Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Herhaling van hoofdstuk
naamwoordelijk gezegde
Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Taalbeschouwing 2 Taalleesboek 1 53 t/m 55. een enkelvoudig zelfstandig naamwoord (als onderwerp van een zin) krijgt een enkelvoudig gezegde 1=1 een meervoudig.
Bezittelijk voornaamwoord
Uitleg bijvoeglijke bepaling (bvb)
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
QUIZ hoofdstuk 1.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Woordsoorten Maud Hutten.
Taaloefeningen.
Woordsoorten benoemen
Woordsoorten benoemen
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
NEXT LW 2 Bijv.nw. 3 Zelfst. nw. 4 PV 5 Ond Taal Team 1 Team 2 Team 3 Team 4 Team 5 Team 6.
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde en de werkwoorden
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
De grote Grammatica woordsoorten Quiz!
Grammatica woordsoorten Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
SPELLING Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Wat een persoonsvorm t.t. (pv t.t.)is en hoe je deze uit een zin haalt. Welke spellingsregels er zijn.
PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Grammatica woordsoorten
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Betrekkelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
3a Grammatica
Zelfstandig naamwoord
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten
Bijvoeglijke bepaling
Onbepaald voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Grammatica hoofdstuk 1.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Stijlfouten.
Grammatica zinsdelen Redekundig ontleden.
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Grammatica woordsoorten
Extra oefenen Hoofdstuk 1 & 2 Ta!ent: Grammatica & Spelling
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Woordsoorten: Lidwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
Grammatica: werkwoorden
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten Woordsoorten op een rij

Wat is een zelfstandig naamwoord? Een zelfstandig naamwoord (zn) is een woord voor een mens: dieven, opticien dier: flamingo, zebra plant: cactus, hyacint ding: hoestdrank, stoelpoot

Wat is een zelfstandig naamwoord? Een naam is ook een zelfstandig naamwoord (zn): voor- en achternaam: Assepoester, Jody, Van Beek dierennaam: Bello, Pluisje, Snoopy merknaam: Pepsi, Samsung, Whiskas aardrijkskundige naam: Aruba, Overijssel, De Schelde voor een gebouw, vereniging of winkel: Duinrell, snackbar Frituur, volleybalvereniging Deto ‘86

Wat is een zelfstandig naamwoord? Zo vind je een zelfstandig naamwoord: Je kunt er een lidwoord voor zetten (de sleutel). Je kunt er meestal een verkleinwoord van maken (het sleuteltje). Je kunt er meestal meervoud of enkelvoud van maken (de sleutels).

Wat is een lidwoord? Er zijn drie lidwoorden (lw): de het een Een lw hoort altijd bij een zn een sleutel, de sleutels, het sleuteltje

Wat is een werkwoord? Een werkwoord (ww) zegt wat iets of iemand doet of overkomt: melden  Mijn vader meldde me bij de receptioniste ziek. omhakken  De buren hakken de oude kastanjeboom om. Er zijn ook werkwoorden met een vagere betekenis, zoals kunnen, worden en zijn. zijn  Iris is morgen jarig. Iris doet of overkomt niets.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Het geeft een kenmerk of eigenschap van het zelfstandig naamwoord. Het staat voor óf achter een zelfstandig naamwoord. Je kunt de trappen van vergelijking toepassen (klein – kleiner – kleinst). Voorbeeld: Die bruine veterlaarzen vind ik erg mooi.

Wat is een aanwijzend voornaamwoord? Met een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijs je iets aan. Aanw.vnw zijn: deze, die, dit, dat, zulk(e), zo’n en dergelijk(e). Een aanw.vnw kun je vervangen door een lidwoord. Voorbeeld: Kun jij lopen op zulke hakken? Deze auto rijdt harder dan die (auto).

Wat is een vragend voornaamwoord? Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vr.vnw): wie, wat, welk(e), wat voor (een). Een vr.vnw staat meestal aan het begin van een vraag. Voorbeeld: Wat voor een prijs heb jij met de filmquiz gewonnen?

Wat is een vragend voornaamwoord? Wanneer een vr.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan. Voorbeeld: Weet jij wie er morgen moeten voetballen? Wie moeten er morgen voetballen, weet jij dat?

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? afkijken – dacht – werkt – zingen – zanger bruin – het – grote – mooi – wollen dat – dergelijke – dit – wie – zulke 4. gegeten – geweld – luiers – outfitje – Sander zn, overige woorden zijn ww lw, overige woorden zijn bn vr.vnw, overige woorden zijn aanw.vnw ww, overige woorden zijn zn

Kies het juiste antwoord Tot welke woordsoort hoort ‘vanavond’? bn ww zn C. zn

Kies het juiste antwoord Tot welke woordsoort hoort ‘plastic’? aanw.vnw bn zn B. bn

Kies het juiste antwoord Tot welke woordsoort hoort ‘wat’? aanw.vnw lw vr.vnw C. vr.vnw