Schutkleur speelt vaak een belangrijke rol.

Geëvolueerd. Verandering van een soort of het ontstaan van een nieuw soort uit een bestaand soort. Isolatie kan een grote invloed op evolutie hebben.

Termen die aan bod komen Evolueren

Evolueren Door natuurlijke selectie kan een soort evolueren.

Termen die aan bod komen Fossielen Reconstructie Sedimenten Overeenkomsten in bouw Rudimentaire organen Embryonale ontwikkeling

Fossielen Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen. Reconstructie het namaken, aanvullen van een fossiel.

Sedimenten Sedimenten zijn afzettingslagen van steen,zand,grond of kleideeltjes. Door deze deeltjes krijgen bacteriën niet de kans om alles af te breken.

Overeenkomsten en rudimentair Veel dieren hebben organen die overeenkomen in hun bouw. Rudimentaire organen zijn organen die niet meer gebruikt worden door dieren.

Embryonale ontwikkeling. Bij de overeenkomsten in de embryonale ontwikkeling is een van de argumenten van de evolutietheorie goed te zien.